Verwacht

Cover: Franz von Stuck, Het hoofd van Medusa, 1892

*

Wie filosofeert moet in de oerchaos afdalen en zich daarin thuisvoelen.

Ludwig Wittgenstein

Een waan is een fictie die door de betrokkene als werkelijkheid wordt opgevat en waarvan hij niet af te brengen is, zelfs niet door het gebruik van rationele argumenten. Zo bezien is de waan een foutieve realiteitservaring die door het gezonde verstand niet te corrigeren valt. Een afwijking dus van de norm, een ontsporing of aberratie. In dat soort termen wordt de waan ook beschreven in de opeenvolgende edities van de DSM, het diagnostisch handboek van psychiatrische aandoeningen. Maar is een waan per definitie een afwijking?

Wanen heb je in soorten en maten, zoals de betrekkingswaan, de achtervolgingswaan, de messiaswaan, de grootheidswaan, de psychotische waan etcetera. De waan kan een structurele stoornis zijn van de geest of een tijdelijke vorm van illusie. Het begrip ‘waan’ kan thuishoren op het terrein van de psychiatrie, maar ook voorkomen in de alledaagse werkelijkheid, zoals de waan van de dag, of ruimer bezien: de waan van een ideologie of een wereldbeeld. 

Wat dat laatste betreft is elke waan wellicht door de waan van een ideologie of een wereldbeeld bepaald. In oude tijden was een waan een straf van de goden of een demonische bezieling van de geest die profetische gaven voor een volk kon genereren. Verschijningen van Maria konden een eeuw lang door de kerkelijke autoriteiten bestempeld worden als verschijnselen met een bovennatuurlijke oorsprong, terwijl binnen de huidige psychiatrie daar anders naar gekeken wordt. De autoriteit van de Kerk heeft het afgelegd tegen de autoriteit van de wetenschap die in onze seculiere tijd de plaats van de religie heeft overgenomen. Maar de geloofssystemen zijn gebleven, al mogen de de bijbehorende rituelen dan van gedaante zijn veranderd. Hoe betrouwbaar is het huidige geloofssysteem van de wetenschap als het gaat om de waan?

In het begin van deze eeuw schreef Karen Armstrong haar boek De strijd om God, dat ging over het fundamentalisme in de religie. Kort nadat zij haar manuscript voltooide vonden in Amerika de aanslagen van 9/11 plaats. Heel even had zij de indruk dat ze helemaal opnieuw kon beginnen, maar weldra drong het tot haar door dat deze aanslagen haar conclusies bevestigden over het hybride karakter van het fenomeen fundamentalisme, dat niet alleen een protest is tegen de moderniteit, maar ook uitgevoerd wordt met middelen die in feite hypermodern zijn. Het fundamentalisme in de religie komt volgens haar voort uit een onverdraaglijke angst om weggevaagd te worden.

Ik moest ik hieraan denken toen ik op 24 februari 2022 de laatste hand legde aan mijn manuscript. De dag daarop viel Rusland Oekraïne binnen. In de commentaren werd alom gewezen op een mogelijk begin van een Derde Wereldoorlog. Dat betekende dat een tijdperk op zijn eind was gelopen. Juist dat tijdperk is het onderwerp van dit boek. Aanvankelijk had ik als titel gekozen De oorlog van een babyboomer. Het verhaal ging immers ook over mijn eigen leven. Door de ontwikkelingen in Oekraïne was deze titel opeens achterhaald. Dit boek gaat over drie kwart eeuw vrede die ik als babyboomer heb mogen beleven. Die periode, zo besefte ik, werd van begin af aan getekend door de schaduw van de Tweede Wereldoorlog, al werd tot in de jaren zestig er alles aan gedaan om die oorlog toch vooral te vergeten. 

Ik moest dus een nieuwe titel kiezen. Eerder al was mij aangeraden de naam Hitler in de titel te vermijden, hoewel dit boek ook uitvoerig ingaat op de veranderende beeldvorming van Hitler in de naoorlogse periode. Uitgevers zouden zo’n titel niet op prijs stellen. Na de aanslagen van 9/11 schreef Armstrong een nieuwe inleiding voor De strijd om God. Ik weet niet of zij toen ook de titel van haar boek veranderd heeft. Zeker is dat zij een nieuwe term introduceerde: ‘Islamitisch antinomisch postfundamentalisme’. Daarmee wilde zij een geestestoestand benoemen waarin niets meer heilig is. Als je dat punt eenmaal hebt bereikt, zo schreef zij, kan het wreedste en meest kwaadaardige gedrag worden gezien als een positief goed.

Een dergelijk neologisme heb ik niet voorhanden voor dit hernieuwde voorwoord, maar wonderlijk genoeg heeft de radicale ompoling van goed en kwaad ook een belangrijke plaats in mijn betoog dat handelt over de verschillende verschijningsvormen van de waan: de waan van Hitler, de waan waarin ikzelf belandde tijdens een psychose in de jaren zestig en de hedendaagse vormen van waan- en complotdenken. Weldra kwam ik tot de conclusie dat de parallelle wereld, waarin Poetin moet zijn beland voorafgaande aan zijn besluit om een oorlog in Europa te beginnen, niet haaks staat op mijn betoog, maar daar eerder naadloos op aansluit. Het complotdenken dat Donald Trump in zijn greep had gekregen na zijn verkiezingsnederlaag in 2020, met de bestorming van het Capitool tot gevolg, had een antwoord gekregen in het complotdenken van Poetin. Dit denken oog op het eerste gezicht irrationeel, maar is in feite hyperrationeel, zij het volgens een logica die moeilijk te vatten is.

In boeken over de geschiedenis van de waanzin wordt doorgaans uitgebreid aandacht besteed aan lijders een waan, die buiten de gevestigde orde vallen, maar veel minder aan waanlijders die binnen de bestaande orde blijven functioneren en vervolgens goddelijke boodschappen ontvangen, de wereld gaan veranderen, godsdiensten van start doen gaan of de poorten van de hel openstellen op aarde. Er moet iets zijn wat al die vormen van waan met elkaar verbindt. Iets mateloos wat moeilijk in onbelaste termen te definiëren valt, of hoe dan ook in termen die het stigmatiserende vakjargon van de psychiatrie willen vermijden. Noem het een algoritme. Het algoritme van de waan. Daar ben in dit boek naar op zoek gegaan.

Reageren is niet mogelijk.