Als een dolende Jood in Friesland

‘Gisteren na de herdenking in Warns kreeg ik het adres van de homepage van Auwerk. Een interessante website. Het meest interessante dat ik vond, was de manier waarop jij op deze site werd geciteerd… Huub Mous? Het zal toch niet… Het moet een puberende kleinzoon zijn. Maar na wat verder surfen moest ik concluderen dat deze Huub Mous echt bestaat en een in Friesland bekende kunstkenner is. Als voormalig Pastoor van Bakhuizen heb ik de Mousen hoog in het vaandel. Ik heb er meerdere gedoopt, getrouwd en begraven. Daarbij vertelde ik vaak over de legende van de familie Mous, van de moeilijke reis van Polen naar Friesland. Ik plaatste dat verhaal dan naast het verhaal in de Bijbel over de uittocht van het Joodse volk uit Egypte. Ik ken de Mousen als ijverige technici en fabrieksdirecteuren, vrome paters, bekende missionarissen, heilige zusters en ervaren kerkleiders, als zangers en carnavalsprinsen. Vrolijke Friese dorpsmensen. ‘In echte Mous hat in fin mear as in bears.’ Maar ik ken ze niet als verbitterde critici die op fascistische wijze hun medemensen vernederen en afbreken.’

Deze mail ontving ik jaren geleden van Pastoor Van der Wal uit Bolsward, die in 2012 met emiraat ging. Hij schreef het in het Fries, maar ik heb zijn woorden voor het gemak maar even vertaald. Van der Wal reageerde op een bewering op mijn blog, dat bekeerlingen fanatiek, fundamentalistisch en soms zelfs fascistoïde kunnen zijn. Ik had als voorbeeld de naam van deze pastoor genoemd en dat had ik niet moeten doen. Van der Wal is als katholiek een bekeerling en als Fries fanatiek, dus voelde hij zich aangesproken. Maar de van oorsprong Joodse Mousen waren ooit ook bekeerlingen geweest. Ik ben ooit katholiek geweest in de tijd dat katholieken druk bezig waren met de voltooiing van hun emancipatie. Toen dat proces in de jaren zestig voltooid was, donderde de hele zaak in elkaar. Sindsdien heb ik het katholicisme op zijn beloop gelaten. Toch voel ik mij nog altijd een beetje katholiek, terwijl ik er niets meer aan doe om dat te zijn. Maar het rare is: eens katholiek, altijd katholiek. Dat is het geniale van het katholicisme. Daar kom je nooit meer van af. Sterker nog, het woord ‘katholiek’ betekent ‘algemeen’. Eigenlijk is dus iedereen katholiek of zal het ooit worden.  Zo is het ook een beetje met Fries zijn of je Fries voelen. Je bent het of je bent het niet. En eigenlijk is iedereen het wel een beetje en misschien zelfs zal iedereen het ooit nog wel eens worden.

Ik ben er stellig van overtuigd dat veel mensen eigenlijk wel een Fries zouden willen zijn, zoals ook veel mensen er naar verlangen om een Jood te zijn. Waarom, ik weet het niet. Eén ding is zeker: Friese katholieken zijn in feite de Friezen in het kwadraat. Wat hun – van oudsher – marginale positie in Friesland betreft, zijn ze vergelijkbaar met Joden in de diaspora. Ze voelen zich diep in hun hart onderdrukt en miskend en tegelijk superieur aan alles en iedereen. Ze zijn misschien wel de ware Übermenschen, zoals ook elke Fries zich diep in zijn hart een beetje een Übermensch voelt. Friezen zullen het nooit openlijk zeggen, maar ze zien zichzelf – ondanks hun vaak onverholen zelfhaat – ook een beetje als het beste volk in het beste land op aarde. Friezen voelen zich soms ook een uitverkoren volk. Het is een volk dat messiaanse verwachtingen koestert, en hoe je het ook wendt of keert: in elke fundamentalist schuilt een Messias. De mythe van elke Verlossing ontstaat in het zicht van de ondergang.

In mijn familie deed het verhaal de ronde, dat uit het geslacht der Mousen ooit de Antichrist zou voortkomen. Er zou een vloek rusten op de Mousen die van generatie op generatie werd overgedragen. De Mousen hadden de genetische code van Het Beloofde Land, maar ook de sleutel van de Hel in handen.  Ik heb het idee dat dit soort verhalen in meerdere Friese families voorkomt of voorgekomen is. Wat de Mousen betreft, heb ik dit verhaal altijd met een korreltje zout genomen. Het hoorde bij de familielegende. In het geslacht der Mousen kwam ook godsdienstwaanzin voor (paranoia religiosa). Vandaar dat ik altijd op mijn hoede ben voor dit soort redeneringen. Mijn vader was een Friese katholiek. De Mousen zijn van oudsher fanatieke katholieken. Ook fanatieke Friezen. Oorspronkelijk zijn de Mousen Poolse Joden, die rond 1800 – vanwege de pogroms  in Polen – naar het westen zijn gevlucht en zo uiteindelijk in Friesland zijn beland.  Dat is dus de kern van de bijbelse familielegende waar Pastoor Van der Wal op doelde. De Mousen hebben zich in die tijd niet alleen tot het katholicisme, maar ook tot het Fries bekeerd. Zo werden de Mousen – zoals het vaak met bekeerlingen gaat – niet alleen de meest fanatieke Friezen, maar ook Roomser dan de Paus.

Overigens hebben de Mousen twee takken: een Friese en een Limburgse. Mijn vader verlangde zijn hele leven ernaar om ooit nog eens in Limburg te gaan wonen. Dat is er nooit van gekomen. In Limburg had hij een mooie tijd gehad in zijn jonge jaren. Hij is uiteindelijk in Amsterdam blijven hangen, nadat hij als twintigjarige uit Friesland was weggegaan. Ik ben in Amsterdam geboren, kort naar de oorlog. Ik ken Friesland uit mijn jeugd als een ver land waar je met een stoomboot naar toe ging. Het lot bracht mij terug naar dat verre land. Het land van mijn vader, maar niet mijn vaderland. In wezen voel ik mij  geen Fries, want ik hecht eraan de taal van mijn moeder te blijven spreken. Zij kwam uit Arnhem en heette Sanders (ook een van oorsprong Joodse naam). Ze moest niet zo veel van de Friezen hebben (behalve van mijn vader dan). Al met al ben ik niet katholiek meer, al kom je daar nooit echt vanaf. Maar ik ben ook geen Fries geworden, al zit het misschien in de genen en blijft Friesland mij altijd weer roepen. Ik ben geen bekeerling, maar ook geen afvallige. Ik ben een passant in een vreemd pakhuis, maar eigenlijk ben ik helemaal niks. Ik heb geen identiteit, hooguit een gespleten identiteit. Zwei Seelen wohnen, ach! in meiner Brust. Dat is geen opoffering of aderlating, laat staan een gemis, want ik ben uiteindelijk nog altijd een Mous. Nog altijd als een dolende Jood in Friesland.