Heilige grond
Gisteren ben ik om het Bergumermeer heen gefietst. Daar had ik al tijden zin in, maar het kwam er nooit van. Vooral de ‘achterkant’ van dit meer intrigeert mij. Je kunt er ook moeilijk komen. Als je voorbij Noardburgum een kleine afslag neemt kom je door een bos en uiteindelijk op een verhard zandpad terecht. Hier zie je niemand meer, zoals zo vaak. De mooiste plekjes van Friesland zijn doorgaans totaal verlaten. Ik wantrouw ook altijd mensen die roepen dat het Friese landschap naar de kloten gaat. Volgens mij rijden die altijd in een auto en nooit op een fiets. Welnu, hier aan de achterkant van het Bergumermeer, kun je met de auto niet komen. Het meer duikt ineens op aan je rechterhand. Ik had het geluk dat op dat moment de zon doorbrak in een halfbewolkte lucht. Zo zag ik een gigantische stralenbundel van licht zich over het hele oppervlak van het meer verspreiden. Het was het mooiste landschap dat ik in jaren heb gezien. Helaas had ik mijn fototoestel niet bij me.
Het meest opvallende aan het Bergumermeer is natuurlijk de elektriciteitscentrale. Daar kun je letterlijk en figuurlijk niet om heen. Je ziet hem overal weer opduiken aan de horizon, als een moloch die zelfs door grote boompartijen niet aan het oog wordt ontrokken. Dat ‘schaamgroen’ rond de centrale wordt overigens steeds hoger, maar het machtige bouwwerk steekt er nog altijd bovenuit. Het is al weer 35 jaar geleden dat de centrale werd gebouwd. Ik heb me laten vertellen dat hij zijn langste tijd inmiddels heeft gehad. Hij is niet eens meer 24 uur per dag in gebruik en de steeds strengere eisen aan de CO2-uitstoot zullen ertoe leiden dat de centrale vroeg of laat dicht moet.
Ik zou het jammer vinden als hij dan wordt afgebroken. Dit functionele modernistische bouwwerk met zijn twee korte schoorstenen is inmiddels geheel vergroeid met het omringende landschap. Het is een prachtig bewijs dat ook grote industriële objecten zich heel goed kunnen voegen in een natuurlijke omgeving. Ruimtelijke kwaliteit wordt lang niet altijd bepaald door een schone horizon. Ik zeg niet dat alles op dit gebied zo maar kan, maar de fundamentalistische bestrijders van de horizonvervuiling vergeten wel eens dat een landschap altijd een dynamisch gegeven is in de tijd, waar ook grootschalige menselijke artefacten deel van uit kunnen maken.
Op het caféterras bij de draaibrug in Skûlenboarch heb ik nog even een biertje gedronken en een portie bitterballen verorberd. Ik heb deze omgeving een paar jaar geleden goed leren kennen tijdens de voorbereidingen van het kunstproject Vaarweg Lemmer-Delfzijl. Kees ’t Hart zou hier samen met Karel Martens een lichtkrant aan de oever realiseren met een ‘tentoonstelling van woorden’. Door technische problemen kon dit helaas niet doorgaan en ontwierpen zij uiteindelijk een door de wind ‘bewegend woord’ op drie boeien in het Bergumermeer.
Gisteravond toonde Omrop Fryslân de documentaire over de 12 gerealiseerde kunstwerken langs de vaarweg. Het was een mooi gezicht om ze allemaal nog eens terug te zien. Door mijn deelname aan interprovinciale werkgroep destijds heb ik een heel ander beeld gekregen van het noordelijke landschap dat door deze vaarweg wordt doorsneden. Ik ken er inmiddels ieder plekje van. Vanuit deze route langs het water ga je heel ander naar het landschap kijken. Het functionele van zo’n vaarweg met al die bruggen en sluizen en die eindeloze aaneenschakeling van meren en kanalen heeft iets moois. Landschap, zeker in Nederland, is altijd een product van mensen, vaak met passer en liniaal gemaakt, maar daarom niet minder intrigerend.
Jaap van der Meij. Heilige grond
Bij de centrale zelf kun je ook komen, maar hier is het doorgaans helemaal stil. Zo weten maar weinig mensen dat er een merkwaardig kunstwerk is te zien. Het staat wat verscholen, vlak bij de ingang. Tussen drie gigantische kolommen, die zijn uitgevoerd in beton, bevindt zich een ronde steen. ‘Heilige grond’ heet dit beeld. Jaap van der Meij maakte het in 1976 in opdracht van de gezamenlijke aannemers en bedrijven die hadden meegewerkt aan de bouw van de nieuwe centrale. De kunstenaar zag het als een eerbetoon aan het ontzag dat primitieve volken nog voor de natuur konden opbrengen. Het lijkt ook of alle kracht, die in de aarde aanwezig is, in dit ene beeld is samengebald. Een kracht die zelfs opweegt tegen elektriciteit.
Aan de binnenzijde zijn reliëfs te zien van planten, mensen en dieren, waarop primaire kleuren zijn aangebracht. Het geheel ademt de sfeer van Cobra, maar dan wel dertig jaar na dato. Deze ‘Heilige grond’ van Jaap van der Meij oogt wat je noemt als een tijdloos beeld. Het zou begin eind jaren veertig gemaakt kunnen zijn, maar ook duizenden jaren geleden. Opeens realiseerde ik mij, dat ik in meerdere opzichten precies op een middelpunt stond. Ik bevond mij in het midden van een beeld, waarin de tijd niet alleen lijkt stil te staan, maar ook de zon – in zijn onwrikbare baan van de tijd – zijn schaduwen werpt bij de wisseling van de seizoenen.