Komt het dan toch nog goed?

Gisteren om kwart over vijf kreeg ik een telefoontje uit het Provinciehuis. De naam van de ambtenaar doet er nu even niet toe. Het ging over mijn weblog van gisteren. Die had nogal wat vragen opgeroepen. Natuurlijk mag ik schrijven wat ik wil, zo werd mij gezegd, maar aan de Snekertrekweg had men de indruk dat ik feiten en interpretatie teveel door elkaar had gehaald. De Provincie, zo werd mij verzekerd, gaat niet bezuinigen op beeldende kunst. Integendeel, er is alles aan gedaan om de grote financiële tegenvaller na het wegvallen van de Rijksbijdrage zo goed mogelijk op te vangen. Het werd een wat moeizaam gesprek. De bezorgde ambtenaar moest duidelijk op eieren lopen om geen woord teveel te zeggen, want de tekst van de cultuurnota is nog steeds niet openbaar. Deze komt pas volgende week dinsdag naar buiten en niet gisteren zoals mij maandag werd medegedeeld.

Ik vroeg of de signalen die ik had opgevangen, dat er zwaar weer op komst is voor de beeldende kunst, dan onjuist waren of compleet uit de lucht gegrepen. Dat was niet het geval. Het is zeker zo dat de Provinciale Staten in de cultuurnota straks een signaal zullen krijgen dat de bakens moeten worden verzet, zeker wat de beeldende kunst betreft. Het wegvallen van de Rijksbijdrage kan niet voor het volle pond door de Provincie worden gecompenseerd. Bovendien gaat een groot deel van deze gelden nu naar de gemeente Leeuwarden die daar eigen beleid voor moet ontwikkelen. Waar vallen de klappen dan? In ieder geval niet bij de kunstenaarsinitiatieven SYB en VHDG, zo begreep ik. De Provincie wil juist alles in het werk stellen om dit soort initiatieven volop de ruimte te geven om zich verder te ontwikkelen. Keunstwurk dan? Ook dat niet, zo maakte ik op uit wat mij ter ore kwam. Met name de taken op het gebied van documentatie en advisering wil de Provincie graag in stand houden, hoewel er ten aanzien van de bemiddeling twijfels blijven bestaan.

Al met al blijft het voor mij een raadsel hoe ik maandag – uit betrouwbare bron nota bene – zulke alarmerende geluiden heb kunnen vernemen. Als ik het nu goed begrijp, hoeft niemand zich echt zorgen te maken. Het is vooral het kunstenaarsbeleid (de specifieke subsidies gericht op opdrachten en projecten) dat gaat verdwijnen. Eerlijk gezegd ben ik er nog niet helemaal gerust op.  Het mag dan zo zijn dat de Provincie er alles aan doet om haar taak voor de beeldende kunst zo goed mogelijk overeind te houden, zeker is dat er dingen gaan veranderen en het geheel er niet beter op wordt. Financiële steun die gekoppeld is aan de Mondriaanstichting blijft (noodgedwongen) bestaan. Daarmee wordt de greep van deze landelijke instelling op het provinciale beleid relatief gezien alleen maar groter. Daarnaast is de zorg voor een productieklimaat in een meer brede zin van het woord stilaan aan het verdwijnen.

Initiatieven als SYB en VHDG zijn broodnodig, maar hebben geen stimulerende functie buiten het segment waarin zij werkzaam zijn. In feite zijn het maar weinig kunstenaars die van dit soort initiatieven profiteren. Ook het publieksbereik van SYB en VHDG is relatief gering. Daar is op zich zelf niets mis mee, want er wordt hier geëxperimenteerd en een kwalitatief hoogwaardig programma geboden. Maar de brede subtop van kunstenaars, die in Friesland van oudsher rijk vertegenwoordigt is, heeft hier weinig baat bij. Zij worden eigenlijk als een verloren generatie beschouwd. Zij komen niet of nauwelijks meer aan de bak bij de landelijke fondsen en krijgen nu ook in het provinciaal beleid geen aandacht meer. Het is nog maar de vraag wat de Gemeente Leeuwarden met zijn nieuwe geld gaat doen. En hoe moet het met al die kunstnaars die buiten Leeuwarden wonen? Bovendien ontbreekt nog altijd een centraal podium waar rijp en groen zich kunnen presenteren. Er is geen broedplaats voor nieuw talent. Voorzieningen voor ‘artists in residence’ – waarin het CBK in de Infirmerie zou gaan voorzien – zijn er gewoon niet.

De verschuiving in aandacht van kunstenaarsbeleid naar het ondersteunen van instellingen is ook op landelijk niveau te signaleren. Als kunstenaar moet je straks je eigen weg maar zien te vinden. Die ondernemende houding is in een stedelijke omgeving wat makkelijker in praktijk te brengen dan in een excentrische regio als Friesland. Al met al zie ik op korte termijn een situatie ontstaan waarin er nog maar enkele tientallen kunstenaars in Friesland professioneel met hun vak bezig zullen zijn. Daarmee is deze provincie dan terug bij af, dat wil zeggen: bij de situatie zoals die hier in de jaren vijftig ook aanwezig was. Misschien moet je dat niet erg vinden.  Misschien zijn er straks hele goeie amateurs die het gat invullen. Ik ben alleen bang dat je daarmee jezelf voor de gek houdt. Waar kunstenaars uitsterven, gaat er weldra meer naar de knoppen. De aanwezigheid van kunstenaars is een soort lakmoesproef voor een economisch gezond klimaat. Je zou het in navolging van Richard Florida de ‘kunstenaarsindex’ kunnen noemen. Een regio zonder kunstenaars zal weldra veranderen in een dode uithoek, waar weinig spannends te beleven, laat staan te ondernemen valt.

Al met al rijst de vraag, hoe serieus de Provincie de beeldende kunst eigenlijk nog neemt. Er is de laatste jaren duidelik sprake van een neergaande spiraal in de beleidsmatige aandacht. Hoe is het mogelijk dat er door Provincie en gemeente nooit een evaluatie is uitgevoerd – of laten uitvoeren – van het mislukken van een centrum van beeldende kunst. Jarenlang werd er in allerlei duurbetaalde rapporten van externe bureaus gewezen op de bittere noodzaak van een centrale broedplaats met alles er op en eraan. Die analyses zijn nu compleet uit beeld geraakt, terwijl allerlei nieuwe ontwikkelingen in het veld de behoefte aan een dergelijke voorziening andermaal onderstrepen. Er zou een centrale plek of broedplaats moeten komen, waar synergie tot stand komt tussen autonome kunst en de uitingen van ‘creatievelingen’ in de nieuwe media.  Waarom mikt Friesland niet op de uitdaging van een creatieve ‘Silicon Vally’ op het terrein van beeldende kunst, design, de digitale industrie en popmuziek?  Dat soort ambitieuze vergezichten zijn geruisloos achter de horizon verdwenen. De beeldende kunst zit in de hoek waar de klappen vallen. En als je geschoren wordt, moet je stilzitten, zo wordt wel eens beweerd.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)