Hitler, porno en de dood

 

De fotograaf Helmut Newton (1920-2004) maakte geen porno, maar het beeldrijm tussen de twee bovenstaande voorstellingen is wel frappant. Newton had veel op met nazi-esthetiek. De nazi-esthetiek is ook terug te vinden bij een hedendaags kunstenaars als Vanessa Beecroft in haar kritiek op de manipulatie van het vrouwbeeld in media en de reclame. Zo’n tien jaar geleden gaf aan de Acemie Minerva in Groningen waar een gastcollege over nazi-esthetiek, seks en terreur. Mijn betoog valt niet in een paar zinnen samen te vatten. Uitgangspunt was het artikel van Susan Sontag, Fascinating fascism (1975), waarin zij een relatie legt tussen de esthetiek van de nazi’s en het hedendaagse pornografisch beeld van het lichaam.

Ik heb toen ook verbanden gelegd met de filosoof Giorgio Agamben die het concentratiekamp tot een paradigma van de moderne tijd heeft bestempeld. Er legt een overduidelijk verband tussen (nazi) terreur en seks. Ook hedendaagse terroristen hebben vaak een gestoorde seksualiteit. Mohammed Atta was daar een schoolvoorbeeld van, maar er zijn meer die vanuit getroebleerde seksfantasieën de stap zetten naar de terreur. Robin Morgan heeft in haar boek The Demon lover, the roots of terrorism (1986, 2002) een intrinsiek verband gelegd tussen terrorisme en seksualiteit. Terreur ziet zij vooral als een zaak van mannen. Als een mannelijke hang naar ‘het demonische’. Letterlijk schrijft zij:

‘The terrorist is the logical incarnation of patriarchal politics in a technological world.’

The demon lover, waar zij het over heeft, is een fenomeen dat al bekend is in de Bijbel. Het is de typisch mannelijke moordlust, ‘the thrill of fear, the orgastic thrill in violant domination’. In die zin was Hitler de ultieme terrorist. Zijn enige onderdaan die hij niet onder controle had –zo wordt weleens beweerd – hing tussen zijn benen. De ultieme terreurdaad van de Endlösung was bij hem uiteindelijk superieur aan seks. Presser beschrijft hoe nazi-kopstukken als verzetje tussendoor wel eens naar de gaskamers gingen om achter het ruitje naakte vrouwen in het Zyklon B te zien stikken. Hitler liet filmopnamen maken van de terechtstellingen van zijn tegenstanders, louter voor privégebruik. Seks, geweld en porno hadden een macaber verband, niet alleen in het gestoorde bren van Hitler, maar ook in de nazi-cultuur in het algemeen.

Ik denk dat het aseksuele, geïdealiseerde lichaamsbeeld van de nazi’s alles te maken heeft met een hang baar anonieme seksuele dominantie die in de persoonlijkheid van Hitler verankerd lag. Een getroebleerd seksleven lag aan de basis van de nazi-cultuur, maar is het vandaag de dag zoveel anders?  Susan Sontag schrijft belangwekkende dingen over het voortleven van het geseksualiseerde nazi-theater met al zijn kostuums en decorstukken in de hedendaags SM- industrie. Ik denk dat dit onderwerp meer te zeggen valt dan de ruimte die dit blog kan bieden. Nazi-p0rno is beeldcultuur en in die zin object van onderzoek van de zogeheten ‘visual studies’, de erfgenaam van de kunstgeschiedenis.

Sinds de jaren zeventig is de kunstgeschiedenis zich geleidelijk aan gaan bezighouden met alle cultuuruitingen die beelden opleveren, van grotschilderingen tot stripverhalen. Naarmate in onze eigentijdse cultuur het beeld steeds meer centraal komt te staan, is het exclusieve karakter van het esthetische beeld problematisch geworden. Het zal niet lang meer duren of de zogeheten ‘visual studies’ hebben de kunstgeschiedenis als discipline overbodig gemaakt. Pornografie is niet meer weg te denken in de wereld van vandaag. Het fenomeen maakt deel uit van wat met een modieuze term wel eens onze ‘beeldcultuur’ wordt genoemd. We leven in een ‘plaatjesmaatschappij’ en de nazi’s ware zich daarvan terdege bewust. In het tijdperk van ‘de technische reproduceerbaarheid’ -zoals Walter Benjamin het noemde – werden de nazi’s zich bewust van de verleidingskracht van het beeld.Zij ontdekten dat moderne beeldcultuur als middel tot manipulatie van de massa.

Porno bevindt zich in het hart van de moderne beeldcultuur. En toch bestaat er nog altijd een zekere schroom om porno onbevangen tegemoet te treden als een object van onderzoek. In het Nederlandse taalgebied zijn het vooral schrijvers geweest die serieuze aandacht aan porno hebben besteed. Zo kan ik me een paar boeiende artikelen van Willem Jan Otten herinneren en een fraai essay van Joost Zwagerman, maar binnen de eigentijdse kunstgeschiedenis schiet mij geen auteursnaam te binnen. Het essay Fascinating fascism van Sucan Sontag is alleen daarom al een verademing. Zij legt verrassende verbanden tussen de wijze waarop de nazi’s de schoonheid van het lichaam hebben geïdealiseerd en de esthetiek van het pornografische beeld binnen onze vrije kapitalistische samenleving.

Aanleiding voor deze beschouwing was de hernieuwende belangstelling ,die in de jaren zeventig ontstond voor het filmisch werk van Leni Riefenstahl. Het werd opeens bon ton om de esthetiek van deze films te bewonderen los van de onverbloemde nazi-propaganda waar ze voor dienden. De esthetische kwaliteit van Riefienstahl werd losgeweekt tot een puur formele kwaliteit, terwijl de idealiseringen die hier tot in het extreme waren doorgevoerd toch ook in inhoudelijk opzicht een snaar moeten hebben geraakt bij haar schare van nieuwe bewonderaars. Vorm kan immers nooit volledig van een inhoud worden gescheiden. Sterker nog: inhoud is vorm. De ongemakkelijke conclusie die zich hier opdringt is dat de geïdealiseerde lichaamscultuur van de nazi’s in versluierde vorm voortleeft in de hedendaagse consumptieve beleving van het lichaam in de hedendaagse pornografie. Sontag trekt de lijn door met een precieze formulering:

‘Painters and sculptors under the Nazis often depicted the nude, but they were forbidden to show any bodily imperfections. There nudes look like pictures in physique magazines: pinups which are both sanctimoniously asexual and (in a technical sense) pornographic, for they have the perfection of a fantasy.’

Toen de nazi-esthetiek in de jaren zeventig weer onderwerp van reflectie werd, is het tegelijk een cult-fenomeen geworden. Daarnaast leven de parafernalia van de nazi-cultuur voort in de attributen van de hedendaagse sm-cultuur. In tegenstelling tot alle andere totalitaire systemen hebben de nazi’s een cultuur voortgebracht die het seksuele tot een stijlmiddel hebben verheven. Seks werd ingezet bij het spektakel van de totalitaire macht en in die zin was het nazisme de voorloper van de hedendaagse spektakelmaatschappij.

Het theater van de totalitaire verleiding wordt tegenwoordig met heel wat subtielere middelen opgevoerd, maar seks is als nooit te voren het narcoticum van de onderdrukking geworden. Het kapitalistisch systeem bedient zich van pornografische middelen om de onderdanen in een staat van ‘ewige Vorlust’ te houden. Zo heeft de seksuele bevrijding van de jaren zestig uiteindelijk onbedoeld zijn bijdrage geleverd aan de absorptie van de seksualiteit in het consumptieve ‘pornotopia’ waarin de westerse wereld is beland.

‘Smaak is context’, stelt Sontag treffend. Dat wij nu met een pornografische blik kunnen kijken naar de nazistische idealisering van het naakte lichaam heeft alles te maken met een gewijzigde context waarin de kern van het fascisme niet geweken is. De nazi hebben de seksualiteit willen omsmeden tot een spirituele energiestroom van de massa, een stroom die uiteindelijk op dood en geweld was gericht. Dit theater van de willoze overgave leeft niet alleen voort in de hedendaagse ensceneringen van de sm-cultuur, maar ook in de manipulatie van de verbeelding van seksualiteit als zodanig. Seks wordt met alle middelen, die de mediamaatschappij ten dienste staan, van zijn individuele en subversieve krachten ontdaan.

De nazi’s droomden niet van de fysieke energetische ontlading van orgieën en uitspattingen, maar van een totale beheersing van het lichaam in een permanente hypnose, waarin de erotische verleiding tot een summum was opgevoerd. Hun erotiek was niet wellustig, maar morbide, zoals elke vorm van porno dat in wezen is. Vandaar ook de bloedeloosheid van deze in feite onmenselijke lichamen die in de hedendaagse pornografie zijn weerklank vindt. Het gaat hierbij niet om het leven, maar om de dood. Maar wat is het leven zonder de dood? In pornografie wordt het lichaam van het leven ontdaan, dat is misschien wel de meest schokkende ontdekking van de nazi’s. Geen Eros zonder Thanatos. De eenheid van lust, dood en duivel is een macabere erfenis van de Romantiek die de nazi’s letterlijk hebben opgevat, in zijn uiterste consequentie die linea recta tot de duivel leidde. Auschwitz is Zwarte Romantiek die van verbeelding werkelijkheid werd.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)