Like a rolling stone


De zaal was afgeladen vol donderdagavond in Het Dolhuys in Haarlem, een klein, maar bijzonder sfeervol museum. Ik schat dat er zo’n ruim honderd mensen waren afgekomen op de presentatie van het boek Tegen de Tijdgeest, Terugzien op een psychose. De drie auteurs  – Egbert Tellegen, Daan Muntjewerf en ik –  zaten op een barkruk op het podium. Carine Neefjes, publiciteitsmedewerker van Het Dolhuys, presenteerde de avond en de psychiater Tom Kuypers fungeerde als sidekick. Het hele gebeuren nam zo’n anderhalf uur in beslag. Egbert Tellegen hield een korte inleiding over het boek en daarna werden we na elkaar geïnterviewd. In de zaal zat een gemêleerd publiek, onder wie enkele psychiaters die zich ook mengden in de discussie. Er waren enkele mensen aanwezig die ook zelf in het verleden een psychose hadden gehad, en een moeder wier zoon onlangs psychotisch was geworden. Maar ik denk dat toch bijna een kwart van de zaal bestond uit familie, vrienden en kennissen van de drie auteurs.

Ikzelf had een bescheiden aanhang van acht mensen. Verder was ook Fred Landsman helemaal uit Friesland overgekomen. Van Fred is de tekening op het omslag van het boek. Al met al was het een geslaagde avond. Nu maar hopen dat het boek goed ontvangen wordt. Er was een journaliste van de Volkskrant aanwezig. Dat is een hoopvol signaal. Uitgever Ed Brand vertelde me nog dat het voor de promotie van het boek eigenlijk alleen van belang is, dat het wordt besproken in de Volkskrant en de NRC. Alle overige publiciteit – zelfs aandacht op de tv – is mooi meegenomen, maar trekt doorgaans geen nieuwe lezers. Na afloop werd ik door meerdere mensen aangesproken over wat ik over mijn katholieke verleden had verteld. Er zat zelfs een psychiater in de zaal, die zelf ook op het Ignatiuscollege had gezeten. En mijn zus Trees ontmoette een schoolgenote van Fons Vitae, het katholieke lyceum voor meisjes aan de Reijnier Vinkeleskade. Dit door nonnen bestierde bolwerk was destijds de pendant van de knapenbunker aan de Hobbemakade.

Na afloop vertrokken we naar Rotterdam, waar we belandden in Grand Hotel Central, dat zich inderdaad midden in het uitgaanscentrum van de stad bevindt. Het is een hotel dat zijn beste tijd heeft gehad, maar wel iets eigenaardigs heeft. Het had wel iets weg van het Chelsea Hotel in New York, tenminste zoals ik me dat voorstel, want ik ben nog nooit in New York geweest. De bar was er tot diep in de nacht geopend. Het gesprek van de avond was natuurlijk de dood van Khadaffi. Ver na twaalven kwamen er nog gasten binnen die het concert van Bob Dylan en Mark Knopfler in Ahoy hadden bijgewoond. Ook babyboomers dus. Ze hadden zo hoog in Ahoy gezeten, dat ze alleen in de verte iets hadden waargenomen dat op de hoed van Dylan leek. Maar voor de rest was hij onverstaanbaar goed. Soms leek het wel Italiaans wat knagend uit zijn strot kwam. Toch niet gek voor zo’n krasse knar. Hij is per slot van rekening al zeventig, slechts één jaar ouder dan die andere krasse knar in Libië is geworden. Zou Khadaffi wel eens plaat van Dylan hebben gedraaid? Hoe dan ook, er ontstond nog een wonderlijk sfeertje daar in de bar van Grand Hotel Central.

Toen we eindelijk op de hotelkamer belandden, bleek dat daar een tropische temperatuur heerste van minstens van 35 graden Celsius. Aangezien de centrale verwarming niet zachter kon, was de enige remedie de balkondeuren wijd open zetten. Het gevolg was dat het luidruchtige straatrumoer tot zes uur ’s ochtends te horen was, waarna een ploeg werklieden met drilboren het plaveisel begon open te breken. Veel nachtrust kwam er dus niet van, die eerste nacht in Rotterdam. De tweede wel gelukkig, na een welbestede dag met een bezoek aan Museum Boymans van Beuningen, Hotel New York (met speedboot over de Nieuwe Maas), de expositie van Eugene Atget in het Fotomuseum in het voormalige Las Palmas, en een rondleiding van mijn dochter Renate door de meest bruisende stad van Nederland. Enigszins dolgedraaid na de ervaringen in het Het Dolhuys en deze grootstedelijke hersenspoeling keerden we terug in it heitelân met een gevoel alsof we twee dagen lang van een berg waren afgerold … Like a rolling stone.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)