Leeuwarden wil geen Theo van Doesburg

Gisteren ontmoette ik Abe van der Werff op het atelier van Fred Landsman in Holwerd. Abe van der Werf, die een groot bewonderaar is van het werk van Fred Landsman, was ooit hoofd van de Dienst Esthetische Vormgeving van de PTT en later directeur van de kunstacademie in Kampen en de Culturele Raad van Zuid Holland. We leerden elkaar kennen op een studiereis naar Praag in 1991, waar we samen met Wim Hofman – mijn toenmalige collega in Zeeland en beter bekend als kinderboekenschrijver – in hetzelfde pension logeerden, en elke avond tot diep in de nacht gesprekken voerden. Abe van der Werff is tegenwoordig zelfstandig cultureel ondernemer. Zo is hij onder meer als projectleider verbonden aan de stichting Vierkant in Vierkant, die zich ervoor inzet om het beeld, dat Theo van Doesburg (samen met architect Jan Wils) in 1917 voor het stationsplein in Leeuwarden ontwierp, in Leiden gerealiseerd te krijgen. Ik schreef hier twee jaar geleden al eens eerder over op mijn weblog.

De pogingen in Leiden zijn tot nog toe zonder resultaat gebleven. Wel is er een paar jaar geleden een houten model op het stationsplein van Leiden geplaatst. Dat model was veel te klein, want – zo had Abe van der Werff laten berekenen – het beeld zou gerekend naar de schaal in Leiden 12 meter hoog moeten worden. Omdat het in beton moet worden uitgevoerd, betekend dit nogal wat voor de fundering. Het geheel zou vier ton moeten kosten. De economische crisis was de voornaamste oorzaak dat het initiatief in Leiden niet van de grond is gekomen. (zie hier en hier)

Maar – en nu komt het: Abe van der Werff heeft eind vorig jaar een poging gewaagd om het beeld alsnog in Leeuwarden gerealiseerd te krijgen. Dat zou natuurlijk een fantastisch idee zijn geweest. In 1917 – honderd haar na dato – een groot beeld van Theo van Doesburg op het Stationsplein in Leeuwarden. Het zou hier zeven meter hoog moeten worden en pakweg drie ton moeten kosten. Abe van er Werff is zelfs ter plekke gaan kijken en heeft vanaf het gebouw van de Aegon de situatie in ogenschouw genomen. Eind vorig jaar werd ook bekend, dat Leeuwarden de trekker zou worden van het project Culturele Hoofdstad, dus alle reden voor een warm onthaal bij het gemeentebestuur.

Nee dus.

Achter de schermen ging er iets mis. De wethouder van Leiden, die van Abe van der Werff gehoord had, dat men Leiden zou inruilen voor Leeuwarden, als Leiden afzag van de financiering, heeft toen terstond contact opgenomen met wethouder Isabelle Diks van Leeuwarden. Deze liet toen prompt weten, dat het gemeentebestuur van Leeuwarden geen enkele belangstelling had, omdat men niet over de benodigde financiële middelen beschikte. Dat laatste is uiterst curieus, omdat – nogmaals – op dat moment  al bekend was, dat Leeuwarden Culturele Hoofdstad wilde worden. Het plan had zo in het bidbook kunnen worden meegenomen. Kennelijk heeft Isabelle Diks haar collega-wethouder in Leiden niet voor het hoofd willen stoten. Dat laatste is nog vreemder, want Leeuwarden heeft nota bene de eerste rechten op dit beeld, dat immers in 1917 voor het stationsplein van Leeuwarden is ontworpen. Er rusten ook geen auteursrechten meer op het ontwerp, en de erven van Theo van Doesburg zouden niets liever hebben dat het ooit nog eens gerealiseerd wordt, waar ook ter wereld, maar het liefst in Leeuwarden natuurlijk.

Maar het verhaal wordt nog vreemder. Lees en huiver. Abe van er Werff heeft daarna ook nog contact opgenomen met Rudi Wester die hij persoonlijk goed kent. Rudi Wester hield echter ook de boot af, want zij wilde de wethouder van Leeuwarden niet voor de voeten lopen. De artistiek directeur van CH 2018 verzuimde dus haar nek uit te steken voor een kunstproject, dat de stad internationaal op de kaart had kunnen zetten, nota bene in het jaar voorafgaande aan 2018. Een mooiere opening van de festiviteiten van Leeuwarden Culturele Hoofdstad was niet denkbaar geweest.

Sjoch dizze stêd; sjoch wat der rûnom bart. Het is niks en zal ook nooit wat worden.

 

UPDATE 13.30 uur: INGEZONDEN DOOR SJOERD S. OSINGA

Thijs sr. en Nel Rinsema waren de buren van mijn grootouders. Na het overlijden van Thijs was Nel ahw mijn grootmoeder en buurvrouw: wij wonen, en woonden, maar een paar huizen verder op de Zuidkade.

Samen met Thijs-Jan (jr.) en Karin (“Krin”) gingen we met Nel, Dikkie en Hijke gingen we naar hun vakantiehuisje op Terschelling. Dikkie handelde met Theo van Baaren. Etnografica en Rinsema’s. 

Rinsema sr. maakte een potloodtekening van mijn grootmoeder, en we kregen een prachtig collagedoosje dat door Schwitters en Rinsema in elkaar is geplakt. De meubelmaker Evert Visser maakte deze doosjes.

Afin, zie bijlagen en links.

Sjoerd S. Osinga

Buorfrou

Veldboeket

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)