Bella Vista aan het Nieuwe Meer

Dit het Jaagpad langs Het Nieuwe Meer in Amsterdam. Gisteren fietste ik hier op weg naar Egbert Tellegen in Sloten. Ik was uitgestapt op Station Zuid en vandaar gaan fietsen in westelijke richting.

Ongeveer halverwege kom je dan langs de plek waar ooit de villa Bella Vista lag, die gelegen was aan het Jaagpad 123. In de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam vond ik een foto van deze uitspanning . Hij is genomen in 1922. De villa bestaat niet meer.

Toen ik nog in Amsterdam woonde, kwam ik niet zo vaak in deze buurt. Wel in het Amsterdamse Bos, maar het Nieuwe Meer, dat aan het Amsterdamse Bos grenst, was voor mij een onontgonnen gebied. Ik weet alleen dat er aan de oever van dat meer een camping was. Maar wat moest je daar doen als Amsterdammer?

Het Jaagpad begint ergens achter het Olympisch Stadion en je kunt er ook komen via het Hoofddorpplein. Daar kwam ik wel eens als kind. Even verderop woonde mijnheer Vervloet aan de Aalsmeerderweg. Hij  was zo’n beetje de coördinator van de jeugdafdeling van de voetbalclub RKAVIC die in de jaren vijftig gevestigd was in het sportcomplex aan de Kalfjeslaan. Bij mijnheer Vervloet moest je je opgeven als welp en later voor de junioren, nadat je eerst met goed gevolg de sportkeuring had ondergaan bij de GGZ in de 1ste Helmerstraat. De buurt van het Hoofddorplein associeer ik nog altijd met kicksen en het bruine monster.

Voor de oorlog was het Jaagpad langs het Nieuwe Meer een geliefde wandelroute voor verliefde stelletjes, net verderop de Zuidelijke Wandelweg en de Kalfjeslaan. Ook Vestdijk heeft hier op het Jaagpad  gewandeld. Dat was aan eind het eind van de jaren twintig, kort nadat hij was afgestudeerd als arts in Amsterdam. Zowel Hans Visser als Wim Hazeu maken hier melding van in hun Vestdijk-biografie.

Zoals zo vaak lijkt het erop dat Hazeu nogal wat van Visser heeft overgeschreven. Hazeu verwijst weliswaar in een voetnoot naar ‘aantekeningen’ van Nol Gregoor, maar Hans Visser beroept zich op ‘mededelingen’ van Gregoor. Door ‘mededelingen’ te vervangen door ‘aantekeningen’ kon Hazeu zijn ware bron – in casu Hans Visser – op slinkse wijze verdonkeremanen. Dat gebeurt wel meer in zijn update van de Vestdijk-biografie. Niet zo netjes natuurlijk, maar afijn, zo gaan die dingen.Hans Visser schrijft over de uitspanning Bella Vista aan het Nieuwe Meer het volgende:

Met Ida Muller, een 19-jarige dienstbode uit de praktijk die hij waarnam, kwam de liefde weer in zijn leven. Zij was afkomstig 
uit Hagen in Duitsland. In De dokter en het lichte meisje wordt haar
relatie met Vestdijk summier verhaald. ‘Doorkneed in alle trucjes 
om mannen te laten boeten voor het bedrijf van andere mannen’. 
heeft ze Vestdijk toen ze zwanger was het aanstaande kind in de 
schoenen willen schuiven. Het gedicht ‘De onderbroken wandeling’ herinnert aan de affaire. Het werd geschreven na een gezamenlijk bezoek aan de uitspanning ‘Bella, Vista” even buiten 
Amsterdam, in Sloten, slechts bereikbaar via een wit houten
bruggetje. Ze waren daar naartoe gegaan omdat Vestdijk deze 
plaats uit zijn jeugd nog eens terug wilde zien. Zij stak hiermee de 
draak en daardoor kregen ze ruzie.

En Wim Hazeu maakte er het volgende van:

Het afscheid van Amsterdam moest er toch van komen, vanwege waarnemerschappen elders, zoals in Rotterdam voor dokter J.H. Kemme (Willemstraat 16) en in Noordwijk aan Zee, waar hij een affaire had met het negentienjarige Duitse dienstmeisje Ida Mühler. Zij bezochten de uitspanning ‘Bella Vista’ in Sloten, te bereiken via een wit houten bruggetje. Toen Ida zwanger werd probeerde zij Vestdijk de schuld te geven en werd de relatie verbroken. Zij keert terug in De dokter en het
lichte meisje als een vrouw, ‘doorkneed in alle trucjes om mannen te laten’ boeten voor het bedrijf van andere mannen’, en in het gedicht De onderbroken wandeling.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)