Fryske Fiersichten en Florida

Met de dikke geldbuidel van Nuon al in gedachten droomt het Provinciaal bestuur over de toekomst van Fryslân. Geld zat maar geen ideeën. Daarom moeten we met zijn allen gaan discussiëren over Fryske Fiersichten. Op 12 oktober a.s. wordt de eerste van een reeks openbare discussies gehouden in de Martinikerk in Sneek. Burgemeester Arno Brok probeert op de site van Fryske Fiersichten alvast een afrap te doen met een paar ferme uitspraken in een video-interview. Zie:

http://www.fryskefiersichten.nl/index.php?
thema=11&item=media_item&id=29&format=wmp_sb

Alle stokpaardjes passeren de revue. Niet naar het verleden kijken. Taal is de motor van de Friese cultuur. Het Fries in Europees perspectief plaatsen en drietalig onderwijs op alle basisscholen in Fryslân. Je kunt dit met recht een valse start van het debat noemen. Brok zet de klok terug in plaats van vooruit. Wil Fryslân zich ontwikkelen in Europees perspectief dan zal aandacht voor creativiteit het speerpunt moeten zijn, en niet een fixatie op de eigen taal. Een klimaat van tolerantie is een basisvoorwaarde voor het aantrekken van creatief talent. Het huidige taalbeleid staat daar haaks op. De ideeën van Brok zijn in dat perspectief zelfs rampzalig te noemen.

Het woord creativiteit valt nog opvallend weinig in de beschouwingen die tot nog toe aan de toekomst van Fryslân worden gewijd. Brok lijkt het woord niet eens te kennen. En dat terwijl creativiteit tegenwoordig zelfs door economen als de motor van de economie wordt beschouwd. Sinds het verschijnen aan het boek ‘The rise of the creative class’ (2002) van de Amerikaan Richard Florida (zie foto) is creativiteit een sleutelwoord geworden in het toekomstgericht denken over steden en regio’s. Wat is de kern van dit nieuwe denken?

Florida gaat er van uit dat er in het laatste kwart van de vorige een paradigmawisseling heeft plaatsgevonden. De economie heeft zich van de massaproductie verschoven naar diensten en uiteindelijk naar creativiteit. Het gaat er niet meer om wat je produceert, maar hoe het in de markt zet. Hoe bedenk je concepten die aansluiten bij een bepaalde beleving, ‘brand’ of levenstijl. Technologie wordt daarbij opgevat als een deelverzameling van een veel breder register van creatieve activiteiten, waarbij het voortdurend draait om innovatie. Nieuwe iideeën dus.

Mensen die werkzaam zijn in deze creatieve sector – die je heel breed of tamelijk smal kunt definiëren – worden ‘de creatieve klasse’ genoemd. Die nieuwe creatieve klasse is bepalend geworden voor de economie van stad en regio. Primair gaat het dus om het aantrekken van creatief talent. Het is niet meer zo dat bedrijven werkgelegenheid aantrekken. Bedrijven vestigen zich tegenwoordig op plaatsen waar het creatieve talent zich thuis voelt. Creativiteit en economie werden zo opeens verbonden aan een plaats op de kaart. Plaatsen die vruchtbaar zijn voor talent.

Florida kwam op zijn opmerkelijke idee toen hij constateerde dat het internetbedrijf Lycos in 1998 wegtrok uit zijn woonplaats Pittsburgh en naar Boston vertrok. Daar zaten meer intelligente, getalenteerde en creatieve mensen. Kennelijk had Boston een goede biotoop voor creatief talent weten te creëren. Hoe doe je dat? Florida heeft daar een heel instrumentarium voor ontwikkeld. Zo bedacht hij meet-instrumenten, waarmee je de creatieve potenties van een stad of regio in kaart kunt brengen. De drie T’s bijvoorbeeld: Technologie, Talent en Tolerantie zijn van vitaal belang. Maar ook een reeks van indexen, zoals bijvoorbeeld ‘De Bohémien- index’, waarmee je het klimaat voor alternatieve leefstijlen kunt meten, ‘De Gay- index’: de mate van tolerantie voor homofielen, en de ‘Melting pot-index’, de tolerantie voor andere culturen,

Wat betekenen dit soort gedachten voor de toekomst van Fryslân? Op het eerste gezicht niet zo veel. De creatieve industrie ontwikkelt zich met name in de stedelijke regio’s. In Nederland bijvoorbeeld vooral in de noordvleugel van de randstad, in de vier grote steden, verder rond Eindhoven, in Twente en in de regio Arnhem-Nijmegen. Maar voor de voorheen agrarische en excentrische regio’s zijn de ideeën van Florida zeker van belang. Ook in dit soort gebieden kan zich heel goed innovatieve industrie ontwikkelen, bedrijven bijvoorbeeld waar op basis van oude ambachten vernieuwende concepten worden bedacht. Zo wordt Koninklijke Tichelaar in vrijwel alle beschouwingen over creatieve industrie als prototype genoemd.
.
Fryslân moet kijken naar zijn sterke en zwakke punten als het gaat om de mogelijkheden van creatieve industrie. Sterk is de aanwezigheid van veel authentieke cultuur, niet alleen in de sfeer van het cultureel erfgoed, maar ook als menselijk potentieel. Groningen en Friesland hebben volgens de creatieve kaart van Nederland een relatief hoog percentage van kunstenaars en ontwerpers. Positief zijn ook de mogelijkheden die Friesland kan bieden voor design en innovatie op het terrein van de nieuwe media. Een zwak punt daarentegen is te vinden bij de derde T van Florida. Fryslân staat niet bekend als een tolerante regio. Het taalbeleid van Fryslân is protectionistisch en schrikt creatief talent eerder af, dan dat het aantrekken daarvan wordt bevorderd.

Kortom: Het betoog van Brok is kortzichtig en biedt allesbehalve een Fries vergezicht. De Friese taal is zeker van belang, maar moet primair worden ingezet om op creatieve wijze mooie dingen te maken. Friestalige producties op het terrein van toneel, film, opera, literatuur, musical, muziek, multimedia en computergames. Daar komen de mensen op af en dat is goed voor de toekomst van Fryslân.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)