Rituelen in de Watergraafsmeer

In 2005, toen ik de eerste viering Allerzielen viering op de Nieuwe Ooster in Amsterdam organiseerde, wist men nauwelijks nog wat Allerzielen was. Er bestond zelfs weerzin omdat het religieus aandeed. Vele fondsen wilden zich er aanvankelijk niet aan verbinden. De Mondriaan Stichting en het VSBfonds voorkwamen een vroegtijdige dood. Nu na 10 jaar is het concept van Allerzielen Alom algemeen erkend en verankerd in de samenleving. Allerzielen Alom is een mooi voorbeeld hoe de kunst het voortouw neemt in maatschappelijke veranderingen.

Aldus schrijft Ida van der Lee op haar website. Allerzielen Alom heeft inmiddels overal in het land navolging gevonden. Ook in Leeuwarden. Ida van der Lee houdt zich bezig met Ritual Art en dat doet ze al heel lang. Al voordat Anna Tilroe dit soort kunst tijdens Sonsbeek 2008 in de schijnwerpers zette, voerde Ida van der Lee projecten uit op dit gebied.

De start van Allerzielen Alom vond plaats op de begraafplaats De Nieuwe Ooster in Amsterdam Watergraafsmeer. Voor mij een beladen plek, want hier werd in 1966 mijn vader begraven en in 2005 mijn zus Lucie gecremeerd. Allerzielen Alom begon op 2 november 2005. Dat was – toevallig of niet – op de dag af een jaar nadat Theo van Gogh werd vermoord, die op de Nieuwe Ooster gecremeerd werd. Theo van Gogh werd overigens vermoord in de Linnaeusstraat pal tegenover het voormalige Burgerziekenhuis, waar mijn vader overleed.

In de afgelopen jaren heeft Ida van der Lee heel wat projecten uitgevoerd, overal in het land. Inmiddels doet ze ook mee aan het community art project De Reis dat Keunstwurk organiseert in de aanloop van Lwd 2018. Kortom, rituelen zijn tegenwoordig alom aanwezig in de kunst. Die tendens is ergens in de jaren negentig ontstaan.

De bredere belangstelling voor het ritueel kan in verband worden gebracht met de opkomst van de civil religion (publieke religie), een begrip dat staat voor de collectieve beleving van een samenhangend geheel van waarden, dat seculier van aard is maar een semi-religieuze gedaante kan aannemen. Deze waarden zijn meestal nauw verbonden met de identiteit van een gemeenschap en kunnen een belangrijke functie vervullen bij de sociale zingeving in de postindustriële samenleving die gekenmerkt wordt door versplintering en individualisme. In zijn boek Rituelen in overvloed (1999) formuleerde Gerard Lukken het als volgt:

Sinds de ritencrisis van de jaren zestig was in onze cultuur sprake van een zeker ritueel niemandsland tussen de kunstmatige therapeutische rituelen en de christelijke rituelen. Men koos vaak voor het christelijk ritueel omdat andere rituelen ontbraken. Maar vooral in de laatste jaren hebben in dit niemandsland ingrijpende veranderingen plaatsgehad: het raakt langzamerhand gevuld met met vele rituelen.

Afgelopen woensdag had ik een ontmoeting met Ida van der Lee. Ze had een afspraak op Keunstwurk die niet doorging. Een paar dagen daarvoor had ze me een mailtje gestuurd. Ze reageerde op mijn blog over de baseballpet die ik op mijn verjaardag had laten liggen in een restaurant aan de Ringdijk in de Watergraafsmeer.

Zij liet me weten dat ze bij toeval mijn boek Modernisme in Lourdes had gevonden in zo’n boekenkastje met ‘meeneem-boeken’ dat aan een gevel was bevestigd, niet ver van de Ringdijk, aan de Wethouder Frankeweg, een zijstraat van de Middenweg. Hoewel zij dit boek nog lang niet had uit, raakte het haar mij enorm, zo schreef zij. Religie hield haar bezig en ze had zich dit jaar voorgenomen om daar wat meer onderzoek naar te doen.

Zo raakten wij anderhalf uur lang in gesprek over religie, rituelen en kunst. Maar ook over onze roomse jeugd en de impact van de secularisering. Het leek of de tijd besloten had om stil te blijven staan, maar buiten ging het al lichtjes schemeren. Ik herinnerde Ida eraan dat wij elkaar ooit eerder hadden ontmoet. Dat was in juli 2002 toen wij samen een inleiding hielden op en symposium over landschap en kunst, dat gehouden werd in Kasteel Groeveveld in Baarn (zie hier), maar dat was in haar geheugen weggezakt.

We spraken ook over de Watergraafsmeer waar Ida momenteel woont samen met haar partner. Het is de buurt waar ik geboren en getogen ben en waar ik ooit Marijke leerde kennen als the girl next door. En terwijl we zo spraken over rituelen rondom de dood leek haar schaduw soms, al was het maar even, voorbij te komen. Marijke woonde destijds in de Pythagorasstaat, waar later ook Theo van Gogh kwam te wonen en vanwaar hij op de fiets van huis ging op die fatale tweede novemberdag, Allerzielen in 2004. Ida woont daar nu in een straat vlak achter, aan de Mr. P.N. Arntzeniusweg.

Twee delen van mijn leven leken even door elkaar heen te schuiven. Friesland en de Watergraafsmeer, en dat met een kop koffie in de kantine van Keunstwurk, waar ik inmiddels al weer tien jaar weg ben.

Vooraf had Ida mij nog gevraagd of ze soms mijn pet mee terug zou nemen die ik in dat restaurant aan de Ringdijk had laten liggen. Het zou een mooi ritueel zijn geweest ter afsluiting. Maar inmiddels heb ik een nieuwe. ‘Laat die pet maar liggen,’ heb ik haar dan ook geantwoord. De Watergraafsmeer en Friesland, voor mij zijn het twee gescheiden werelden. Dat was zo, en dat blijft zo. Om met Leo Vromen te spreken: liever heimwee dan Holland. In nostalgie kun je niet wonen.

***

Morgen, 10 december 16:10 uur is Ida van der Lee te zien in een TV programma van Human met filosofe Stine Jensen.

Reageren is niet mogelijk.