Ik haat het Rijksmuseum

De heropening Rijksmuseum trok 20.000 bezoekers, zo werd vanochtend bekend. Een lange rij mensen stond bijna tot middernacht te wachten op het Museumplein. Onderwijl werd in de gerestaureerde bibliotheek – voor de gelegenheid met neon opgeleukt – het zoveelste tv-programma uitgezonden, waarin bekende Nederlanders bijna in katzwijm vallen over hun favoriete topstuk in het museum. Nota bene, die prachtige bibliotheek die ooit diep verborgen lag in de serene rust van het museum, en waar je alleen op aanvraag naar binnen mocht. In de afgelopen weken werden we doodgegooid met non-informatie over onze nationale cultuurschatten. Hoezo, een nieuw museum voor nationale geschiedenis? We lusten wel pap van onze geschiedenis, om over onze topkunst maar te zwijgen. Vooral als in de media alles wordt voorgekauwd tot hapklare brokken, want we worden alleen nog ontroerd als een topper ontroerd wordt. Eerst mocht elke conservator zijn favoriete topstuk aanwijzen. Daarna waren de bekende Nederlanders aan de beurt. En nu mag zelfs Ruud Gullit de spits afbijten voor de voetballers. Begrijp me goed, ik heb niets tegen de sociale kunstspreiding. Dat kunst goed is voor iedereen, is me als kind met de paplepel ingegoten. ‘Melk moet, want het is goed!’ Dat gold ook voor kunst in tijden van de wederopbouw. Maar zoals het nu gaat, word ik er schijtziek van. Kunst moet, want zelfs bij Boulevard wordt gezegd dat het FANTASTISCH is.

Wanneer zien we dat Sylvie van der Vaart een traan laat bij het Melkmeisje van Vermeer?  Wanneer gaat Sabia Boulahrouz uit haar dak als ze de virtuoze penseelstreken in Rembrandts portret van Jan Six beschrijft? Het Rijksmuseum is ten prooi gevallen aan de achterklapcultuur van televisie-soaps. Daarmee heeft het naoorlogse cultuurbeleid een onverwachte apotheose gekregen. We hebben geen Pierre Janssen meer nodig die ons met trillende handen de waarheid openbaart die in het graf van Toetankhamon verborgen ligt. De waarheid die schuil gaat in de kunst, is nu de een openbaring geworden van de kakelende koppen van de jetsetcultuur. Willem Alexander is beste koning die we ons wensen kunnen. Hij past naadloos in deze cultuur van peilloze oppervlakkigheid die tegenwoordig de toon aangeeft in alle media. Er bestaat geen kloof meer tussen elite en volk. Het beschavingsoffensief is voltooid in een laatste charge van de massamedia, waardoor de hoge cultuur volledig is ondergegaan in de spectacularisering van de samenleving. De media hebben van alles een cliché gemaakt, dat wil zeggen: een topstuk dat ons door toppers wordt uitgelegd. Het museum heeft zich als bewaarplaats van de beschaving getransformeerd tot een kijkcijferkanon. Het wachten is nog op John de Mol die Wim Pijbes opvolgt en een verborgen camera opstelt in de museumtoiletten. We willen ALLES zien. En dan gaan we ook we ALLES zien. Ik niet. Ik haat het Rijksmuseum.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)