De mantel der mystiek

In zijn boek Varieties of religious experience (1902) heeft William James erop gewezen dat vele religieus begaafden vaak een excentriek leven leidden. Zij waren allesbehalve geestelijk normaal. Zo schreef hij: ‘In sterkere mate dan andere genieën zijn religieuze leiders bezocht door abnormale psychische verschijnselen. Zonder uitzondering waren zij lieden met een verhoogde emotionele gevoeligheid. Dikwijls was hun innerlijk leven onharmonisch en kenden zij tijden van melancholie. Zij kenden geen maat en hadden te lijden onder obsessies en idées fixes; niet zelden raakten zij in trance, hoorden stemmen, hadden visioenen, kortom, toonden allerlei verschijnselen die wij gewoonlijk pathologisch noemen.’ Kortom, wartaal is zo gek nog niet.

Kortom, wartaal is zo gek nog niet..

Mocht dit zo zijn, dan heeft dit ook een keerzijde. De waan voert in elke psychose uiteindelijk naar een staat van totale ontreddering: een afgrondelijke verlatenheid waarin niets meer houvast biedt. In het genezingsproces is het van belang om dit solitaire eindstadium te leren herkennen en, hoe pijnlijk ook, te aanvaarden. Pas dan kan het herstel werkelijk beginnen.

Maar soms brengt een psychotische ervaring iemand tot een radicaal andere levenshouding, bijvoorbeeld tot een bekering of een hernieuwde oriëntatie op het christelijk geloof. Onlangs raakte ik in gesprek met iemand die zo’n weg heeft afgelegd. In dat gesprek merkte ik hoe verschillend je naar de bronnen van zo’n ervaring kunt kijken. Volgens mij bestaat er een wezenlijk onderscheid tussen een ‘oceanische’ ervaring die je tijdens een psychose kunt hebben — een grensoverschrijdend gevoel van eenheid dat ontstaat vanuit psychische ontregeling — en een authentieke mystieke ervaring, die juist wortelt in innerlijke concentratie, helderheid, oefening en overgave

Tijdens mijn eigen psychose meende ik allerlei bovennatuurlijke signalen te ontvangen: tekens en boodschappen die zich overal om mij heen leken te manifesteren. Destijds beleefde ik ze als betekenisvol en verheven; nu zie ik ze als symptomen van een geestelijke ontsporing, als uitdrukking van een brein dat de wereld niet langer kon ordenen. Maar over die interpretatie kun je blijkbaar van mening verschillen. Voor sommigen vormt de psychotische ervaring een openbrekend momentum, een roeping zelfs; voor anderen — en daar reken ik mij inmiddels toe — is zij eerder een waarschuwing dan een openbaring.

Er is een hardnekkige verleiding die ik wel meer zie opduiken bij mensen die een psychose hebben doorgemaakt, en ik herken die verleiding soms ook in mijzelf: de drang om datgene wat je hebt meegemaakt — die numineuze nabijheid van een andere werkelijkheid — te blijven zien als iets mystieks, als een teken van een bovennatuurlijke orde die zich speciaal aan jou heeft geopenbaard. Een psychose wordt dan niet beleefd als ziekte of stoornis; het voelt als een onloochenbare waarheid, als een onthulling. Zelfs wanneer de psychotische waan allang is verdreven  en het dagelijks leven weer zijn weg heeft gevonden, blijft er vaak een residu hangen: het gevoel dat je ooit iets groots hebt aangeraakt, iets dat niet meer in te passen is in de alledaagse werkelijkheid.

Psychotische ervaringen zijn vaak overdonderend, indringend scherp en ogenschijnlijk betekenisvol. Zodra je die ervaring gaat interpreteren als mystiek, sluipt er langzaam iets in je geest dat zichzelf gaat bevestigen: de mogelijkheid tot kritisch denken verzwakt, en je eigen gevoeligheid wordt tot bewijs gemaakt van een hogere waarheid. Het is subtiel. Je denkt niet meteen: “Ik ben aangeraakt dor iets goddelijks”.  Het begint veel onschuldiger: “Er móét toch íets van waarheid in gezeten hebben?” Maar voor je het weet ben je niet alleen op zoek naar een transcendente betekenis, je begint die betekenis ongemerkt zelf ook te fabriceren.

Wat me opvalt, is dat deze neiging niet zozeer voortkomt uit een spirituele behoefte, maar uit een verlangen naar een herstel van geestelijke waardigheid. Een psychose keert je volledig  binnenstebuiten. Je verliest je controle. En als je er weer uitkomt, zit er zoiets als een wond in je ziel. Je zou willen dat het ergens goed voor is geweest. Dat het niet zomaar chaos en ontreddering was. Dat jouw psychische lijden iets betekende. De mystiek biedt dan een kant-en-klare dekmantel om de verontrustende psychische ervaringen mee te bedekken. Je kunt jezelf dan opnieuw zien als iemand die “iets groots” heeft meegemaakt, niet als iemand die enige tijd geestelijk ontspoord is geweest .

Het is die ‘mantel der mystiek’ die me wat argwanend maakt over dit soort interpretaties van de psychotische ervaring. Want ‘echte’ mystiek — hoe voorzichtig ik dat woord ‘echt’ ook probeer te gebruiken — heeft altijd een soort nuchterheid in zich. Een soort leegte ook, een ontregeling die niet vraagt om erkenning, maar deemoedig zoekt naar een nieuwe levenshouding die gericht op de ander, op zelfopoffering en dienstbaarheid. De psychose is het tegenovergestelde: ze vraagt alles van je… en vooral betekenis, interpretatie. Ze eist dat je haar volgt, dat je haar duidt. Ze is dwingend en niet voor kritiek vatbaar. En zodra je een psychotische ervaring ‘mystiek’ gaat noemen, geef je haar precies wat ze wil: een autoriteit die in feite gebaseerd is op een proces van psychische ontregeling.

Ik denk dat de meest helende houding is om precies het tegenovergestelde te doen: de ervaring terugbrengen naar het puur menselijke. Niet wegredeneren in het bovennatuurlijke— want een psychose is in wezen, aards, intens en ingrijpend — maar ook niet bovenmenselijk maken. Erkennen dat de geest tot wonderlijke dingen in staat is, tot extatische ervaringen en panische angstbeelden, tot symbolische explosies die iedere dagelijkse logica te boven gaan. Maar dat dit alles plaatsvindt binnen de grenzen van een kwetsbaar brein.

Wat mij als bevrijdend voorkomt, is de gedachte dat betekenis niet gegeven wordt door een hogere macht, maar door hoe we nadien met de extreme ervaring omgaan. De psychose is per definitie niet een vorm van mystiek, maar een manier waarop we door een diepe geestelijke crisis heen komen 

Zo kan een psychose uiteindelijk ook een levensles bevatten, namelijk hoe we ons opnieuw tot de werkelijkheid kunnen verhouden. In die zin zou uit een psychose uiteindelijk ook iets kunnen ontstaan dat in de verte wél wat lijkt op wat mystici bedoelen: een mildere blik op het leven en een dieper besef van kwetsbaarheid. Een psychose kan ook wel degelijk een verrijkende ervaring zijn. Maar die verrijking ontstaat dan achteraf in de soms jarenlange verwerking van de geestelijke crisis, en niet tijdens de crisis, in het vermeende bovennatuurlijke karakter van de extreme ervaring  zelf.