Porno in het publieke domein staat opens volop in discussie. In Utrecht maakte de ChristenUnie bezwaar tegen een megaposter in de binnenstad waarop een schaars gekleed model met een bikini van goudlamé was te zien. Vorige week was eer een actie in de binnenstad van Leeuwarden, waarbij posters van digitaal gemanipuleerde vrouwen werden afgeplakt. Een van de actievoeders, LC redactrice Jantien de Boer, schrijft in de LC van vandaag een groot artikel met ed kop ‘Porno is overal’ (zie foto boven) , waarbij zij ingaat op het boek ‘Female chauvinist pigs’. in dat boek trekt Ariel Levy van leer tegen de nieuwe trend om de pornografie als norm te nemen voor de seksueel bevrijde vrouw, die opeens paaldanseressen en pornosterren moet nadoen om nog meet te tellen. Volgens Marlies Dekkers en Heleen van Royen moet de hedendaagse vrouw vooral ‘stout’ zijn. Met andere woorden seksueel uitdagend zoals ook de reclame popageert.
.
Inmiddels zijn er kamervragen zijn als gesteld over pornografische videoclips op tv die beledigend zouden zijn voor de vrouw en kwalijke rolmodellen zouden propageren. Daarnaast laait in heel wat gemeenten een discussie op over discofeesten waarbij live porno-acts worden opgevoerd om het publiek in een betere (lees: geile) stemming te brengen. Orale, vaginale en anale live-seks op het podium mogen niet, door een VJ geprojecteerde pornobeelden mogen wel, zo heb ik begrepen. Kortom, er is alom verwarring over de vraag, waar nu precies de grenzen liggen. Is hier sprake van een nieuwe preutsheid, een oprisping van jaren zeventig feminisme of van een terechte verontwaardiging over een doorgeslagen seksuele moraal over watt wel en niet kan in het publieke domein?
Om de verwarring nog groter te maken viel vanochtend het nieuwe nummer van het kunsttijdschrift Metropolis M in de bus. Dat is voor een groot deel gewijd aan de hedendaagse kruisbestuiving tussen pornografie en beeldende kunst. Vooral het artikel ‘Functioneel naakt’ van Jennefer Allen is zeer lezenswaardig, omdat deze auteur morele vooroordelen zorgvuldig weet te vermijden. Onderstaande gegeven zijn grotendeels aan haar artikel ontleend. Het onderwerp zelf, zo stelt zij, is niet problematisch, maar eerder de context, die in tijden van globalisering sterk afhankelijk is van tijdgebonden en sociaal-culturele omstandigheden. Zo is de censuurwetgevging van de regering van belang, maar ook de biopolitieke agenda, de bestaande esthetische tradities op dit terrein en de ongeschreven en zeden en gewoonten ten aanzien van het lichaam.
Maar hoe zit het nu met die veranderende relatie tussen pormo en samenleving. Wat dertig jaar geleden een hot item was, is nu gesneden koek. Nieuwe technologische middelen als internet, YouTube, Web 2.0, webcams, digitale fotografie en mobiele fotografie hebben de relatie tussen porno en het publieke domein sterk beinvloed. Van alle websites op het internet is 12 % gewijd aan pornografie. Bovendien heeft 25 %procent van alle zoekacties op het internet betrekking op poroosites. Het gedrag van de internetgebruiker blijft het grote geheim in de discussies over deze materie. Vaak wordt er gewezen dat porno op internet zou aanzetten tot verkrachting en het seksueel misbruiken van vrouwen. De cijfers echter laten het tegendeel zien. Onderzoek in de VS heeft aangetoond dat een stijging van 10 % in de internetaansluitingen heeft geleid tot een afname van 7.3 % in het aantal verkrachtingen. Bovendien daalde het aantal verkrachtingen het sterkst in staten waar het internet het snelst groeide.
Nog opmerkelijker vond ik de stelling dat pornografie in de laatste decennia een stimulerende werking heeft gehad op een aantal technologische vernieuwingen. Het was door de opkomst van het fenomeen verhuurbare porno-video dat het systeem VHS het uiteindelijk gewonnen heeft van Betamax en Video 2000. Porno vormt ook de beslissende factor in de strijd tussen Sony blue-ray en HD-dvd van Toshiba om de heerschappij op de markt voor digitale beelddragers. Porno heeft het de technologische vernieuwingen voor bewegende beelden op internet en mobiele telefoons sterk bevorderd. Porno is dan ook een mondiale aanjager van de nieuwe digitale technologie. Bovendien gaan in de porno-industrie wereldwijd jaarlijks tientallen miljarden dollars om. Het is dan ook een van de grootste wereldmarkten. Je zou zelfs kunnen beweren dat de mix van pornografie, technologie en esthetiek de wereld in no-time aan het veranderen is op een wijze waar zelfs de futuristen destijds nooit hadden kunnen dromen.
Maar wat heeft dat alles te maken met de vraag of de ontwikkelingen niet aan het doorslaan zijn. Raken we niet met zijn allen beland in een maatschappij niet ‘oversexed en underfucked’ is. Porno heeft vooral betrekking op de verbeelding van seksualiteit en niet op de actieve beoefening daarvan. Steeds meer vrouwen, zo wordt beweerd, gedragen zich tegenwoordig alsof ze seksueel tot alles bereid zijn, zonder dat ze daadwerkelijk ook meer actief zijn op seksueel gebied. Seks wordt zo een theater van de verbeelding, maar wordt er ook meer geneukt? Laat staan meer goed geneukt. Daar lees je nergens over. Wat mij in veel van dit soort beschouwingen opvalt is dat de aandacht zich vooral richt op de buitenkant van de problematiek en niet op de onderliggende structuren. De commerciële exploitatie van lichaam en seksualiteit lijkt in de hedendaagse spektakelmaatschappij een onontkoombaar gegeven geworden. Het is de vraag of je daar wat aan kunt veranderen door alleen de symptomen te bestrijden.
Het afplakken van reclameposters lijdt onontkoombaar tot fraaie foto’s in de krant waarbij dat soort posters juist nog eens extra aandacht krijgen. De fraaie foto in de LC van vorige week werd door Asing Walthaus prompt op zijn eigen site getoond, met de trotse toevoeging dat hij hem ook zelf had gemaakt. Door hem hier nog eens te plaatsen wordt de actie wederom in een ander kader geplaatst. Kortom, het verzet tegen de spektakularisering van de seksualiteit wordt acuut door het spektakel van de media geabsorbeerd. Verzet tegen de uitwassen van de spektakelmaatschappij is veelal zinloos, omdat het spektakel van de media uiteindelijk alles opslokt. Daar kwamen de situatationisten in de jaren zestig al achter, maar die valstrik wordt nog altijd niet door iedereen doorzien. Door post-feministische actievoerders niet en vaak ook niet door kunstenaars die zich op kritische wijze bezighouden met pornografie.
In de 1974 wekte bovenstaande foto – een project van beeldend kunstenaar Lynda Benglis – behoorlijk wat ophef bij de redactie van het Amerikaanse tijdschrift Artforum. Twee vrouwelijkelijke redacteuren namen acuut ontslag, omdat zij het een grove belediging vonden voor de beweging die streed voor vrouwenemancipatie. Ruim dertig jaar later wordt deze foto nog steeds in kunsttijdschriften gereproduceerd – ook in het laastste nummer Metropolis M en nu ook op mijn site – als voorbeeld van een kritische actie in de kunstwereld, al was het de kunstenaar te doen om het tegendeel: de bevrijding van de vrouw uit bestaande rolmodellen in de representatie. Het spektakel van de media verslindt elke kritiek. De vraag is of je als kunstenaar op dit terrein wel op authentieke wijze iets aan de orde kunt stellen dat hout snijdt.
Het gaat in de hedendaagse kunst niet meer om een kritische inhoud, maar om de vraag waarom, in welke mate en van waaruit er eigenlijk nog kritiek mogelijk is. Of anders gezegd: om de vraag in hoeverre degene die het kunstwerk uiteindelijk consumeert al of niet weet heeft van de context waarbinnen deze kritiek plaatsvindt. Op vergelijkbare wijze gaat het in de hedendaagse beeldcultuur niet meer om de inhoud van het beeld, maar om de voortdurende manipulatie van coderingen en context. In dat spel blijkt de pornografie een heel geschikte proeftuin te zijn. Niet alleen op het terrein van de kunst, maar ook in het publieke domein. Kortom: de context is belangrijker dan het beeld. In Afghanistan werden na de val van het Talibaan- regime blote posters in het openbaar gekust en geknuffeld. In Leeuwarden worden ze tegenwoordig afgeplakt. De vraag rijst of het pornografische beeld in de publieke ruimte onze mentale beleving van de seksualiteit inderdaad verandert, maar ook of dit soort beelden niet het ultieme signaal zijn geworden van onze westerse vrijheid en democratie. Hoe dan ook, porno is overal. Er lijkt geen ontkomen meer aan.