Het integreren van je eigen schaduw

Ik heb ooit iemand gekend die een uitgesproken hekel aan mij leek te hebben. Nu komt dat, helaas, wel vaker voor. Sommige mensen hebben een geïdealiseerd beeld van mij, anderen juist een overtrokken negatief beeld. Waarom dat zo is, weet ik niet precies — misschien hoort het bij een bepaalde manier van in de wereld staan.

Deze persoon — ik zal haar naam niet noemen — begon mij, om redenen die mij tot op de dag van vandaag ontgaan, te haten. Nu kun je zoiets naast je neerleggen, maar het lastige was dat ik haar geregeld moest ontmoeten in situaties die zich niet zomaar lieten vermijden. Ik begon me dus af te vragen waarop deze, in mijn ogen onredelijke, afkeer gebaseerd kon zijn. Wat ik ook bedacht, ik kreeg er geen vat op. Ten einde raad besloot ik het bespreekbaar te maken.

Het gesprek liep uit op een teleurstelling. De betreffende persoon reageerde verontwaardigd — ze vond het absurd dat ik haar van zulke gevoelens verdacht. Ze had daar, zei ze, helemaal geen weet van, sterker nog: ze voelde juist sympathie. Ze begreep niet hoe ik op zo’n idee kwam.

Wat moet je dan? Ik probeerde haar reactie te begrijpen, probeerde voorbeelden te geven, maar dat maakte het alleen maar erger. Ze voelde zich aangevallen, verliet het gesprek met een klap van de deur, en vanaf dat moment waren de verhoudingen voorgoed verstoord. Ze begon zich bij anderen over mij te beklagen: ik zou haar onterecht van slechte bedoelingen beschuldigen, ik zou achterdochtig zijn. Uiteindelijk kreeg ik precies het etiket dat ik dacht te ontwijken.

In de nasleep heb ik me vaak afgevraagd of mijn waarneming wel klopte. Had ik me vergist? Was het allemaal mijn eigen projectie geweest? Maar zelfs na zorgvuldige introspectie bleven de feiten dezelfde. Alleen: de feiten deden er niet toe. Het ging om beleving, om interpretatie. Wat voor mij als afwijzing voelde, werd door haar kennelijk heel anders ervaren.

Misschien, dacht ik later, speelde er iets op een onbewust niveau. Melanie Klein, de pionier van de Britse psychoanalyse, beschreef ooit het fenomeen van projectieve identificatie: het mechanisme waarbij iemand onaanvaardbare gevoelens op een ander projecteert, maar die projectie vervolgens als reëel ervaart — alsof de ander die gevoelens werkelijk belichaamt. Wat in de psyche wordt afgesplitst, wordt buiten het eigen bewustzijn tot leven gewekt.

Wilfred Bion, een leerling van Klein, ging nog verder. Hij zag projectieve identificatie niet alleen als een afweermechanisme, maar ook als een manier waarop emoties worden gecommuniceerd wanneer woorden tekortschieten. Het onbewuste zoekt een lichaam om zijn waarheid in te laten wonen. Dat inzicht trof me, omdat het verklaarde waarom sommige relaties aanvoelen als bezetenheden: men raakt verstrikt in elkaars onbewuste verhalen.

Terugkijkend begrijp ik dat het bespreekbaar maken van zo’n situatie zelden helpt. Het onbewuste verdraagt geen directe confrontatie. Door het uit te spreken, roep je juist het tegendeel op — een soort selffulfilling prophecy. Het kwaad dat je probeert te ontmaskeren, versterkt zich door de blik waarmee je het benoemt.

Sommige conflicten zijn niet rationeel oplosbaar. Ze hebben een diepte die zich onttrekt aan redelijkheid en mediation. Mediation, zo heb ik geleerd, veronderstelt een gelijk speelveld, maar wie ooit in een echte overdrachtsrelatie heeft vastgezeten, weet dat neutraliteit een illusie is.

Er zijn conflicten die je niet kunt ‘oplossen’, alleen maar doorleven. Ze vragen niet om rechtvaardiging, maar om inzicht — of wat Jung ooit zei; ‘ Je moet je eigen schaduw integreren’ 

De schaduw is het deel van de psyche waarin alles terechtkomt wat niet past bij het zelfbeeld dat we van onszelf willen handhaven. Dat kunnen agressieve, jaloerse, egoïstische of seksuele impulsen zijn, maar ook kwaliteiten die we niet durven erkennen, zoals kracht, intuïtie of gevoeligheid.

Wanneer deze schaduw niet wordt herkend of geïntegreerd, dan projecteren we haar vaak op anderen: we zien in de ander precies datgene wat we in onszelf ontkennen. Daarom voelen we soms een sterke afkeer of haat, niet omdat de ander zo is, maar omdat hij of zij iets in onszelf weerspiegelt wat we niet kunnen verdragen.