Onder professoren

unnamweed

Tja, daar sta je dan. Achter het katheder in de aula van de Universitet van Utrecht. Gisteren vond daar het afscheid plaats van Professor dr. Egbert Tellegen. Op historische grond, want in deze prachtige zaal werd in januari 1579 het document van de Unie van Utrecht getekend, onze eerste Grondwet. Zo’n 400 mensen waren gistermiddag aanwezig en onder hen veel hoogleraren of emeritus-hoogleraren. Ik was wat je noemt ‘onder professoren’. Er waren zelfs twee ex-ministers: Jacqueline Cramer en Winnie Sorgdrager. En zelfs….ja..ja…. een voormalig minister-president. Dries van Agt. Hij zat op de tweede rij. Ikzelf zat op het podium samen met de andere sprekers. Zoiets maak je niet elke dag mee. Toch goed dat ik ooit gek ben geweest.

Tijdens het symposium spraken drie deskundigen over hun eigen werk en eigen inzichten voor zover die aansloten bij een van de belangstellingssferen van Egbert Tellegen: drugs, psychosen en milieu. De bijeenkomst stond onder voorzitterschap van Prof. dr. Herman Philipse. De eerste spreker was Prof. dr. Dirk Korf over het onderwerp ‘De jacht naar nieuwe drugs’. Freek Polak gaf commentaar op deze lezing. Prof. dr. Jacqueline Cramer sprak over het onderwerp ‘De groene golven in het Nederlandse milieubeleid’, waarna Marjan Minnesma commentaar gaf. De derde spreker (in feite de tweede) was Dr. Wouter Kusters. Zijn lezing was getiteld: ‘Waar is het leven nog meer? Psychose als ontsnapping aan de klok’. Op deze laatste lezing mocht ikzelf commentaar geven.

Het was een lastige opgave omdat ik mijn verhaal moest improviseren. Ik sloot af met iets wat ik wèl had voorbereid. Ik droeg een gedicht voor:  ‘Verzet begint niet met grote woorden‘ van Remco Campert. Ik had voor dit gedicht gekozen, omdat ik het heel goed vind passen bij alles wat Egbert Telllegen over psychoses heeft geschreven. Maar het gedicht verwoordt in zijn slotregels ook precies wat Tellegens boek Waar was de dood nog meer… voor mij persoonlijk heeft betekend.

Na afloop van mijn verhaal gebeurde er iets bijzonders. De dagvoorzitter Herman Philipse was tot tranen toe geroerd. Wat ik verteld had over de symboliek van de naderende dood in de laatste fase voor de opname van Tellegen in september 1960, een gebeuren dat zich afspeelde rond de Domtoren, riep bij hem de herinnering boven aan wat een van zijn studenten in een psychose was overkomen. Nadat hij hem voor het laatst nog even gesproken had, was hij van de Domtoren gesprongen. Het was een dramatisch accent in de middag, waar Tellegen zelf in zijn slotwoord heel mooi op terugkwam. Hij vertelde over een suïcide van een van zijn naasten die plaatsvond terwijl hij schreef aan het boek Tegen de tijdgeest, terugzien op een psychose.

unname7d

Egbert Tellegen sprak na de pauze. In een indrukwekkend betoog legde hij uit wat volgens hem het verband was tussen de drie thema’s van de dag. Hij vertelde wat familieleden van hem in de oorlog hadden ervaren en ging uitvoerig in op wat hij noemde ‘het belang van het zorgvuldig handelen’.

unnam2ed

Na afloop was er receptie in de professorenzaal.

unn1amed

In het midden: Jacqueline Cramer spreekt met Winnie Sorgdrager.

unnamed

En wie troffen we daar? Nee….niet Wiersma, maar wel de man van wie ik even heb gedacht dat hij Wiersma was. Zie mijn blogs Wiersma kan niet slapen en Ik denk dus ik ben Wiersma in Franeker. Hij is geboren en getogen in Leeuwarden. We hebben het over niemand minder dan Professor dr. Cees Andriesse. Hij is lid van het Obe Postma Selskip. Tegen zijn vrouw zegt hij wel eens: ‘Ik ga nu naar het Obe Postma Zeilschip.’ We hebben met elkaar even gesproken over de structuur van de hersenen en de wetten van de kosmos, een onderwerp waarover ik graag met hem nog wat langer had doorgepraat.

Maar de tijd was om. Hora est…… Het was mooie middag geweest. ‘It koe minder...’ zei ik bij het weggaan tegen Egbert.