Was Jasper S. een slaapwandelaar?

Het is 23 mei 1987. Kenneth Parks heeft een zware dag achter de 
rug. Weer voor niks gesolliciteerd. Hij heeft een torenhoge schuld 
veroorzaakt door onhandige gokpraktijken. Het spaargeld van zijn 
vrouwen zijn kleine dochtertje heeft hij er al helemaal doorheen 
gejaagd, en geknoei met de financiën op het werk heeft ertoe geleid 
dat hij nu ook nog eens werkeloos is. Hij slaapt al weken niet meer 
dan twee of drie uur per nacht, wanhopig piekerend op zoek naar 
een uitweg. Uitgeteld hangt hij op de bank in de woonkamer en kijkt 
naar een aflevering van Saturday Night Live op de tv. Het kan hem 
niet erg boeien en al snel sukkelt hij in slaap. Eindelijk rust.

Ineens wordt hij wakker. ‘Waar ben ik?’ is het eerste wat in hem 
opkomt. ‘Dit is toch niet mijn woonkamer?’ Verward kijkt hij rond. 
Dan ziet hij een vreselijk tafereel. Voor hem ligt zijn schoonvader, 
kreunend en naar adem snakkend op de grond. Hoe komt die hier? 
En wat is er met de man aan de hand? Nu herkent hij de ruimte waar hij zich in bevindt. Dit is niet zijn eigen woonkamer, maar die van 
zijn schoonouders. Hij ziet het aan de stoelen met het rare ruitmotiefje. Hoe komt hij hier nou terecht? Maar veel tijd om daarover 
na te denken krijgt hij niet. Achter zijn kreunende schoonvader ligt 
iets, waarvan hij nu pas begint te zien wat het is. Het is het levenloze 
lichaam van zijn schoonmoeder, badend in plassen bloed, haar pyjama in stukken gereten en het wit van de overgebleven stof sterk 
contrasterend met de grote natte rode vlekken die erop zitten. En 
meteen beseft hij wat voor afschuwelijke gebeurtenis hier moet heb
ben plaatsgevonden. Een moord.

Aldus begint Viktor Lamme zijn boek De vrije wil bestaat niet. Over wie echt de baas is in ons brein (2010) De geruchtmakende zaak van Kenneth Parks (zie hier) leidde in 1987 in Canada tot vrijspraak. Hij had al slaapwandelend een gruwelijke moord gepleegd.  Het was een geval van homocidal sleepwalking (zie hier). Een zeldzaam fenomeen, maar het komt voor.

Is er met Jasper S, die ervan verdacht wordt de moordenaar te zijn van Marianne Vaatstra, iets dergelijks aan de hand?  De 45-jarige boer uit Oudwoude kampt met een zogenoemde ‘dissociatieve stoornis’, waardoor hij soms niet beseft wat hij doet en wat de gevolgen zijn. De aandoening kan gepaard gaan met geheugenverlies. Drie jaar geleden werd hij opgepakt voor joy-riding, een daad waar hij zich achteraf niets kon herinneren. Emeritus-hoogleraar psychotraumatologie Onno van der Hart, expert op dat gebied, zegt in het AD dat dergelijke stoornissen meestal ontstaan na het beleven van een traumatische gebeurtenis:

“De ervaring is zo heftig dat men knapt: de persoonlijkheid valt in delen uiteen. Het kan voorkomen dat de persoonlijkheid die het dagelijks leven leidt, niets afweet van het trauma. Als iemand later in een omstandigheid komt die lijkt op het trauma, kan de andere persoonlijkheid weer geactiveerd worden.”

Op de nieuwsite Nu.nl werd vandaag gemeld dat een psychische aandoening van Jasper S. erg onwaarschijnlijk is (zie hier). Maar over welke psychische aandoening hebben we het in dit geval? Een dissociatieve stoornis is nog iets anders dan homocidal sleepwalking. Ook in dat geval weet de dader achteraf niets meer van zijn daad. Het zou de verklaring kunnen zijn van een reeks van wonderlijke omstandigheden:

–       Waarom liet Jasper S als dader vrijwillig zijn DNA afnemen?

–       Hoe heeft hij dertien jaar lang met deze daad kunnen leven?

–       Waarom was aan zijn gedrag voor mensen in zijn directe omgeving niets ongewoons te merken?

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)