Morgen wordt het beter

Toen ik een paar weken geleden weer eens een bezoek bracht aan het Reve-museum in de OBA in Amsterdam, zag ik daar tot mijn verbazing mijn boek Modernisme in Lourdes, Gerard Reve en de secularisering in een vitrine liggen. Het lag naast allerlei boeken die aan Gerard Reve zijn gewijd. Op zo’n manier blijft er toch nog iets over van zo’n boek, denk je dan. Dit boek is beslist geen bestseller geworden, maar dat had ik ook niet verwacht. Wie is er tegenwoordig nog geïnteresseerd in het modernisme dat in de jaren zestig binnen het katholicisme de kop op stak. Mijn boek gaat over het heimwee naar een toekomst die nooit heeft plaatsgevonden. Dat is zoiets als het leven zelf, een generale repetitie voor een première die nooit zal plaatsvinden. Ik geloof zelfs dat Reve dit ooit gezegd heeft, maar het kan ook Gerard den Brabander zijn.

Laatst hoorde ik iemand zeggen dat hij mijn boek De Fries die in de toekomst sprong, Fries modernisme in de jaren zestig bij de Mamamini in Groningen had zien liggen. Dat is zo’n beetje de grootste kringloopwinkel daar. Hij bevindt zich aan het Damsterdiep. Niet zo lang geleden ben ik daar zelf eens geweest. Gelukkig zag ik daar toen mijn eigen boek niet liggen. Als me dat was overkomen, had ik het meteen gekocht natuurlijk. Zo’n schande wil je acuut wegwissen. Maar is dit eigenlijk wel iets waarvoor je je moet schamen? Misschien was iemand best tevreden met mijn boek en vond hij dat een lezer met een smalle beurs het ook moest kunnen kopen. Laatst was ik in een kringloopwinkel in Amsterdam Noord. Daar zag ik 419 x Friesland liggen, de bestseller van Peter Karstkarel. Misschien is de kringloopwinkel wel de ultieme bestemming voor een succesvol boek?

Kringloopwinkel Amsterdam Noord (foto: Renate Mous)

Toch is het een eigenaardige ervaring als je een boek van jezelf bij de kringloopwinkel ziet liggen. Het gebeurt mij wel eens, maar dan betreft het een catalogus van een kunstenaar, voor wie ik ooit een tekst heb geschreven. Van dat soort publicaties zijn er heel wat in omloop. Wie mijn naam intikt op boekwinkeltjes.nl krijgt 101 treffers te zien. Daar zitten behoorlijk wat doublures bij, maar toch. De meeste van die boekjes kun je voor een bedrag van minder dan een tientje bestellen. Dan heb je het de volgende dag in huis. De duurste publicatie van mijn hand kost 85 Euro, maar dat is dan ook een kunstenaarsboek met een beperkte oplage, waarvoor ik niet alleen een inleiding, maar ook een uitleiding heb geschreven. (zie hier).

Twee weken geleden nog zag ik mijn boek De kleur van Friesland  in de etalage liggen van antiquariaat Kok, in de Oude Hoogstraat in Amsterdam. Het is inmiddels verkocht, maar De Fries die in de toekomst sprong is er nog voor 15 Euro te koop. (zie: hier) Wie schrijft die blijft, zeggen ze wel eens. Toch vrees ik dat ik met deze oogst niet de eeuwigheid haal. Er is nog flink wat werk aan de winkel. Een bestseller zal ik nooit schrijven, vrees ik. Maar ooit, één keer, zal het raak zijn. Dan zullen in het hele land de kasten van alle antiquariaten en de schappen in alle kringloopwinkels uitpuilen van mijn prachtboek. Let op mijn woorden. Morgen wordt het beter. Ooit zal ik het gaan maken.

En toch, sinds Marijke er niet meer is, is er iets wezenlijks veranderd in mijzelf. Iets wat ik moeilijk kan benoemen. Het is iets in het leven zelf. Waarheen, waarvoor? Zo simpel is het. Mijn leven is niet meer zo belangrijk als voorheen. ‘Homo bulla est,’ schreef Erasmus. De mens is een zeepbel die zomaar uit elkaar kan spatten. Dat besef maakt opeens alles licht, maar ook een beetje belachelijk. Alles glipt door mijn vingers weg. Tegelijk is er iets deep down in mijzelf dat zegt dat zo niet in elkaar kan zitten. Alles wat ik nu hierover denk is anders dan wat ik voel. De wens is de vader van de gedachte, maar het hart kent ook wegen die het verstand niet kent.

Reageren is niet mogelijk.