Het recht om te beledigen

Vanmiddag was ik uitgenodigd om deel te nemen aan een openbaar debat in het kader van de 5 mei-viering in Leeuwarden. Waar je als weblogger niet allemaal voor gevraagd wordt. Pal voor de Infirmerie was een grote tent opgezet. Eric Ennema van Omrop Fryslân was discussieleider. Er waren koppels gevormd die met elkaar in debat gingen over een stelling. Het publiek kon zich ook mengen in de strijd die telkens een half uur duurde. Het publiek bepaalde ook de uitslag, waarna Arie Boomsma – die lange boom van een vent, die bij De EO binnenkort 40 dagen lang mensen voor de camera aan seksuele onthouding laat doen – een winnaar aanwees in het publiek.

Ik moest het opnemen tegen Hetty Hafkamp, de oud-wethouder van Leeuwarden ‘Als anderen zich beledigd voelen door wat ik zeg, is dat hun probleem’, zo luidde stelling. Ieder van ons kreeg in eerste instantie 30 seconden de tijd om zijn standpunt toe te lichten. Ik was vóór de stelling, dat moge duidelijk zijn. Ik had voor mezelf een mooi verhaal bedacht, maar omdat ik maar zo weinig tijd had, moest ik het drastisch inkorten. Hieronder volgt de integrale versie van mijn pleidooi, zoals ik het eigenlijk had willen zeggen:

Na de moord op Theo van Gogh is het ‘zich gekwetst voelen’ in Nederland letterlijk heilig verklaard. Maar waarom voelt iemand zich gekwetst? Op grond van een achterlijke religie? Als dat zo is, dan heb ik daar geen boodschap aan. Vaak hoor je tegenwoordig beweren, dat iedereen weliswaar de vrijheid heeft om over van alles en nog wat zijn mening te uiten, maar dat wil nog niet zeggen, dat je van dat recht ook in alle gevallen gebruik hoeft te maken. Waarom zou je immers zeggen of schrijven, wat je werkelijk denkt, als je daarmee iemand anders diep zou beledigen.
.
In haar laatste Kersttoespraak meende zelfs koningen Beatrix er goed aan te doen in deze kwestie haar mening te geven. ‘Vrijheid van meningsuiting is geen vrijbrief om te beledigen,’ zo beweerde zij stellig. Ze beriep zich daarbij op de moraal, dat is wat anders dan het recht. Maar welke moraal, denk ik dan? De christelijke moraal? De islamitische moraal? De moraal van de humanisten, de orangisten, de atheïsten? Laten we het eerst over het recht hebben, het recht dat bedreigd wordt.
.
Zo bestaat er in Nederland gelukkig nog altijd het recht op vrijheid van meningsuiting. Dat houdt per definitie in, dat er tegelijk ook een recht bestaat om te beledigen. Schopenhauer beweerde zelfs dat er ook zoiets bestaat als de kunst van het beledigen. Maar laten we ons tot het recht beperken. Zelfs in het ‘Verdrag van de Europese rechten van de mens’ wordt het recht van vrije meningsuiting direct gekoppeld aan het recht om te beledigen. Ik citeer letterlijk de tekst van dit verdrag: ‘De vrijheid van meningsuiting vormt een van de meest wezenlijke fundamenten van een democratische samenleving (..) Zij is niet alleen toepasbaar op informatie of ideeën, maar ook op alles wat beledigt, shockeert of de Staat – of welke sector van de samenleving dan ook – in verwarring brengt.’

Ik ben er trots op dan in Nederland dat recht ook door de rechter wordt gehandhaafd. Natuurlijk zijn er grenzen aan dat recht. Je mag niet mensen beledigen puur om het beledigen zelf. Elke belediging moet functioneel zijn, dat wel zeggen: hij moet een bewering, stelling of formulering bevatten die iets aan het licht brengt of een bijdrage levert aan een maatschappelijke debat. De belediging moet dus een hoger doel dienen. Wie bepaalt dan dat hogere doel? Uiteindelijk is dat de rechter. Ik kan wel bij alles roepen, dat ik mij beledigd voel door de uitlatingen van Pietje Puk op zijn weblog. Alleen de rechter bepaalt achteraf of mijn gevoel van belediging terecht was, of dat ik een zeurpiet ben of een kruidje-roer-me-niet.
.
Daarbij gaat de rechter in Nederland gelukkig heel ver. Om twee voorbeelden te noemen. De Imam El Moemni (zie foto) beweerde in 2002 het volgende: ‘Homoseksualiteit is een ziekelijke afwijking die schadelijk is voor de Nederlandse samenleving.’ Voor een aanklacht over die uitspraak werd hij uiteindelijk vrijgesproken door het Haags gerechtshof. Daar ben ik trots op. Voor mij is dat een bewijs, dat wij in een vrij land leven, een land waar je het recht hebt om een ander, of misschien zelfs een hele bevolkingsgroep te beledigen.

Een jaar later beweerde Hirsi Ali iets heel anders, namelijk: ‘De Islam is naar sommige maatstaven gerekend een achterlijkje religie en Mohamed is een perverse profeet.’ Hoewel er 600 klachten over deze uitspraak bij de rechtbank werden ingediend, werd Hirsi Ali niet vervolgd. Ook daar ben ik heel trots op, want ook dit zie ik als een bewijs dat wij in een vrij land leven waar het recht bestaat om een ander, misschien zelfs een hele bevolkingsgroep te beledigen.

Laten wij toch vooral onszelf de mond niet snoeren. Laten wij geen angst hebben om vrijuit te spreken telkens als we dat nodig vinden. Later wij er niet voor terugschrikken om elkaar te beledigen, als dat nodig is om onze menig voluit kenbaar te maken. Het is een groot recht, dat wij dat kunnen doen. Laten wij toch vooral dat fundamentele recht om te beledigen bewaken en veilig stellen. Zoniet dan is het fundament van de vrijheid in het geding. Dan dooft het licht.

Helaas ik heb de discussie glansrijk verloren. Veruit de meeste stemmen uit het publiek gingen naar Hetty Hafkamp, die volgens mij lang niet zo’n sterk verhaal had als ik. Zelfs Arie Boomsma vond dat de balans een beetje zoek was. Mensen zijn bang, zo is het helaas.

1 Reactie »

  1. » Angels in the night

    7 november 2014 op 22:31

    […] reageerde een zekere Y.J. Dam op mijn log over Het recht om te beledigen. Mijn deelname aan het bevrijdingsdebat heeft nogal wat stof doen opwaaien. Meerdere mensen […]

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)