Verhalen van mantelzorgers
Dit het is waar ik geboren ben, het huis met de rode stip. Johannes van der Waalsstraat 33 in de Watergraafsmeer in Amsterdam Oost. Gisteren ben ik er nog even langs gelopen. Ik liep door de buurt waar ik ben opgegroeid en waar ik in 1971 Marijke leerde kennen. Zij woonde even verderop in de Pythagorasstaaat en zat eind jaren zestig op Hadewychschool, die nog onderaan op de luchtfoto is te zien. Ik was gisteren op weg naar een ritueel gebeuren, een kunstwerk van Ida van der Lee, dat hier in de buurt zou plaatsvinden. (Zie ook mijn blog Rituelen in de Watergraafsmeer)
Ik hoorde de verhalen van bij mantelzorgers op verschillende locaties die we met een groepje bezochten. Het was een wonderlijke ervaring midden in de omgeving waar ik mijn jeugd heb doorgebracht. Een vrouw zat aan een mooi gedekte tafel, waar thee werd geschonken met allerlei lekkernijen. Zij had jarenlang haar man verzorgd die een paar jaar geleden was overleden. Ze wilde zich beperken tot de mooie herinneringen. Zo vertelde ze hoe haar man haar ooit ten huwelijk had gevraagd. Toen ze een keer thuis kwam, knielde hij naakt voor haar met een bos bloemen in de hand en vroeg: “Wil je met me trouwen?’’ Ze had daar niet meer op gerekend, want ze hadden al jaren een LAT-relatie. Toen ze haar verhaal had verteld, vroeg ze of er mensen waren die een vergelijkbare herinnering hadden. Ik vertelde toen hoe ik Marijke heb leren kennen.
Op 23 augustus 1971 kwam ik terug van een vakantie op Mallorca. Het was mijn eerste dag op mijn nieuwe kamer in de Wakkerstraat, een zijstraat van de Middenweg even verderop van waar we ons gisteren bevonden. Marijke kwam die dag langs voor een vergadering van de jeugdsociëteit Omega die zijn thuishaven had in de kelder van de kerk op het Linnaeushof. Ik had uit Spanje een fles bananenlikeur meegenomen. Die hebben we die avond en nacht samen tot op de boden leeggedronken. Ik werd verliefd op Marijke….
Toen ik de volgende dag wakker werd vreesde ik dat mijn verliefdheid een bevlieging was geweest die door de bananenlikeur was aangewakkerd uitvergroot. Ik was ook bang dat de verliefdheid niet wederzijds zou zijn. Pas om vier ’s middags uur kwam Marijke langs. Ze had een banaan bij zich en overhandigde die aan mij. Het etiket van de banaan plakte zij op de muur, zo van: ‘Hier blijf ik voorlopig wonen’. Dat was ook zo. Ze is 45 jaar bij me gebleven voordat ze op 30 september 2016 overleed.
Het toeval wilde dat ik gisteren een banaan in mijn tas had waarmee ik mijn verhaal kon illustreren. De vrouw die haar verhaal had verteld keek me verbaasd aan. “Maar ik woon ook in de Pythagorasstaat !” zei ze. Even leek het of alles op zijn plaats viel, toen ik gisteren weer terug was in de Watergraafsmeer.