Testament in de Tempel

Een bouwwerk, een Griekse tempel, beeldt niets af. Hij staat daar gewoon, in het dal tussen de rotsen. Het bouwwerk omsluit de gestalte van God, maar laat hem tegelijkertijd, aldus verborgen, door de open zuilengalerij naar buitenkomen –uit-staan- in het heilige domein. Door de tempel weest de God in de tempel aan.’

Aldus Martin Heidegger in zijn essay De oorsprong van het kunstwerk. De woorden schoten mij even door het hoofd, toen ik een uur lang stond te wachten in de tempel van Ids Willemsma op de dijk bij het Noorderleegh. Dat was vandaag precies 13 jaar geleden. Ids Willemsma was jarig, net als vandaag en zoals ieder jaar opnieuw op 8 augustus. Maar destijds keerden de goden niet terug op aarde. Het waren eerder de weergoden die van zich lieten horen. Donder en bliksem hadden zich al stevig geroerd voordat het middaguur was bereikt. Alleen een bruidspaar liet zich vereeuwigen. Zij hadden de magische datum 08.08.08 aangegrepen voor een ritueel in de tempel: ‘for better or for worse’. De bruidegom moest van de fotograaf in allerlei standen gaan staan. Eerst met de benen wijd als een stoere slikwerker, dan weer losjes en ontspannen met het colbertje aan één vinger over de schouder. Zo zijn ze wel een half uur bezig geweest.

Het was al over enen, toen eindelijk vijftien wielrenners arriveerden. Ze maakten een fietstocht langs 8 kunstwerken van Ids Willemsma. Ids werd 59 jaar en dat nog wel op 08.08.08. In Bejing gingen op die dag de Olympische spelen van start. Vandaag lopen ze op hun eind in Tokyo. Voor Ids begon een nieuw leven. Het oude wierp hij van zich af. Hij wilde afstand doen van alle sores uit een ver verleden, de valse herinnering aan een gelukkige jeugd. Er was iets in hem gestorven, zo zei hij. Alle reden dus voor een ritueel. Zoals je van een dode de as uitstrooit, zo wilde hij de restanten van zijn baard uitstrooien op het gras bij de tempel. Als een offer aan de goden die nooit meer terug zullen keren.

Drie jaar lang had Ids dagelijks na het scheren de haartjes van zijn baard verzameld en in een glazen pot gestopt. Die had hij bij zich in zijn achterzak. Een klein gezelschap wachtte de renners op. Er waren broodjes en er werd thee geschonken. Ids sprak de aanwezigen toe en liet vervolgens zijn baardharen verwaaien in de wind. Hij had mij gevraagd om een afsluitend woord te spreken bij deze rite de passage. Dat werd een testament op rijm, geïnspireerd op het gelijknamige lied van Boudewijn de Groot. Die woorden zijn nog altijd actueel. Alleen is Ids nu alweer 72 en niet meer 59 zoals toen. Maar nog wel met een stuk of wat vriendinnen… met wie je dus geen donder kunt beginnen….zelfs niet zeilen met een praam. 

T E S T A M E N T

Na negen en vijftig jaren in zijn leven
Maak Ids het testament op van zijn jeugd.
Niet dat hij ons wat geld heeft weg te geven,
voor rijke stinkerd heeft hij nooit gedeugd.
Maar hij heeft nog wel een potje met wat haren
Geschoren van zijn kin, de baard van Magere Hein
Wie ze hebben wil, die mag ze komen halen,
Ids werpt ze van zich af. Ver weg met dat venijn.

Aan zijn broertje dat zo graag wou gaan studeren
Laat hij zelfs niet eens het adres na van ’t bordeel
Waar Ids zijn racefiets stalde om een vrouw te imponeren
en daarna een slaapplaats kreeg, het was niet veel
En dan heeft hij nog een stuk of wat vriendinnen
geen bartype, maar die heel verstandig zijn
en met wie je dus geen donder kunt beginnen,
maar misschien krijgt Ids ze ooit nog wel eens klein.

Voor zijn vrienden zijn de onvervulde wensen
wel wat kinderlijk, maar ach ze zijn zo diep.
Ids behoorde immer tot een groep van mensen
voor wie de kunst toch altijd harder liep.
Aan zijn critici laat hij gaarne het vermogen
om te schamperen met een vileine lach.
Zelf is Ids helaas een keer te veel bedrogen,
Wie de eerste steen wil werpen, ja die mag.

De academie van weleer laat hij de schetsen na
die hij getekend heeft, vrij naar de natuur
De vogels van het veld, de maat, de schaal
Het ijzer van de smid dat opgloeit in het vuur.
En Meinte Walta die hem altijd placht te dreigen:
Ids jij komt nog op het verkeerde pad,
kan tevreden zijn en hoeft niets meer te krijgen.
Ids now or never, nee… hij heeft toch gelijk gehad.

Voor Magere Hein is het potje met de haren
Want dood is nauw verbonden met natuur
Zoals het leven ook weer nieuwe kracht kan baren
De baard groeit ook weer aan, Ids groeit in elk uur
Het leven is een baard die elke dag geboren wordt
De haren aan de kin zijn sporen van de tijd,
die onherroepelijk is en wreed. Te kort
om groot te worden zonder diep berouw en spijt.

En dan heeft Ids nog enkele goede vrienden
maar die hebben al genoeg van hem gehad.
Die gunt hij dus de tocht die ze verdienden,
de fiets met al die beelden op het pad
Verder niets, er zijn alleen nog een paar dingen
die Ids bewaart omdat geen mens er iets aan heeft,
dat zijn de goede jeugdherinneringen,
die neemt hij mee zolang hij verder leeft.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)