Het Amelandgevoel
Van alle Waddeneilanden is Ameland van oudsher het eiland dat kunstenaars niet alleen het meest heeft aangetrokken, maar ook de meeste kunstenaars heeft voortgebracht. Leendert Scheltema, Henri Frederic Boot, Otto Hanrath, Johan Hemkes, Germ de Jong, en Tames Oud, zij allen ging er prat op een Amelander kunstenaar te zijn, ook al waren ze er vaak niet eens geboren. En ook als ze er wel geboren waren, zoals Tames Oud die er als tiener al wegtrok om de wijde wereld te ontdekken, ze bleven dromen van dat wonderlijke landschap, de duinen, de zee, van het kale silhouet van die twee vreemde eenzame bomen tegen een grijze winterlucht langs de kant van de weg naar Hollum. Ameland lijkt gemaakt voor kunstenaars. Het is een eiland waar je niet alleen de wereld opnieuw kunt ontdekken, maar vooral ook jezelf. Het Amelandgevoel is moeilijk te definiëren. Misschien zit het wel in ieder mens. Misschien is het alleen maar door een kunstenaar uit te drukken. Of het moet een dichter zijn, zoals Gerard den Brabander, die ooit de volgende woorden schreef over het werk van de schilder Germ de Jong:
En schiep ons boerderij en schelf
En het woelen van de zee en stranden
En wist het niet en was het zelf.
Ook de Friese dichter Douwe Kalma had een bijzondere band met Ameland. Heel zijn leven verlangde hij terug naar dit eiland, dat in zijn dromen samenviel met het mythische eiland Forsete, dat ooit naast Helgoland moet hebben gelegen, en zo tot de oudste grond van de Friezen moet hebben behoord. Hij schreef gedichten over de herfst op Ameland, maar ook een toneelstuk over zijn geliefde eiland met de veelzeggende titel Noarderljocht (Noorderlicht). Ameland is een plek die blijkbaar een dichterlijk soort heimwee kan oproepen, ook als je er niet eens geboren bent. Amelander ben je dan ook niet door geboorte. Je moet het worden tijdens je leven. Eens weet je wat het is door in de verlatenheid van dit landschap een bijzondere ervaring op te doen, een gewaarwording van de natuur die een onuitwisbare indruk achterlaat.
Dat was ook pre cies wat Douwe Kalma in zijn jonge jaren op Ameland is overkomen. Toen hij, komende van de duinen, voor het eerst de Noordzee zag, moet dit voor hem een subliem moment zijn geweest. Een ervaring die hij later als volgt beschreef:
‘Toen na een stuk door vlakke duin weide, wond het pad zich nogmaals omhoog, we liepen in een holte tussen twee hoge duinen in, snel werd het ruisen zwaarder en krachtiger – ik keek en de zee lag daar, schuimend aan de oever, rondom levend, door de wind beroerd, oneindig. Men beleeft vaak dat men bij het aanschouwen van een nieuw groot natuurtafereel een moment geen woorden vindt. Maar deze keer kwam het me voor alsof ik niet alleen de woor den, maar ook de spraak zelf verloren had. Op die manier kwam je alleen mensen en ver schijnselen tegen, waar van men weet, op dat moment dat ze je leven zullen beheersen.’