Het stedelijk weefsel van Venetië

Venetië staat bekend om zijn unieke stedelijke lay-out en navigatie-uitdagingen vanwege de vele grachten en bruggen, die kunnen leiden tot een complexe en soms verwarrende stedelijke ervaring. Het stratenplan van Venetië is uniek vanwege het feit dat het grotendeels bestaat uit waterwegen, kanalen en bruggen in plaats van straten en voetpaden zoals in de meeste andere steden. Dit komt doordat Venetië is gebouwd op een groep van 118 eilanden die met elkaar zijn verbonden door bruggen en kanalen, waardoor het een uniek en pittoresk stadslandschap heeft.

De kanalen van Venetië functioneren als wegen voor boten, gondels en watertaxi’s, terwijl voetgangersbruggen fungeren als oversteekplaatsen. Dit betekent dat de meeste navigatie in de stad te voet of per boot plaatsvindt, in plaats van met de auto. Het stratenplan van Venetië is ook een weerspiegeling van de geschiedenis van de stad. De kronkelende kanalen en steegjes zijn het resultaat van eeuwen van stadsuitbreiding, aanpassing en ontwikkeling, terwijl de bruggen, pleinen en monumenten getuigen van de rijke culturele erfenis van de stad.

Dat antwoordde ChatGPT op mijn vraag wat er zo uniek is aan het stratenplan van Venetië. Toen ik ChatGPT daarop vroeg wat het dwalen in Venetië zo bijzonder maakt, aarzelde ChatGPT zoals gewoonlijk en kwam met een heel lang antwoord, waaruit ik het volgende citeer:

 Je kunt gemakkelijk verdwalen in de wirwar van kronkelende straatjes en kanalen, maar dat maakt de ervaring juist zo avontuurlijk en opwindend.De stad is gevuld met verborgen hoekjes en steegjes, prachtige kerken en paleizen, en adembenemende uitzichten over de kanalen. De schoonheid en charme van Venetië is moeilijk te beschrijven, en het is een stad die je moet ervaren om het te begrijpen. Kortom, het dwalen door de straatjes van Venetië is een unieke en betoverende ervaring die je nergens anders ter wereld zult vinden. Het is een stad die je steeds weer opnieuw kunt ontdekken en waar je nooit genoeg van zult krijgen.

Daar heb ik niets aan toe te voegen. Uit stedenbouwkundig oogpunt is Venetië uniek vanwege de complexiteit van de stedelijke omgeving. Onze ervaring van de stedelijke omgeving wordt cognitief geconstrueerd op basis van psychologische criteria die heel goed in de praktijk te onderzoeken zijn. De waargenomen omgevingsruimte van de mens is vooral subjectief bepaald. Stedelijke complexiteit is niet het andere uiterste van overzichtelijkheid. Dat andere uiterste is chaos. Stedelijke complexiteit is zoiets als georganiseerde of gegroeide chaos. Het begrip ‘complexiteit’ werd door Rapoport in 1970 geformuleerd als ‘een functie van niet gehonoreerde verwachtingen.’ Welnu, in Venetië wordt elke verwachting niet gehonoreerd. Het is dan ook de ideale stad om de dwalen en te verdwalen, maar ook om telkens op onverwachte wijze de weg weer terug te vinden.

Eerder al, in 1960, had Kevin Lynch in zijn baanbrekende studie The image of the city het beeld dat gebruikers van hun omgeving hebben als uitgangspunt genomen en op tal van manieren proefondervindelijk onderzocht. Hij ging mensen zorgvuldig vragen stellen over hoe zij het stedelijk weefsel van de hun directe woonomgeving waarnemen. Wat hem interesseerde was niet zozeer de stad zelf, maar het mentale beeld dat mensen daarvan hebben.  Zo ontdekte hij allerlei constanten die beslissend zijn voor helder beeld van de omgeving.

Landmarks bijvoorbeeld, opvallende herkenningspunten, maar ook knooppunten in de stedelijke omgeving en scherpe randen tussen verschillende sectoren van de stad. Wil een stad een sterk  mentaal beeld creëren dan moet de structuur van de stad helder zijn, maar niet perse eenvoudig. Het moet een rijke omgeving zijn, die goed gestructureerd is. Identiteit, structuur en betekenis, dat zijn de drie kwaliteiten waarop het mentale beeld van de omgeving geanalyseerd kan worden. Kruisingen bijvoorbeeld moeten helder zijn en er mogen geen ondoordringbare barrières zijn om van de ene wijk naar te ander te komen.

Ik las het boek van Lynch in mijn studietijd in de jaren zeventig. Het heeft destijds veel indruk op me gemaakt en sindsdien ben ik anders gaan kijken naar de stedelijke omgeving in het algemeen en mijn eigen woonomgeving in het bijzonder. Het heeft me altijd verbaasd dat nooit iemand en verband heeft gelegd tussen de stedenbouwkundige benadering van Lynch en de ideeën van de situationisten. Ook zij gingen de stedelijke omgeving benaderen vanuit het mentale beeld dat wordt door de stad opgeroepen. Zo gingen zij dwaaltochten maken door de binnenstad van Parijs, zoals André Breton dat gedaan had met Nadja.

In 1963 hebben Willem de Ridder en Wim T. Schippers zo’n dwaaltocht door Amsterdam georganiseerd. De kunstenaar Stanley Brouwn liet in die tijd mensen in de binnenstad tekeningen maken van de omgeving, bijvoorbeeld van de kortste route van het Rembrandtplein naar de Munt presenteerde die tekeningen als kunst. Dezelfde methode werd toegepast door Kevin Lynch, alleen heeft hij zijn resultaten nooit als kunst gepresenteerd. 

Jaren geleden zag ik de tentoonstelling Mapping the City in het Stedelijk Museum, waarbij een overzicht werd van kunstenaars die sinds 1960 op hun eigen wijze de stad hebben verkend en zo in kaart of in beeld hebben gebracht. De menselijke maat, daar ging het om. Ook dat was een ontdekking van de jaren zestig, maar het zou nog even duren voordat deze ideeën van Lynch ook hun weerslag kregen in de ontwerpprogramma’s van stedenbouwkundigen. In de jaren zestig zijn nog heel wat nieuwbouwwijken gebouwd waarin de menselijke maat ver te zoeken was. 

Voor wie dwaalt in Venetië lijkt de verwarring soms compleet. Maar is dat ook zo? Het is me wel eens overkomen dat ik tijdens zo’n dwaaltocht hardop in mijzelf begon te praten. Tegen wie sprak ik toen? Was het mijn eigen schaduw , mijn ‘onderziel’ in het onbewuste, of was het een stem van een ander die ik hoorde in mijzelf? Was het de stem van mijn moeder misschien? Mijn ‘keelstem’ die opklinkt vanuit de diepste diepte van mijn ziel? Is het in het heden waarin ik dan dwaal, of ben ik elders in de wereld? Of ben ik dan boven de wereld? Is het hiernamaals soms al in dit leven te ervaren? 

Zo’n ogenschijnlijk absurde vraag kan opkomen tijdens het dwalen in Venetië. Zoals die vraag ook kan opkomen in het grensgebied van de waanzin. Een droomwandeling op de rand van waanzin en poëzie, waarin het hiernamaals in het hier en nu ervaren kon worden. Zoiets als de dwaaltocht van Breton en Nadja door Parijs. Maar dwalend in Venetië ben ik Breton en Nadja tegelijk. Goddelijk en tegelijk goddeloos. Sinds de tijd dat ik zelf dagenlang op de rand van een psychose door de straten van Amsterdam dwaalde, hou ik nog altijd van het dwalen door een goddeloze stad. In Amsterdam kan dat, maar bovenal in Venetië, de stad die als een warm bad als enige mijn diepste heimwee doet vergeten. Leeuwarden is hiervoor niet goddeloos genoeg. In ieder geval te klein.

Reageren is niet mogelijk.