Het einde van de voorstelling voorbij

Het kortetermijngeheugen wordt al wat minder. De gewrichten worden wat stram. Ik word een beetje doof en heb al een paar jaar een gehoorapparaat. Maar mijn steunkousen staan nog altijd strak om de kuiten. Ik neem mijn pilletjes elke dag en ik ben nog niet van plan om onder zeil te gaan. Het beetje talent dat ik heb, zal toch ooit eens wereldwijd erkenning moeten vinden. Nee, doemdenken is mij vreemd. Ik ga tot het gaatje. Read my lips. Ik ben een aanstormend talent van zesenzeventig dat wat laat op gang gekomen is. Mijn gevoelsleven breekt eindelijk open, het verstand kan nu overal bij. Mijn hele leven zat ik mezelf alleen maar in de weg, maar dat is nu voorbij. Dit kan alleen maar beter worden. Op de rand van het graf zal ik op de top van de Olympus staan !

Waarom vertel ik dit allemaal? Gewoon, omdat ik weer een weblog moet schrijven. Waarom ik dat dan doe? Wel, dat is een lang verhaal, maar laat ik eerst dit zeggen, u kunt misschien alles wat ik vertel een onbenullige geschiedenis vinden; misschien zelfs ziet u me aan voor een geblaseerd, binnenstebuiten gekeerd scribent, bij wie het helaas iets te hoog in de bol is geslagen. Het tegendeel is waar. Immers, het zelfrespect is een hachelijke zaak: iets te veel, en je bent onuitstaanbaar voor een ander; iets 
te weinig: onuitstaanbaar voor jezelf. Dit laatste is maar al te 
vaak op mij van toepassing geweest.

Misschien vraagt u zich af wat deze  bekentenis nu voor mijzelf betekent. Wel, ik heb het mezelf opgelegd als penitentie, een boetedoening, niet voor mijn zonden, misdaden of wat dan ook. Ik wil niet beweren dat ik in mijn leven geen vlieg kwaad heb gedaan, maar ik ben nooit een kattenmepper geweest. Ik doe deze confessies alleen voor u.

U, die hier voor me zit. Ik ken u niet, maar u bent in feite niet veel anders, vrees ik. Ook u wilt nog van alles in uw leven, maar u doet het niet. U laat elke kans voorbijgaan, zelfs de laatste. U bent een gewoontedier geworden, doet nooit iets geks, iets anders, iets volledig buiten elke orde, iets buiten wat de goegemeente denkt dat u moet doen dat goed voor u is….

Waarom? Dat weet niemand. U doet het gewoon niet. Nee, u doet het nooit…

En ik?

Elke dag vraag ik me af of ik ook nog wel zonder dat weblog zou kunnen leven. Maar dan denk ik weer, ach zeur niet. Zodra ik tegenover mezelf moet toegeven, dat ik niet meer zonder kan, dan stop ik er acuut mee. Dat heb ik me zelf heilig voorgenomen. Maar ik weet natuurlijk donders goed, dat dit een onmogelijke opgave is. Ik ben gedoemd tot bloggen. Sterker nog, ik blijf bloggen tot ik er bij neerval. En wat is er leuker om over jezelf te schrijven. Et moi, je parle encore de moi. Dat zei Jacques Brel, elke avond zittend aan de bar in Hotel Les Trois Faisans. Je moet wat doen in het leven. En als je niks meer te doen hebt, blijf je maar praten over jezelf.

Ook Gerard Reve raadde iedere beginnende schrijver aan om toch vooral veel over jezelf te schrijven. Over kleine, onnuttige dingen, bijvoorbeeld wat je aan hebt en of je kaas of spruitjes lekker vindt of niet, dat soort dingen willen de mensen van je weten. En omdat ik vandaag eigenlijk helemaal niets te vertellen heb, ouwehoer ik maar weer eens wat in de hoop dat u het leest. Het is nutteloos, een spel om niets. De wereld is een schouwtoneel. Life is a stage. Het is narcisme. Mijn narcisme van het kleine verschil. Maar ik zal ermee doorgaan, ook al is het doek gevallen, gaat het licht weer aan in de zaal en worden de decorstukken weggehaald als voorbereiding voor de volgende voorstelling.

Reageren is niet mogelijk.