It paed werom

Het was een beetje kouwe bedoening gisteren in de Broerekerk in Bolsward. Ze hadden er straalkachels neergezet om het nog wat warm te krijgen. Ik ben op de achterste rij gaan zitten met zo’n kachel op mijn kop gericht. Zo kon ik gedurende de twee uur durende plechtigheid nog een beetje op temperatuur blijven, want het was een hele zit. Dat lag niet aan Ernst Bruinsma. Als juryvoorzitter hield hij een voorbeeldig betoog over de literaire verdiensten van de laureaat. Maar de kou trok behoorlijk op. Piter Wilkens probeerde de sfeer er een beetje in te houden, maar achterin de kerk was niks van zijn troubadourgedoe te verstaan. Na twee nummers kreeg hij pas door dat het zonder microfoon niks wordt in deze tochtige ruimte.

Over twee jaar moet de uitreiking van de Gysbert Japicxprijs gewoon weer in het stadhuis van Bolsward plaatsvinden, want dit is niks zo. Onderweg van Leeuwarden naar Bolsward trof ik Arjan Hut met zijn partner Donna Wouda. ‘Dus jij wint over twee jaar de prijs,’ zei ik nog. Arjan vertelde dat Trinus Riemersma hem had gezegd, dat hij als dichter geen prijswinnaar was, terwijl hij toch al de Steven Sterkprijs gewonnen had. Trinus had dat overigens goed bedoeld, benadrukte hij nog. Nee, dan die Jeroen Brouwers. Die weigert een prijs van 16.000 Euro! Josse de Haan laat zich met een kluitje van 5000 Euro in het riet sturen. Dat is dus een grof schandaal, zou ik zo zeggen. Werk aan de winkel voor Jannewietske! Maar ja, ze heeft al zoveel te doen en geen kwaad woord over Jannewietske.

Josse de Haan gaf haar in zijn dankwoord nog een opdracht mee. Zorg voor betere mogelijkheden om romans van Friese schrijvers vertaald te krijgen in het Nederlands of zelfs in alle andere talen. Er bestaat zoiets als het Nederlands literair productie- en vertalingsfonds, maar dat schijnt niet zo goed te functioneren. Erg ingewikkeld en tijdrovend, hoorde ik van iemand die het weten kan. Je moet een professionele vertaler inschakelen en dat is erg duur. Daar is toch niks op tegen, dacht ik nog. Maar wie ben ik? Een nieuw Fries vertaalbureau lijkt me ook geen optie.

Josse de Haan had trouwens heel wat pijlen op zijn boog. De zaal sidderde bij zijn dankwoord. De Friese literaire kritiek werd finaal over de hekel gehaald. Of je daar nu zo goed aan doet om je gerak te halen bij zo’n gelegenheid, vraag ik me af. Je hebt al gewonnen, waarom dan ook nog zout in de wonden. Zelfs Teake Oppewal van Tresoar kreeg nog een veeg uit de pan. Die arme jongen. Hij zat twee stoelen voor mij en ik zag hem even in elkaar krimpen onder de geselende woorden van Josse. Teake was trouwens nogal verbaasd dat ik over hem geschreven had op mijn weblog. ‘Niemand kan met nou nog zomaar wat staan praten, want het staat de volgende dag gewoon op je log!’

Ja, Teake, dat is zo. Maar met journalisten is het niet anders. Je moet altijd oppassen met wat je zegt. Maar wees gerust, ik ben heel integer. Ik zal nooit iemand in verlegenheid brengen met wat hij in vertrouwen aan mij heeft medegedeeld (hoewel?). Nee, het was geen echt warme plechtigheid gisteren. Teveel moest worden uitgelegd, waarom Josse – ondanks alles – de prijs toch echt had verdiend. Ik snap die hele discussie niet. Moet je dan alleen maar over koetjes en kalfjes schrijven? De Gysbert Japicxprijs is toch ingesteld om het Friese klootjesvolk te laten weten dat Durk van der Ploeg en Hylke Speerstra die prijs nooit en te nimmer zullen winnen. Verschil moet er wezen, want het gaat om literatuur.

Ik geloof dat ik nu onzin uitkraam. En toch, er zit een kern van waarheid in deze woorden. Ik ben niet meegegaan naar het buffet, want ik kreeg het een beetje benauwd tussen al die gelovigen van de Friese kerk. Ik liep nog even door de binnenstad van Bolsward en verbaasde mij erover hoe mooi de herfst is, als de laatste bladeren aan de bomen hangen. De stilte voor de eerste novemberstorm. Eén windvlaag en alles is weg. Ach, al het leven is ijdelheid. De dood is ons aller lot. De mens is slechts een zeepbel in de onmetelijke ruimte van de eeuwigheid. Door het glazen dak van de Broerekerk zag ik een zwerm vogels naar het zuiden vliegen. Ik denk dat Josse ook blij is, als hij straks weer thuis is in Hendaye. Piter Wilkens zong het nog: ‘It ein fan eltse reis is it pead werom.’

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)