De handen van mijn vader

Durk Manus Mous (1897-1966). De foto heb ik genomen in 1963, in de slaapkamer van mijn ouders, waar ook het werkbureau van mijn vader stond. Links in de bovenhoek is nog iets van het electrische klokje te zien dat we in 1959 kochten in Aken, tijdens onze zomervakantie in Zuid-Limburg. Niet zichtbaar is de – door mijn vader zelfgemaakte – zender die links van het bureau stond. Mijn vader was amateur-zender. De laden van zijn bureau zaten vol met radioabuizen en weerstandjes. Maar ook doosjes met schroefjes en moertjes. En natuurlijk een la met gereedschap: een soldeerbout, tin en allerlei tangetjes…

Op de foto is ook mijn eigen schaduw te zien die over de handen van mijn vader valt terwijl ik de foto neem. Mijn vader had grote handen, echte mannenhanden. Veel te groot eigenlijk voor al dat gepriegel met de soldeerbout. Ik was jaloers op die grote handen van hem die ik helaas niet heb geërfd. Mijn handen zijn klein en smal, eerder vrouwenhanden. Ik ben een sloddervos. Mijn vader was een Pietje Precies. Wat hij met zijn ogen zag, kon hij met zijn handen maken. Zelf heb ik helaas twee linkerhanden.

Als ik wat minder trots was geweest
Me niet meer had gewaand dan hem
Als ik mijn kop niet in het zand had gestoken
Niet meer van mijn moeder hield dan van hem
Als ik alles nog eens over kon doen
Dan zou ik nu weten hou hij zich voelde
Het is vreemd, al die tijd die verloren ging
Alles had ik van hem geleerd kunnen hebben.’

Michel Sardou, Les yeux de mon père

Reageren is niet mogelijk.