Klepcontrole

De Nederlandse taal heeft er sinds kort een nieuw woord bij: klepcontrole. Er schijnt nogal wat is te zijn met het transport van vee naar het abattoir. Gammele koeien en kalveren worden in een vrachtwagen gepropt en dat leidt tot schokkende beelden, waarbij je het bloed uit de kieren van de wagen ziet lopen. Of het hierbij om incidenten gaat of structurele misstanden is vooralsnog niet duidelijk, maar voor alle zekerheid heeft minister Gerda Verburg besloten om sinds 1 april j.l. alle transporten van vee handmatig bij de klep te laten inspecteren door een veearts van de Algemene Inspectie Dienst. Klepcontrole dus.

Eerder al was ze door een klokkenluider op misstanden gewezen. Ze had een vertrouwelijke gesprek met hem gehad. Maar in het programma Buitenhof van 6 april j.l. liet zij zich ontvallenen dat bij een slachterij in Leeuwarden extra controles bij de poort waren ingevoerd. Het ging hierbij nog steeds om controles die zich richtten op het transport, maar door het expliciet noemen van het bedrijf – er is maar één slachtbedrijf in Leeuwarden – werd de betreffende ondernemer ten onrechte zwaar benadeeld. Je zou zeggen, de minister heeft even haar mond voorbij gepraat. Alle reden dus voor een excuus.

Vergeet het maar, dat excuus is er niet gekomen. Het Leeuwarder slachtbedrijf heeft inmiddels zulke zware imagoschade opgelopen, dat een faillissement dreigt. De zoon van de eigenaar belde uiteindelijk verontwaardigd de minister op, maar kreeg nul op het rekest. De minister had niets verkeerds gezegd, zo liet zij weten. Het ging immers slechts om controle op transport. Met het bedrijf zelf zou niets mis zijn. Toch zou ook voor Gerda Verburg zelf enige klepcontrole op zijn plaats zijn geweest.

Ze had immers gewoon teveel geklept. Zodra beek dat de redactie van Buitenhof over vertrouwelijke informatie van de klokkenluider beschikte, begon ze meteen het bedrijf in Leeuwarden te noemen. Dat was volledig onnodige informatie. Zelfs insinuerend en dus schadelijk voor de betrokkene. Wat is er tegen dus om even je excuses aan te bieden. Oké, je krijg dan als minister natuurlijk onmiddellijk een schadeclaim aan je broek. Maar voor wat hoort wat. Het recht moet zijn loop hebben en de waarheid duurt altijd het langst.

Gisteravond kreeg Gerda Verburg nog één keer de kans om zich te rehabiliteren. Bij Pauw en Witteman mocht ze komen uitleggen hoe het allemaal in zijn werk was gegaan. Ze werd bestookt met kritische vragen, maar deze fleurige minister gaf geen krimp. Integendeel, ze deed wat veel politici tegenwoordig doen, als ze het vuur na aan de schenen wordt gelegd. Ze begon druk te kleppen en draaide voortdurend om de hete brei heen. Mijn God wat kan dat mens kleppen!

Soms denk ik wel eens dat het vak van een politicus voornamelijk bestaat uit het een begenadigd klepvermogen. Zorg vooral dat je aan het woord blijft, dan is de ander tenminste niet aan het woord. Je ziet dit fenomeen opduiken in alle geldingen van de politiek. Landelijk, provinciaal en locaal. Kennelijk zijn het de media die het klepvermogen van politici tot grote hoogten weten op te voeren. Een mediatraining betekent tegenwoordig vooral een cursus ‘Hoe klep in een eind weg om verdere vragen te voorkomen.’

Maar ook het politiek bedrijf zelf wordt steeds meer met geklep bevuild. Vooral vrouwelijke politici menen abusievelijk dat veel kleppen een adequate vorm van debatteren is. Klepper de klepper de klep, klep, klep. Vrouwen praten vaak sneller dan je voor mogelijk houdt. Guusje ter Horst is een befaamd klepper. Zet een microfoon voor haar neus en ze ratelt maar door. Geen onzin hoor, maar het gaat allemaal veel te snel. Marga Waanders, wethouder van Leeuwarden, is ook zo’n typ. Ze praat zelfs sneller dan ze denkt.

Dit wonderlijke fenomeen was me al een eerder opgevallen, toen ik in een discussieprogramma belandde met twee locale politici: Yvonne Bleize en Rita Koster. Ze zaten aan weerszijden van me, maar ik kwam er niet eens tussen. Ze klepten de oren van mijn kop. Dit is ook een manier om een debat te winnen, dacht ik bij mezelf. Je snoert de ander de mond door gewoon tot Sint Juttemis door te blijven kleppen.

Ergo, het hedendaagse politieke bedrijf zit dringend verlegen om een adequate vorm van klepcontrole. Er wordt gewoon te veel geklept en zelfs ervaren journalisten hebben de grootste moeite om door deze haag van niets zeggende woorden heen te breken. Ik had zelf de uitzending van Buitenhof gemist, waarin Gerda Verburg haar mond voorbij klepte. Maar geen nood, bij ‘Uitzending gemist’ ben ik het nog eens terug gaan zien. En weer viel ik van de ene verbazing in de andere.

Parmaham, zo hoorde ik, wordt tegenwoordig gemaakt van Nederlandse varkens die door heel Europa heen gezeuld worden. Maar dat terzijde. Met stijgende verbazing luisterde ik wederom naar Gerda Verburg. Nu is Clairy Polak niet de eerste de beste, als het gaat om het doorprikken van vaag geouwehoer. Maar tegen deze boerenmeid was deze ervaren ‘klep-doorprikker’ niet opgewassen. Gerda Verburg wist overal een antwoord op. Sterker nog, ze wist zelfs één antwoord teveel en klepte zichzelf in de problemen. Eigen schuld dikke bult dus. Maar zoals gezegd: excuses ho maar.

Ik vind dat er een algemeen klepverbod moet worden afgevaardigd. Zodra er een politicus gaat kleppen moet er een ‘blabla-signaal’ in beeld komen. Een opengesperde muil van een koe bijvoorbeeld met een lange tong. Ook de Tweede Kamer zou een dergelijke maatregel moeten invoeren. Bij teveel geklep zou de Kamervoorzitter een klepperend geluid kunnen maken, bijvoorbeeld door ronddraaien van een ratel. Deze algehele klepcontrole zou overal van kracht moeten worden totdat de eigen politieke sector voldoende waarborgen heeft gevonden om het overmatig kleppen te voorkomen. Zo niet, dan gaat de politiek nog een aan geklep ten onder.

 

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)