Ik weet niet wanneer ze er mee begonnen zijn, maar ook bij het Fries Museum schenken ze prosecco. In haast elk museum in Nederland krijg je dit tintelend frisse Italiaanse vocht tegenwoordig voorgeschoteld. Meestal is de kwaliteit niet al te best. Bij de Aldi kun je al voor 2 Euro een blauwe fles prosecco kopen en ik verdenk er menig cateringbedrijf van, dat ze een contract hebben gesloten met deze Duitse grootgrutter. Maar bij het Fries Museum is de prosecco best te drinken. De hele toog stond gisteren vol met ranke glazen die gretig aftrek vonden. Bovendien zijn de drankjes tegenwoordig gratis bij een opening. Dat is de nieuwe wind van Saskia Bak. Haar voorganger Cees van ’t Veen liet altijd consumptiebonnetjes bij de ingang uitdelen. Dat had iets gereformeerds vond ik, temeer omdat Cees altijd angstvallig in de gaten hield wanneer de bar moest gaan sluiten. Saskia laat Gods prosecco gewoon over de Friese akkers lopen, en dat kun je merken. Er komen ook meteen weer kunstenaars op een opening af.
Ik stond met Anne Feddema aan een tafeltje. Anne liet me iedere keer twee glazen halen die hij dan voor zijn eigen neus neerzette, waarna ik andermaal moest gaan bijtanken. Op één been kun immers je niet lopen, vond Anne. Hij was overigens in een best humeur. Het had er alle schijn van dat de Gysbert Japicxprijs nog niet echt bij hem is ingedaald. Anne zweeft een beetje, maar dat kon natuurlijk ook door de prosecco komen. Op een gegeven moment vroeg hij me zelfs ten dans, of beter gezegd, hij sleurde me mee en zo tolden we een tijdje innig omhelsd tussen de tafeltjes door als twee olifanten tussen het Friese porselein. Ook ik raakte in een uitstekende stemming en ik kreeg zelfs de neiging om mij lichtelijk te gaan misdragen. Gelukkig kon ik mij tijdig intomen en bleef mijn rol beperkt tot fourageur van de prosecco.
Iedereen om me heen leek opgetogen. Zelfs Rudy Hodel kwam Anne even feliciteren en dat is toch een godswonder, als je beseft wat voor bagger hij allemaal over de kop van Anne heeft uitgestort in die zure stukjes in de Moanne. Ik vroeg Anne of hij zijn speech voor Bolsward al klaar heeft, maar dat was niet het geval. Het zou mij niet verbazen als hij straks, staande voor al die Friese notabelen, opeens een Hitler-snorretje uit zijn achterzak haalt en de brallende stem van Führer afwisselt wet het schelle gekwaak van Donald Duck. Het zou een verrijking zijn van de Friese taal, die door Gerard Reve al eens als ‘een keelziekte’ is omschreven. Er was natuurlijk ook kunst te zien, gisteren in het museum, maar daar kan ik me niet zo veel meer van herinneren. Ook de openingsspeech van Thomas von der Dunk ging grotendeels aan mij voorbij. Ik begin een beetje doof te worden de laatste tijd, en met die eigenaardige dictie is deze eigenzinnige spreker voor mij helaas onverstaanbaar grappig.
Maar mijn dag kon gisteren niet meer stuk. Ik heb een paar knopen doorgehakt voor de komende tijd. Zo heb ik mijn manuscript over Gerard Reve teruggetrokken bij de Friese Pers Boekerij en daar voel ik mij zeer opgelucht over. Abe de Vries is een beste brave man, maar deze tycoon van het Fyske boek komt zijn afspraken slecht na. Misschien zit hij teveel met zijn kop in de afvaloven in Harlingen of luistert hij alleen nog naar de preken van zijn nieuwe vriendin. Kan wel zijn, maar daar heb ik geen boodschap aan, natuurlijk. Trouwens wat moet ik bij die Friese Pers Boekerij? Het is daar meer een legbatterij van boeken aan het worden, dan een echte uitgeverij.
Mijn manuscript ligt dus gewoon weer bij mij thuis op de plank, als een kind dat al de deur uit was en nu weer even bij moeder komt logeren. Waarom zou ik me ook haasten? Ik ben toch al beroemd, want ik sta in het afscheidsboek van Rimmer. Asing Walthaus zou mij nog de officiële foto toesturen, maar die heb ik nog niet in mijn mailbox gezien. Misschien vond Asing het toch wat sneu, dat ik de primeur van die bordkartonnen pensionado voor zijn neus heb weggekaapt. Dan moet je het paard van Troje ook maar niet naar binnen halen. Daar zijn ze bij de Friese Pers überhaupt niet zo sterk in trouwens. Nee. Ik ga gewoon weer mijn eigen gang. Dat heb ik altijd zo gedaan.