Poetin en de kleren van de tsaar

Passagier voor Frankfurt is een roman geschreven door Agatha Christie en werd oorspronkelijk gepubliceerd in 1970. Ze was toen tachtig jaar oud. Het verhaal speelt zich af tijdens de Koude Oorlog en omvat elementen van spionage, samenzwering en politieke intriges. Het boek volgt de hoofdpersoon, Stafford Nye, die wordt benaderd door een aantrekkelijke vrouw op de luchthaven van Frankfurt. De vrouw smeekt hem om een belangrijke boodschap naar Engeland te brengen. Intrigerend genoeg gaat Nye akkoord, zonder te weten wat hij in werkelijkheid in handen heeft.

Naarmate het verhaal zich ontvouwt, raakt Nye verwikkeld in een complexe samenzwering die hem naar verschillende Europese landen voert. Hij ontdekt een geheim genootschap dat streeft naar wereldwijde chaos en destabilisatie. Terwijl hij probeert te begrijpen wat er speelt en wie erachter zit, wordt Nye gedwongen om zijn leven op het spel te zetten om de waarheid te achterhalen en een wereldwijde catastrofe te voorkomen.

In Passagier voor Frankfurt komt een passage voor waarin we horen dat Hitler vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog zich doelbewust heeft laten opnemen in een psychiatrische inrichting, waar een paar patiënten rondliepen die allemaal dachten dat ze  Hitler waren.  De echte Hitler nam de plaats in van een van hen, om zo ongemerkt de oorlog te kunnen overleven. Daarna zou hij naar Argentinië zijn gevlucht,  waar hij trouwde en een zoon kreeg die Siegfried heette. 

Hoe dan ook, Hitler is tegenwoordig weer terug op aarde. Niet in Argentinië, Niet meer in Duitsland, maar …back in the USSR. Het nummer Back in the USSR werd gecomponeerd door Paul McCartney en John Lennon. Het was een eerbetoon aan de stijl van de Amerikaanse surfmuziek uit de jaren zestig tegelijkertijd een speelse knipoog naar de Koude Oorlog.

In 1979, tijdens het hoogtepunt van de Koude Oorlog, gaf Elton John een concert in Moskou. Het jaar daarop zouden daar de Olympische Spelen plaatsvinden. De Sovjet-Unie en de Verenigde Staten hadden op dat moment gespannen diplomatieke betrekkingen, en het zingen van een nummer dat specifiek verwees naar de USSR zou als provocerend kunnen worden beschouwd. De autoriteiten van de Sovjet-Unie hadden een strikte censuur ingesteld en ze waren zeer waakzaam over wat er werd opgevoerd in het land. Toch besloot Elton John om Back in the USSR in Moskou te zingen tijdens zijn concert. Jaren later verklaarde hij hierover het volgende :

I’d been told not to sing Back in the USSR, so of course I did. If the KGB had been spying on me, they clearly hadn’t been spying closely enough to learn that one of the quickest ways to get me to do something is to tell me not to do it.

Nu is Hitler back in the USSR in de gedaanste van Poetin, en de geheime dienst is daar meedogenlozer dan ooit. Poetin heeft alles onder controle. Niettemin vraag ik me af of diezelfde Poetin wel eens mijmert over de wijze waarop hij ooit gewelddadig aan zijn eind zou kunnen komen. Wordt dat het spreekwoordelijke, gruwelijke einde van de dictator, zoiets wat Mussolini is overkomen, Saddam Hussein of Moammar al-Qadhafi? Of toch zoiets als de zelfmoord van Hitler, maar dan in een bunker van het Kremlin?

Zal ook het lijk van Poetin in de toekomst onvindbaar blijven, waardoor zijn mythe voor altijd kan blijven voortbestaan. ‘Your candle burned out long before your legend ever did…’ Misschien leeft hij ook na zijn ondergang nog echt, omdat hij op slinkse wijze wist te ontvluchten naar een onvindbare schuilplaats, ergens diep in donker Afrika.

In zijn boek Als een dief op klaarlichte dag (2018) gaat de Sloveense filosoof Slavoj Žižek uitgebreid in op op de fantasie van Agatha Christie over het vermeende voortbestaan van Hitler na de oorlog. Hij vermeldt ook wat er in in de wereld volgens haar gebeurde in de tijd waarin ze dit boek schreef – the end of the roaring sixties – en de verwarring die deze roerige tijd haar teweeg bracht:

Ondertussen worden drugs, promiscuïteit en studentenprotesten tegenwoordig allemaal in het geheim veroorzaakt door nazi-agitators die anarchie willen bewerkstelligen, zodat ze de nazi-overheersing op wereldschaal kunnen herstellen. Deze “verschrikkelijke wereldwijde samenzwering” is natuurlijk ideologische fantasie op zijn puurst: een rare verdichting van de angst voor extreemrechts en extreemlinks. Het minste wat we in het voordeel van Christie kunnen zeggen, is dat ze het hart van de samenzwering lokaliseert bij extreemrechts (neo-nazi’s), niet bij een van de andere gebruikelijke verdachten (communisten, joden, moslims). Het idee dat neonazi’s achter de studentenprotesten van ’68 en de strijd voor seksuele bevrijding zaten, met zijn overduidelijke waanzin, getuigt desalniettemin van het uiteenvallen van een consistente cognitieve mapping van onze hachelijke situatie; het feit dat Christie gedwongen wordt haar toevlucht te zoeken in zo’n gekke paranoïde constructie, geeft de totale verwarring en paniek aan waarin ze zich bevond.

Agatha Christie was blijkbaar op het eind van haar leven behoorlijk de weg kwijt. Haar gedachte van een verschrikkelijke wereldwijde samenzwering onder leiding van neonazi’s heeft achteraf bezien veel weg van een complottheorie van een onvervalste wappie. In mijn boek Het algoritme van de waan, naoorlogse geschiedenis door de ogen van een babyboomer, heb ik me ook afgevraagd of er mogelijk een verband heeft bestaan tussen de revolte van de babyboomers en het fenomeen Adolf Hitler, zonder wie er wellicht helemaal geen roerige jaren zestig hadden bestaan. Ik kwam alleen tot een heel andere conclusie en schreef hierover het volgende:

Dat neemt niet weg dat babyboomers in die tijd inderdaad heel boos konden worden. Maar wat heeft dit allemaal opgeleverd? De golf van verzet van de generatie van ’68 is nadien inderdaad gestuit op een populistische tegenbeweging. Extreem individualisme maakte plaats voor een hang naar collectieve identiteit en een gedeelde geschiedenis van de natiestaat. In dit verband spreekt Thierry Baudet tegenwoordig over een ‘pre-politiek sociaal fundament’. Dat is een metafysisch begrip, dat ik niet goed kan duiden, tenzij ik hieruit begrijp dat dit ‘pre-politiek sociaal fundament’ ook Blut und Boden zou kunnen zijn. Dit denken staat mijlenver verwijderd van de nog altijd individualistische babyboomers. Die zijn kosmopolitisch. Hitler zou gezegd hebben: ‘De babyboomers zijn Joods!

Niettemin moet gezegd worden dat binnen het oeuvre van Agatha Christie Passagier voor Frankfurt een uniek werk is, alleen al omdat het een boek is dat zich richt op een politieke en internationale context, en niet zozeer op een klassieke detectiveplot.

Maar er is nog iets. Ook Harry Mulisch laat in zijn laatste roman Siegfried  (2001) weten dat Hitler een zoon  had die Siegfried heette. Heeft Mulisch zich soms door Agatha Christie laten inspireren? 

Ik legde deze vraag voor aan ChatGPT. Dit was het antwoord: 

Het lijkt erop dat er enige verwarring is in de informatie die je hebt ontvangen. Er is geen dergelijke passage of plotlijn te vinden in Agatha Christie’s roman ‘Passagier voor Frankfurt’ waarin wordt beweerd dat Hitler zich in een psychiatrische inrichting heeft laten opnemen en naar Argentinië is gevlucht om een zoon genaamd Siegfried te krijgen.

Agatha Christie staat bekend om haar misdaadromans en mysteries, en ‘Passagier voor Frankfurt’ gaat over politieke intriges en spionage. Er is geen verband tussen Agatha Christie’s werk en het verhaal dat je beschrijft.

Wat betreft Harry Mulisch’s roman ‘Siegfried’, kan ik niet met zekerheid zeggen of hij zich door Agatha Christie heeft laten inspireren, omdat ik geen directe informatie heb over zijn bronnen van inspiratie. Harry Mulisch was een Nederlandse auteur en ‘Siegfried’ is een roman uit 2001. Het is mogelijk dat Mulisch zijn eigen verbeelding en creativiteit heeft gebruikt bij het creëren van zijn verhaal.

Het is belangrijk om te onthouden dat fictie en literatuur vaak elementen van verbeelding en creatieve vrijheid bevatten. Sommige auteurs kunnen historische figuren als inspiratiebron gebruiken, maar dat betekent niet noodzakelijkerwijs dat ze vasthouden aan historische feiten. Als je meer wilt weten over de bronnen van inspiratie van een auteur, kun je wellicht biografieën, interviews of analyses van hun werken raadplegen.

Daar schiet je dus niet veel meer op.  Bekend is alleen dat Siegfried de naam was van de enige zoon van Richard Wagner. Er wordt wel beweerd dat de geboorte van Siegfried zijn vader inspireerde tot de compositie Siegfrid Idyll (1870), maar zeker is dat niet. Wel is het zeker dat Hitler een fervent liefhebber was van Wagners muziek.  

En wat Poetin betreft, van hem wordt beweerd, dat hij soms gebruik maakt van een dubbelganger, een stand in die sprekend op hem lijkt en wordt ingezet in situaties die mogelijk gevaar opleveren voor een aanslag op zijn leven. 

Als Agatha Christie nog zou leven en haar boek Passagier voor Frankfurt nu zou schrijven, zou ze het verhaal vast en zeker situeren in het Kremlin. Poetin zou al jaren geleden zijn gestorven en sindsdien zou zijn plaats zijn ingenomen door een dubbelganger, die men had weggeplukt uit een psychiatrische inrichting in Moskou. Dat zou iemand zijn die niet alleen sprekend op Poetin lijkt, maar er ook heilig van overtuigd zou zijn, dat hij werkelijk Poetin is. 

Met zo’n gek hebben wij misschien nu te maken. Poetin is Back in the USSR. Hij is Poetin niet. Dat weet iedereen, maar dat mag niemand zeggen. In Rusland gelooft men nog altijd heilig in de kleren van de tsaar.  

Reageren is niet mogelijk.