De schoonheid van het echte leven

Volgende maand is het vijf jaar geleden dat ik met mijn weblog ben begonnen. Destijds had ik geen benul in welke werelden je allemaal met een weblog kunt belanden. Vaak had ik het gevoel dat ik een eigen medium had gecreëerd. Diverse keren werd ik benaderd door journalisten van de echte media die iets wilden weten naar aanleiding van mijn log. Behalve door journalisten van de LC en Omrop Fryslân werd ik benaderd door de VPRO televisie, Radio Wereldomroep, De Haagse Post, AVRO-radio en Radio Mercurius en wie al niet.

Dergelijke contacten leidden tot meerdere interviews op radio en tv. Ook kwam ik door mijn log met allerlei mensen in contact van wiens bestaan ik niet eerder wist. Zo werden mij allerlei deskundigheden toegeschreven waarover ik helaas niet de beschikking heb. Ik werd zelfs benaderd voor een documentaire over het Oera Linda Boek. Ik heb de betreffende persoon beleefd doorverwezen naar professor Goffe Jensma. Je kunt helaas niet overal verstand van hebben.

Wat ik echt onderschat heb zijn de psychologische effecten die een eigen weblog op je zelf kunnen hebben. Soms kan het een ware ballast worden. Je moet dan oppassen jezelf niet door het medium te laten meeslepen. Bij mijn serie over Gerard Reve kreeg ik daar wat last van. Je voelt je dan door iedereen bekeken wat bij mij zelfs kan leiden tot een lichte vorm van paranoia. Soms moest ik ook een paar dagen stoppen met bloggen.

Maar het bloed kroop telkens weer waar het niet gaan kan. Ik heb mezelf sindsdien de beperking opgelegd dat ik pas laat in de middag met mijn log mag beginnen. Meestal doe ik er een klein uurtje over. Zo rond etenstijd, dat breekt de dag het minste op. Het is ondertussen wel een heuse verslaving geworden. Ik ben bang dat ik er nooit meer vanaf kom. Mijn weblog is voor mij niet alleen een gezonde uitlaatklep, maar ook een bron van veel voldoening. En toch, door mijn weblog kreeg ik een imago, dat net lang nte altijd samenvalt met wie ik werkelijk ben. Maar wie ben ik eigenlijk werkelijk? De meest wonderlijke etiketten worden op mij geplakt. Door een enkeling werd ik zelfs  ‘de gevallen kunstpaus‘ genoemd.

Door mijn weblog kreeg ik ook de meest wonderlijke uitnodigingen. Zo ontving ik in oktober j.l. een uitnodiging om deel te nemen aan de eerste bijeenkomst in het kader van de serie Alumni van de Stichting Thomas More in Den Bosch. Het gesprek zou gaan met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven in Brabant. Ik heb de uitnodiging beleefd afgeslagen. Een paar weken terug ontving ik een uitnodiging van het de Stichting Auschwitz in België om een lezing te houden op een studiedag te Brussel over ‘kunst en propaganda’. Er zou voor professionele vertalers worden gezorgd, want er zouden ook Franstalige sprekers deelnemen aan deze gebeurtenis. Ik ben niet op de uitnodiging ingegaan. De voorbereidingstijd was tekort.

De week daarop kreeg ik een mail van Dirk Verhofstadt, de broer van Guy Verhofstadt, de voormalige premier van België. Hij wilde mijn tekst van mij overnemen over Ortega y Gasset, alsook mijn bespreking van het boek The psychology of terrorism van John Horgan. Uiteraard heb ik hierin toegestemd. Een paar dagen later ontving ik een uitnodiging van Rienk Terpstra van de de Provincie Fryslân om deel te nemen aan een schrijf-sessie in het voormalige Karmelietenklooster in Drachten.

De bedoeling was om samen met 14 andere ‘schrijvers en denkers’ in één dag een boek te schrijven over de relatie tussen cultuurtoerisme en economie. ‘Het belang van de nationale toeristisch-recreatieve markt neemt nog steeds toe en is volop in beweging,`zo stelde men. ‘De vraag verschuift steeds meer van massatoerisme naar kwaliteitstoerisme. Hoe kun je deze ontwikkeling bevorderen?’ De schrijf-sessie heeft inmiddels plaatsgevonden en het boek zal op 19 april a.s. worden aangeboden aan gedeputeerde Jannewietske de Vries

Kort daarop belde Siem van der Woude. Of ik een lezing wil houden op de Nacht van de filosofie die op 16 april a.s. in Tresoar wordt gehouden. Ik heb ja gezegd hoewel ik eigenlijk niks heb met dit soort bijeenkomsten. Filosofie is niet iets voor een avondje uit, lijkt mij. Bovendien vind ik het eigenlijk een flut-onderwerp dat men landelijk heeft bedacht. De schoonheid van het echte leven.’ Hoe kom je erop! Het echte leven, was dat niet de titel van een speelfilm? Helemaal van deze tijd, dat wel. Filosofie als lifestyle. Museumnacht, nacht van de filosofie…. Filosofie moet je beleven! Dat is de schoonheid van het echte leven. De schoonheid van deze tijd. Van de toelichting op dit thema word ik ook niet veel wijzer.

Van prachtige schilderijen tot mooie symfonieën en fraaie zonsondergangen langs de Waddendijk: schoonheid heeft op de mens altijd en sterke aantrekkingskracht gehad, maar ons evenzogoed in verwarring gebracht. Kunnen wij niet zonder de schone kunsten en de goede smaak om het ‘echte’ leven te ervaren, of moeten we maar leren om schoonheid in ons alledaagse bestaan te ontdekken?

Van de week belde Siem weer. Of ik al wat informatie had over het onderwerp van mijn lezing. Er moet een folder worden gedrukt. Nee dus. Ik wist bij God niet waar ik het over moet hebben. Dus bedacht ik maar iets wat mij ter plekke te binnen schoot:

Sinds 2006 leef ik niet alleen in de echte wereld, maar ook op internet. Door mijn dagelijkse weblog ben ik in de afgelopen vijf jaar met talloze mensen in contact gekomen. De wereld is voor mij veel groter geworden. Mijn leven lijkt ‘echter en mooier’ door de mogelijkheden die internet mij biedt. Maar is dit wel zo? In de wereld, waar we steeds meer vat op krijgen, lijken we ons vreemd genoeg ook steeds minder thuis te voelen. ‘Het echte leven’ ontglipt ons, hoe meer we ons virtueel manifesteren op weblog, facebook en twitter.

Maar zodra ik dit terug las, sloeg de twijfel toe. Moet ik dan ook zo’n modieus een somber verhaal gaan houden over het verlies van identiteit en zo. We leven in een tijd van het ‘dikke ik’, zoals de filosoof Harry Kunneman ‘het moderne ego’ heeft getypeerd.  Kies voor jezelf! De topmanager staat model voor het echte leven. De emancipatie van de jaren zestig heeft geleid tot de ‘vrijheid–blijheid-cultuur’ van van de postmoderne mens. Alle waarden moeten voortaan uit onszelf komen en niet uit een horizon van overgeleverde tradities. ‘Verlies van horizon’ is eigen aan de hedendaags mens.

De crisis van de moderniteit zou de de crisis zijn van het ‘autonome subject’. We zijn niet opgewassen tegen de vrijheid van de neoliberale levensstijl. We aarzelen tussen heimwee naar vaste normen en waarden en een verlangen naar de absolute vrijheid, dat tegelijk ook zomaar kan omslaan in een gevoel van vertwijfeling. Is de ziekte van Narcissus soms eigen aan deze tijd, waarin het onvermogen van de mens om nog authentieke ervaringen op te doen steeds duidelijker aan het licht treedt? Is dat iets nieuws en onbekends of juist iets ouds en vertrouwds? Bestaat er eigenlijk wel zoiets zoiets als een ‘ziekte van deze tijd’, zoiets als ‘het onbehagen in het onechte leven’? Wat is dat eigenlijk: ‘het echte leven’? Bla bla bla bla bla bla …..

Als je het mij vraagt, ik weet het niet. Ik ben een blogger en misschien heb ik er wel vrede mee dat het ‘het echte leven’ mij ontglipt.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)