Gerrit Terpstra en de tijd

 

Sinds 1986 tekent Gerrit Terpstra boeken als een voortdurende neerslag van de tijd. Het zijn teksten en tekeningen, gedachten en invallen, die de tijd in het hoofd van de kunstenaar heeft achtergelaten en zo op papier zijn vastgelegd. Tijd is het centrale thema in zijn werk. Sterker hij laat de tijd het werk doen. Soms is het bijna niets waarmee dit proces op gang wordt gebracht, dan weer laat hij anderen het werk doen, muizen bijvoorbeeld. Op een dag zijn de muizen zijn atelier binnengeslopen om aan zijn kunst te gaan knagen, zoals ook de tijd dat  kan doen. Letterlijk zelfs. Een op schaal gemaakte reconstructie van de Waterpoort in Sneek stond al enige tijd doelloos in het atelier. Gerrit Terpstra, die ooit als bakker is begonnen, had deze waterpoort gemaakt – of beter gezegd: gebakken uit brood. Voor de muizen dus die hier wel raad mee wisten.

Een paar jaar later maakte hij een installatie voor de Martenatuin in Franeker in het kader van de manifestatie Zandlopers voor de eeuwigheid, een ode aan de traagheid van de tijd. Het was een labyrint van buizen en gangen, dat speciaal vervaardigd was als tijdelijk habitat voor vier muizen, die zich hierin gedurende de tijd van de tentoonstelling konden vermenigvuldigen. Na afloop van deze tentoonstelling heeft hij deze installatie opnieuw opgebouwd in zijn leegstaande, voormalige atelier achter zijn woonhuis. De muizen namen bezit van deze ruimte die zo geheel werd overgegeven aan de tijd. De kunstenaar bouwde een schip van bakstenen midden in de ruimte, als een versteende metafoor van tijd en vergankelijkheid. Daarna begon de tijd zijn werk te doen. Door de kieren van de muren groeide klimop naar binnen toe. Spinnenwebben en stofnesten vormden in donkere uithoeken van de ruimte.

De muizen werden dagelijks van brood en graan voorzien en plantten zich verder voort tot een levendige populatie die in middels zo’n kleine tweehonderd nazaten kent van de aartsvaders uit de Martenatuin. Ze knagen aan oude boeken die in de corridors van kippengaas zijn achtergelaten. Soms versperren de muizen een weg, die de kunstenaar als een nieuwe sluiproute had aangebracht. Dan weer houden ze zich overdag schuil om alleen ’s nachts tevoorschijn te komen. Ze hebben wat je noemt alle tijd en leven zonder natuurlijke vijanden, of het moet een rare ziekte zijn die af en toe de kop steekt en opeens tientallen slachtoffers eist. Ook komt het voor dat ze plotseling elkaar gaan opeten, totdat de kennelijk al te snel groeiende populatie weer wat is uitgedund.

Zo hebben ze hun eigen ecologische wetten gecreëerd in een systeem, waarin de tijd vrij spel heeft. Aan de muur hangen foto’s die langzaam verkleuren om uiteindelijk op de grond te vallen. Het zijn de herinneringen van de kunstenaar die letterlijk verbleken in de tijd. Als het beeld op de foto verdwenen is, blijft de herinnering alleen nog voortbestaan in het geheugen van de kunstenaar, waar hij zijn eigen weg kan gaan en ongemerkt nieuwe gedaantes kan nemen. De tijd kruipt voort en is onherroepelijk. Uren, dagen, weken, maanden vliegen als een schaduw heen. Maar wat is tijd? Op die vraag geven ook de muizen geen antwoord.