Once in a lifetime
Leeuwarden, 1962
‘De foto van die avond geeft Slauerhoff als vijfdeklasser bijzonder goed weer: eenzelvig korzelig, erg gesloten, met een iets onmiskenbaar mongools in zijn gezicht, waarvan het hoekig asymmetrische nog niet opvalt, evenmin als de “negativistische” mond.’ Zie daar een karakterbeschrijving van Slauerhoff naar aanleiding van een jeugdfoto als zeventienjarige scholier. De woorden zijn van Simon Vestdijk in zijn boek Gestalten tegenover mij. Vestdijk heeft Slauerhoff goed gekend. Ze zaten niet alleen samen op de Rijks-HBS in Leeuwarden, weliswaar een jaar verschillend, maar later kwamen ze elkaar ook tegen in Amsterdams in hun studententijd. Beiden gingen medicijnen studeren. Beiden gingen schrijven. Beiden kwamen uit Friesland.
De foto die Vestdijk beschrijft was genomen tijdens een avond van Eloquentia, de schoolvereninging waar af en toe voordrachten werden gehouden. Slauerhoff sprak over de Russische literatuur. De lezing zelf – ‘kennelijk uit een leerboek geput, zonder persoonlijk noot’- viel Vestdijk wat tegen, wat niet wegneemt dat de Slauerhoff die hij zich herinnert van begin af aan fascinerend is geweest. Het bijzondere voor mij is, dat dit alles zich zo dichtbij heeft afgespeeld. De ouders van Slauerhoff woonden aan de Voorstreek en later in de Wybrand de Geeststraat, bij mij zowat om de hoek. Hij dwaalde rond op het kerkhof aan de Spanjaarslaan. Overal in Leeuwarden liggen voetstappen van Slauerhoff.
En toch, een straatnaam, die vernoemd is naar deze beroemde stadgenoot, zul je in deze benepen metropool niet tegenkomen. Zulks in tegenstelling met tal van andere steden in Nederland, zoals Wim Hazeu in zijn biografie van Slauerhoff beweert: Amsterdam, Deventer, Delft, Groningen, Haarlem, Haren, Hengelo, Ridderkerk, Rosmalen, Rotterdam, Spijkenisse, Weesp, Wormerveer en Zwijndrecht. Oké, we hebben hier een Slauerhoff-college, maar dat is dan ook. Als wethouder cultuur van deze stad zou ik de ogen uit mijn kop schamen.
Een schoolvriend van Slauerhoff was en zekere Pilo, de zoon van apotheker Tromp Visser aan de Voorstreek. Het toeval wil dat de ouders van Gwan, een jeugdvriend van mij, begin jaren zestig deze apotheek hebben overgenomen. Ze waren van Amsterdam naar Leeuwarden verhuisd, waar Gwan naar de Rijks-HBS ging. Geen leuke school destijds. Gwan verlangde terug naar Amsterdam. In die stad had ik samen met hem eind jaren vijftig mijn eerste voetbalwedstrijden bezocht. Later, toen hij al in Leeuwarden zat, moest ik altijd voor kaartjes zorgen, als Ajax weer eens thuis speelde voor de Europacup.
Van 1961 tot 1964 logeerde ik tijdens de kerstvakanties altijd bij Gwan in het statige huis aan de Voorstreek, waar we samen voetbalden op zolder, want zo groot was het daar. We hadden een doel gemaakt met oude matrassen op de vloer. In de zomer van 1966 zijn we samen van Amsterdam naar Leeuwarden gelift. Onderweg viel de tas Gwan, waar een elpee in zat van John Coltrane: A love supreme. Daar maakten we nog grapjes over. Aangekomen in Leeuwarden waren we nog net op tijd om de WK-finale op tv te zien tussen Duitsland en Engeland op Wembley. Dat was in de voorkamer van het huis met uitzicht op de Voorstreek. Nooit geweten dat ook Slauerhoff hier vaak op bezoek is geweest
Gisteravond, een kwartier voor de finale, belde Gwan. Hij wilde nog even het historische moment van de avond markeren. Once in a lifetime. Eens moet het lukken. Hij kwam juist terug van het North Sea Jazzfestival in Rotterdam, waar hij veel van zijn oude idolen had teruggezien. We hebben nog even herinneringen opgehaald aan het voetbal uit de jaren zestig en zeventig. Ik heb hem na afloop niet meer teruggebeld. Mijn kop stond er niet naar. Wereldkampioen. Once in a lifetime. Ik vrees dat we dit niet meer mee zullen maken.