Als ik alle commentatoren moet geloven is de wereld na 9/11 zich zelf niet meer. Het gaat nog decennia duren voor we de impact van deze gebeurtenis kunnen doorgronden. Aan mijn hoela, denk ik dan. We praten mekaar de afgrond in. Defaitisme is tegenwoordig gemeengoed geworden. Na de eeuwigdurende holiday van de onbezorgde jaren negentig is het nu één en al kommer en kwel in de wereld. Deze ramp is het symbool geworden van het verholen westerse schuldgevoel voor de zogeheten ‘derde wereld’. Dat is een voorgeprogrammeerde emotie die ik mezelf niet laat opdringen. Door niemand niet, geen TV, geen krant, geen Amerikaan en geen bebaarde moslim.
Gisteren werd in Leeuwarden de fotomanifestatie Noorderlicht geopend. In de achtertuin van het Fries Museum sprak Shahidul Alam (zie foto). Hij is afkomstig uit Bangladesh en werd aangekondigd als de nestor van de Aziatische fotografie. Het was een briljant verhaal dat hij ten beste gaf, zomaar uit het blote hoofd. Hij sprak over de ‘majority world’ in plaats van de ‘derde wereld’ en vroeg zich af wat de woorden ‘een beschaafd land’ eigenlijk nog te betekenen hebben.
Wat betekent het woord democratie, waar de beschaafde westen de mond vol van heeft, als de feitelijke macht in de wereld in handen is een kleine minderheid van slechts 10 procent? De beeldvorming van de ‘majority world’, zo stelde hij, is in handen is van de ‘minority world’. En zo kwam hij te spreken over de vooroordelen die hij zelf moet ondervinden om als bebaarde moslim in Europa op straat te lopen. Hij deed dat met humor en zelfspot. Toch kon ik mij niet aan de indruk onttrekken dat hij – op een hele subtiele manier – een spel speelde met mijn schuldgevoel. Met het ongemak ook dat ik als westerling moet voelen als ik zie dat een bebaarde moslim uit Bangladesh een verbaal begaafde kosmopoliet blijkt te zijn.
Mr. Shahidul Alam kreeg het gehoor op zijn hand. Zo welbespraakt heb ik ook nog nooit een tentoonstelling horen openen. Sinds de invoering van de Mammoetwet in er niemand meer in dit ongeletterde kikkerland die nog weet wat is om uit het blote hoofd een toespraak te houden die klinkt als een klok. Hoeveel Hollanders zijn geen stotterende analfabeten in vergelijking met deze uiterst eloquente redenaar uit Bangladesh? En toch, in zijn accentloze Engels beluisterde ik misschien ook iets te veel de minzame toon van de upperclass.
Ik kan mij vergissen, maar dit Engels verraadde een jarenlang verblijf op een dure Britse kostschool en anders wel een studie in Oxford of Cambridge. Je hebt tegenwoordig ambassadeurs van de ‘majority world’ die zeer bedreven zijn in het kweken van schuldgevoelens. Sterker nog, zij hebben er hun beroep van gemaakt. Hoeveel kunstenaars uit Afrika en Azië maken niet een mondiale bliksemcarrière door de manipulatieve beeldvorming van de ‘majority world’ als onderwerp van hun kunst te nemen. Furore maak je tegenwoordig als niet over een monolithische identiteit beschikt, maar op drift bent geraakt tussen twee botsende beschavingen.
Als een exotisische kosmopoliet drijvend tussen wal en schip: de ‘majority world’ en de ‘minority world’. Salman Rushdie is achteraf beschouwd het prototype van een nieuw type kunstenaar in een snel globaliserende wereld. Dit soort kunstenaars zijn geen slachtoffers van de ene wereld, maar ook geen representanten van de andere. Tot op zekere hoogte zijn zij misschien wel bevoorrecht. Zij beschikken immers over beide: the best of best worlds. Niet alleen de wereld van de meerderheid en de minderheid, maar ook die van vóór en na 11 september.