De nieuwe bezieling van het landschap
‘Kan het op zichzelf marginale effect van kunst – dikwijls ook nog storend – in het landschap dat landschap in positieve zin veranderen? Nog meer Rusmannen, Willemsma’s en Rammen? Fryslân nog meer plagiaat aansmeren dat onder aanvoering van een zelfbenoemde, onbegrepen elite obligaat innovatief en uniek moet worden bevonden? Wellicht nog kosmopolitisch ook. Terwijl het daar, waar de Nederlandse kosmopoliet – de grachtengordelier – het in zijn ver-weg verbeelding situeert, als provinciaal wordt gezien? Ach arme. Meer dan wat ook mis ik in dit stuk de kennelijke tevredenheid over en de band met hun landschap van de inwoners van Fryslân. De wet van de natuur en het gezonde verstand zijn sterker dan bespiegelingen van degenen die de intuïtie en het instinct missen om het landschap te begrijpen.’
Aldus de reactie van Jelle Breuker gisteren op mijn log Tussen heimwee en verandering. Voorwaar kritiek die er niet om liegt. In feite gaat het om twee punten: (1) de overschatting van wat kunst in het landschap kan doen. En (2) het intellectualistische onbegrip voor de kwaliteit van het landschap, waar Friezen met hun gezonde instinct kennelijk geen hinder van ondervinden. Of kort samengevat: Er wordt te veel geluld over de kwaliteit van het landschap en kunst heeft daar eigenlijk niets aan toe te voegen. Als ik heel eerlijk ben, moet ik bekennen dat Jelle Breuker een punt heeft.
We hebben ook iets gemeen. Jelle was enige jaren als provinciaal beleidsambtenaar belast met de portefeuille beeldende kunst. Ikzelf was dertig jaar lang beroepsmatig werkzaam op het terrein van de beeldende kunst in Friesland. In die hoedanigheid word je wel eens overmand door een beroepsvermoeidheid. Wat moet je ook met al dat geouwehoer? Het gaat nog niet eens om al die Willemsma’s, Rusmannen en Rammen – al moet ik bekennen dat ik ook wel eens indigestie krijg van al dat verlate neo-constructivisme in Friesland – maar eerder nog om een nieuw type kunstenaars en smaakspecialisten die het eindeloos ouwehoeren over kunst & landschap tot een hogere vorm van abacadabra heeft verheven.
De Waddenacademie, die in samenwerking met het Fries Museum en het Filmhuis een lezingencyclus organiseert over het Wad, heeft mij gevraagd om op 2 april a.s. een lezing te verzorgen over het onderwerp Beeldende kunstenaars in het kustgebied. Toen ik mij onlangs wat oriënteerde op internet stuitte ik op een filmpje van Station Fryslân. De schrik sloeg mij om het hart. Wat een geouwehoer! Doe ik dat soms ook? zo vroeg ik me af. Het is of iedereen het tegenwoordig heeft over de ‘betekenislagen van het landschap’ en ‘het geheugen van het landschap’. Zelfs Tresoar organiseert momenteel een lezingenreeks over ‘landschap en herinnering’. Helemaal up to date. Hoewel? Sinds Simon Schama in 1995 de trend heeft gezet met zijn boek Landscape and memory is het ook wel weer een beetje passé. Het wordt hoog tijd voor een nieuwe trend: landschap en amnesie !
Het lijkt erop of wij onszelf ergens in het recente verleden zijn kwijtgeraakt en nu opeens terug willen vinden in het landschap. Onze identiteit en ziel worden bedreigd in tijden van globalisering – om over de secularisering maar te zwijgen – en daarom schiet het landschap ons te hulp. Het landschap wordt een spiegel voor ons ontheemde zelf. Sterker nog, het landschap krijgt weer menselijke trekken, zoals een geheugen en een ziel. Ook de metafoor ‘het DNA van het landschap’ is inmiddels behoorlijk ingeburgerd. Vooral op het terrein van de planologie en landschapsarchitectuur struikel je tegenwoordig over het begrip ‘DNA’. Men is daar op zoek naar ‘de historische wortels’, en ‘de diepere betekenislagen van het landschap’.
Van daaruit is het een kleine stap om van ‘het DNA van het landschap’ naar ‘het DNA van een regio’, en zo naar ‘het DNA van een regionale bevolking’ en dus naar ‘het DNA van een volk.’ De genius loci in het landschap zou ook ‘een ziel van het landschap’ kunnen zijn. En ook zo kom je algauw weer op ‘de ziel van de bevolking’ of de volksziel. Landelijk stoort niemand zich daaraan. Alleen in Friesland lijkt er dan telkens weer iets grondig mis te gaan. Misschien ook omdat deze begrippen iedere keer weer op een verkeerde ‘bodem’ vallen. Is de Fryske grûn dan zo veel beroerder dan de Hollandse grond? Of is het zo dat in Friesland de oorlog met zijn Blut und Boden nog steeds niet helemaal verwerkt is?
Dot weekend las ik een artikel van J.P Wiersma uit 1954. Het gaat over kunst in de openbare ruimte, weliswaar in een stedelijk landschap, maar in wezen verschilt dat niet zoveel met het landschap buiten de stad. Wiersma hield er bovendien een eigenzinnige opvatting over een monumentale kunst op na. Hij sprak nog niet over ‘het DNA’ van het stedelijk landschap, maar gebruikte een terminologie die niet zoveel verschilt het huidige, ‘bezield-genetische’ jargon. Kunst moest volgens hem een spirituele dimensie hebben die harmonieert met zijn omgeving. Kunstwerken in de openbare ruimte zijn niet zomaar menselijke artefacten, maar hebben iets van een bezieling in zich. De kunstenaarshand heeft deze objecten vervaar digd ‘omdat het creaties zijn van een bezielde, artistieke werkzaamheid’ En zo vervolgt Wiersma:
‘Deze geen bewijs vorderende waarheid op de hoofdstad van Friesland betrekkende, mag men stellen, dat elke nieuwe vormgeving er met die karakteristiek, met andere woorden het stedelijk schoon, in harmonie dient te zijn. In deze tijd toch, waarin begrippen van ruimtelijke ordening en verantwoorde stadsuitbreidingen algemeen als richtsnoeren zijn aanvaard, moet er op worden toegezien, dat in het conglomeraat van een snelgroeiende stad dié elementen ter versiering worden aangebracht, welke’ in het stadsbeeld passen en met het stedenschoon overeenstemmen. Dat de bevolking van de Friese hoofdstad, met de gemeentelijke overheid vooraan, zich wel degelijk van de kenmerkende waarden binnen het stedelijk geheel bewust is en voor handhaving ervan steeds weer opkomt, kan o.a. blijken uit het besliste afwijzen van de in het verleden en in onze tijd opgekomen acties voor demping van de stads grachten.
Kortom, kunst die niet overeenstemt met de collectief beleefde waarden van het stedelijk landschap moet verwijderd worden. De omgeving moet gezuiverd worden van vreemde smetten. De ziel, essentie of het conglomeraat aan waarden (het DNA dus) van stad en landschap moet als norm worden genomen bij de kunstzinnige verfraaiing ervan. Maar hoe kun je zoiets ongrijpbaars als de ziel, de essentie of een conglomeraat van collectieve waarden op deze wijze als richtsnoer nemen? Kan de ziel een criterium zijn vooraf? Zodoende kom je al gauw bij een nieuw soort moreel imperatief dat de kunst gaat beknotten. De verbinding die Fedde Schurer kort na de oorlog heeft willen verbreken, wordt zo op heimelijke wijze weer in ere hersteld.
Maar er is nog iets. De kwaliteit van het Friese landschap is een typisch Fries keurmerk, dat geheel los staat van taal, en dus ook niet belast is met ethno-linguistische connotaties. Door te pleiten voor de ruimtelijke kwaliteit van Friesland etaleer je zelf, zonder enig risico, als een hypercorrecte diep-Fries. Voor de kwaliteit van het landschap wil iedereen zich wel inspannen. Voor het behoud van de Friese taal en cultuur daarentegen is het veel lastiger om een algeheel commitment te vinden. De kwaliteit van het Friese landschap is dus het ideale substituut voor de bedreigde eigenheid van volk en vaderland in tijden van globalisering. Vanuit dit perspectief bezien is de ‘her-bezieling’ van het landschap een probaat instrument voor het realiseren van cultuur-ideologische doeleinden. Al was het maar omdat dit soort thema’s een onuitputtelijke bron vormt voor oeverloos, intellectueel gelul. En daar heeft Jelle gelijk in.
UPDATE 8.UUR. INGEZONDEN DOOR JOSSE DE HAAN :
Dit beeld staat nu 2 maanden voor het nieuwe La Cité de l’Océan, ten zuiden van Biarritz in de heuvels en duinen voor de Atlantische kust. Het is La Dame de la Mer. In deze Oceaan- en surfstad is alles te vinden over het gebruik van oceanen en stromingen – ook hoe je surft en duikt.
Huub, kan je dit beeld + tekst onder je laatste bericht plaatsen. Ze lullen hier niet over DNA.