No culture is an island
‘Michael Zeeman noemde bij de aanbieding van de eerste drie titels (van de serie Fryske Klassieken) aan minister Hedy d’Ancona in mei 1993 de omslagen sentimenteel en goedkoop.’ Dat is alles wat in het standaardwerk ‘Zolang de wind van de wolken waait’ (2006) over Michaël Zeeman te vinden is. Bedroevend weinig voor iemand die een sleutelrol heeft vervuld in de promotie van de Friese literatuur. Zeeman fungeerde lange tijd als een scharnier die het benauwde culturele systeem van Friesland verbond met de grote wereld aan de overkant van de afsluitdijk. De blik waarmee Friesland naar zichzelf kijkt – en met name naar zijn eigen literatuur – is een kokerblik. Van de week reageerde Jelle Krol op mijn opmerking, dat Tresoar te weinig van Zeeman in zijn collectie heeft. Nogmaals, ik kan dat niet goed beoordelen. Er is nu in ieder geval een vitrine van zijn werk ingericht. Wat ik wel kan beoordelen, is dat Zeeman er in het ‘wolkenboek’ wel erg bekaaid vanaf komt.
Als je een overzichtswerk samenstelt van de Friese literatuur, dan zul je ook het literaire systeem moeten analyseren, waarin die literatuur functioneert. Wie bepaalt – en op welke plekken – hoe het culturele kapitaal wordt gevormd? Hoe verhoudt zich een literair systeem tot een groter cultureel netwerk, niet alleen in nationaal, maar ook in internationaal verband. Welke culturele stromingen en tendensen zijn bepalend, niet alleen binnen maar ook buiten het Friese culturele leven. ‘No man is an land, entire of itself, schreef John Donne. Die wijze woorden zijn in feite op elke cultuur van toepassing. ‘No culture is an island.‘ Er is altijd en overal sprake van een wisselwerking tussen binnen en buiten, tussen behoud en vernieuwing, tussen vertraging en moderniteit. Soms, als de ontwikkelingen te snel gaan, heeft die interactie dramatische gevolgen. Zoiets was het geval in de jaren zestig, toen de behoudende Friese cultuur verzeild raakte in een radicaal proces van modernisering. De tegenstelling stad versus platte land, die voorheen identiek was met de oppositie Fries versus niet-Fries ging opeens vervagen. De Friese cultuur kwam in een stroomversnelling die je nog het best kunt benoemen als een acculturatieproces.
De term’ acculturatieproces’ is geijkt door Fokke Sierksma. Hij introduceerde deze term in zijn boek Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde (1961), een antropologische studie naar messianistische verschijnselen bij primitieve culturen, die bedreigd worden met de ondergang door toedoen van een dominante cultuur. Van de week heb ik het boek van Joop Boomsma over Fokke Sierksma gelezen. Om fan dit lân te hâlden. Fokke Sierksma oer Fryslân yn brief en petear (2006). In het uitvoerig interview met Sierksma in 1974 komt de acculturatietheorie ook ter sprake in relatie tot de Friese cultuur. Boomsma vraagt dan letterlijk of je deze theorie ook op de Friese cultuur kunt toepassen, maar hij heeft daarbij alleen de botsing tussen de oorspronkelijk heidense Friese cultuur met het christendom op het oog. De clash van Bonifatius dus. Jammer genoeg wordt de vraag niet doorgetrokken naar de moderne tijd, d.w.z naar het acculturatieproces tussen de agrarische cultuur van voorheen en de stadscultuur van de moderniteit. Die clash voltrok zich in de jaren zestig en de gevolgen daarvan zijn in Friesland nog steeds niet verwerkt. Sierskma zegt over de Friese acculturatie het volgende:
‘Ik haw ris in artikel skreaun yn Het Parool yn ferban mei de Bonifatiusbetinking. Dêr binne in heel soad minsken luIk om wurden. Ik hie ’t ek in bytsje pesterich skreaun, om de Hol lanners te narjen. Want Bonifatius waard doe huIdige as de grutte sendeling, dy’t net allinne it Kristendom brocht hie mar ek de kultuer. Hawar, jo witte dat wol. En doe haw ik: skreaun dat it my spiet dat ik dy fent sels net deaslein ha … (laket lûd) Want dat barde mei alle mooglike missionarissen yn frjemde kulturen, dy’t har bemuoiden mei saken dêr’t se neat mei noadich hiene. Dat stik haw ik skreaun as Fries en as godstsjinsthistoarikus, as kultureel antropolooch. Mar ik: miende der fansels wol in part fan. Dat it hielendal sa frjemd net wie dat Bonifatius fermoarde is. Dy man woe in frjemd leauwe opkringe en dat spruts net fansels.’
Wy kinne us yn ferbán mei de skiednis fan de hele wráld óffreegje yn hoefier it westen in seine is of in ramp. Dan moat ik heel earlik sizze, ik leau net dat it westen sa’n grutte seine is foar de wráld. Ir hat mear stikken makke as opboud. Wy kinne yn us tiid wol tinke dat wy it no better hawwe omt wy no mear witte. Mar wy witte ne at fan de álde Fryske kultuer, fan foar Bonifatius. Ir Kristendom is in part fan us wurden. Wy kinne it Kristendom net samar as in jaske ut!ûke. Dat bestiet net.
Aan het slot van dit betoog komt de romanticus Sierksma in beeld, de man die de grote wereld was ingetrokken, de kosmopoliet die een zwak bleef houden voor Friesland. Daarom was het voor Sierskma wellicht ook zo moeilijk om zijn eigen theorie op het hedendaagse Friesland toe te passen. Hoewel hij in de jaren zestig de juiste keuzes maakte – hij steunde Bouke de Jong in zijn kritiek op het antisemitisch verleden van E.B. Folkertsma – zag hij niet wat er feitelijk onder zijn ogen gaande was. Toen ik bovengenoemde passage las, moest ik meteen aan Michaël Zeeman denken. Ook een Friese kosmopoliet met een zwak voor Friesland. Hij zag de grote wereld met een wijde blik, maar hoe verder hij van Friesland verwijderd raakte, hoe meer hij het ging romantiseren. Zijn bespreking van de recent verschenen bloemlezing van Abe de Vries in de Volkskrant was daar een goed voorbeeld van. Zie ook mijn log Hoe fout is de Friese literatuur?
Overigens is het stuitend om te zien hoe Zeeman momenteel buiten Friesland wordt heilig verklaard. De Volkskrant eerde ‘zijn eigen illustere dode’ gisteren met een ware hagiografie. Gelukkig verschijnen er ook kritische beschouwingen, zoals in het weekblad De Tijd. Nu nog een evaluatie van de ware betekenis van Zeeman voor Friesland en de Friese cultuur. Pieter de Groot gaf met zijn necrologie in de LC een aanzet daartoe, maar ik vond het toch nog teveel een heiligverklaring. De schaduwkanten van Zeeman kwamen nauwelijks aan bod. Misschien een idee voor een themanummer van de Moanne. Mooi onderwerp om straks mee te starten in de nieuwe opzet van het blad. Dan kan meteen ook dat verzuim van het ‘wolkenboek’ worden rechtgezet.