Een muis in mijn colbert

Gisteren lag onze poes Mira steeds maar weer te kroelen tegen mijn colbertjasje dat over de stoel hing. Nu weet ik dat Mira erg op mij gesteld is, maar zo’n aanhankelijkheidsbetuiging was ook wel wat overdreven. Nadere inspectie deed blijken dat er iets bewoog in de voering van mijn jasje. Het kon er niet uit, dus moest het jasje maar naar buiten in de tuin. Na een kleine keizersnede kwam er een kopje van een muis naar buiten. Hij was kennelijk bij mij naar binnen gevlucht. Een asielzoeker heet zoiets. Nu hebben er al eens eerder dieren hun toevlucht tot mijn woning gezocht. Zo heb ik hele delegaties mussen mogen ontvangen en een echte kikker, een postduif, en zelfs een meeuw die pardoes op het dak van de serre viel, maar verder dan dat zijn ze nooit gekomen.

Deze muis pakte het grondiger aan. Hij wou bij me intrekken, zonder verblijfsvergunning uiteraard. Nog een geluk dat ik er niet op straat pas achter kwam. Ik was misschien wel van schrik in de gracht gesprongen. Morgen heb ik een vergadering. Dan kun je dat gekriebel in je rug niet gebruiken natuurlijk. Stel je voor dat hij opeens uit mijn mouw was gekropen als ik druk gesticulerend mijn gelijk wilde halen. Ik moet er niet aan denken. Het moet ook niet gekker worden. Maar het gekste verzin je niet. Dat gebeurt gewoon. The mouse that roared…. dat zeggen mensen wel eens van mij. Welaan, hier is hij dan. Dorus had twee motten in zijn oude jas. Ik had een muis in mijn colbert. We hebben hem los gelaten in de tuin en nadien niets meer van hem vernomen.

Muisje muisje….waer bestu bleven, mi lanct na di, gheselle mijn.