Het was gisteren een volle bak in de kelder van het Provinciehuis. Buiten steeg het kwik zowat tot dertig graden en binnen wachtte men met spanning op de uitslag van de Vredeman de Vriesprijs 2015 voor vormgeving. Gedeputeerde Poepjes was nog wat onwennig in haar nieuw rol. Ze begon haar optreden met een verhaal over twee nichtjes op de achterbank van haar auto die vol bewondering hadden gekeken naar de fraai vormgegeven fietsbrug in Drachten. Wat vormgeving al niet vermag!
Daarna kwam het juryrapport. En ja hoor, alweer Claudy Jongstra! In 2005 had ze deze prijs ook al eens gewonnen. Toen woonde ze nog niet eens in Friesland. Ze had hier alleen wat schapen rondlopen. Maar we waren maar al te blij met Claudy. Wat heet, Claudy is een knuffelkunstenaar. Ze maakt ook sublieme knuffelkunst. Kunst met een hele hoge aaibaarheidsfactor. Kunst waar je je goed bij voelt. Softe kunst die de voering van je ziel raakt. Worldwide lusten ze hier tegenwoordig wel pap van. Ze is inmiddels ook talloze malen gelauwerd en geprezen. Ze is wat je noemt ‘door de wol geverfd’. Ze maakt dan ook kunst die helemaal past bij deze wollige tijd. We willen warmte! We willen Claudy! Pik in, ‘t is winter,’ moet Claudy hebben gedacht. Laat ik nog eens keer inzenden voor de Friese vormgevingsprijs. Dat kan er ook nog wel bij. Als het om prijzen gaat is Claudy een wolf in schaapskleren.
Maar het moet gezegd, Claudy maakt ecologisch verantwoorde kunstwerken. Heel subtiel en decoratief. Creatief met wol en vilt, zo heet dat. Puur natuur, ook dat nog. Veel mensen vinden het fenomenaal wat ze allemaal doet. En zo vernieuwend! Hoezo vernieuwend? Ze doet al sinds jaar en dag hetzelfde, in eindeloze varianten. Zo krijgt ze de ene opdracht na de andere en heeft ze inmiddels in menig openbaar gebouw – waar ook ter wereld – dit soort verantwoorde huisvlijtproducten mogen plaatsen. Het is een soort postmoderne macramé. U vraagt, wij knopen aan elkaar. Maar de jury van de Vredeman de Vriesprijs ziet dat anders. In het juryrapport lees ik het volgende:
‘Claudy Jongstra is een klasse apart. Zij bevindt zich op een ongekend hoog niveau en heeft een idioom dat zo eigen is dat niemand bij haar in de buurt komt. En ze blijft zich vernieuwen. Als je goed kijkt, zie je dat ze voor elke opdracht weer een specifieke benadering kiest.Er is een duidelijke ontwikkeling te herkennen in vorm en techniek, in textuur en kleur. Het werk van Jongstra wordt gekenmerkt door een adembenemende zorgvuldigheid. Vorm, kleur en materiaal worden steeds met schijnbaar eindeloos geduld tot in de finesses bepaald. Dezelfde nauwkeurigheid komt ook terug in haar onderzoek. Ze is ook bijzonder, omdat ze in het zeekleigebied in Friesland akkers heeft ontwikkeld voor pigmentwinning uit gewassen, vaak ook nog gewassen en planten die hier ooit van nature voorkwamen. Op kleine schaal brengt ze de diversiteit weer terug in hetFriese landschap en dat is een statement dat velen zich mogen aantrekken. En voor haar werk creëert ze al doende nieuwe Bronnen voor nieuwe pigmenten en kleuren. Jongstra is een ontwerper van internationale allure die zich diep wortelt in het Friese landschap. Ze gaat onverstoorbaar haar eigen weg. Geen betere winnaar dan zij.’
Ach, schiet toch op! Dat krijg je als je elke keer juryleden uit de Randstad benoemt. Die durven hun vingers niet te branden aan lokaal talent, terwijl dat hier de laatste jaren juist volop aanwezig is. Zo kon het gebeuren gisteren dat Machiel Braaksma, die de prijs dubbel en dwars verdiend had, slechts genoegen moest nemen met een aanmoedigingsprijs. What a shame! De jury speelde weer eens verantwoord op safe. Waar heb je dan nog een jury voor nodig? zo denk ik dan. Maak die vijfduizend Euro gewoon elke keer over aan Claudy Jongstra. Dat scheelt heel wat gedoe. Dan hoeft mevrouw Poepjes straks ook niet nog eens een keer zo’n flutverhaal uit haar duim te zuigen. Hoe komen we in godsnaam af van dit soort prijzengeldverspilling. Verlos ons van Claudy Jongstra!