Het is vandaag weer 1 september. Meer dan welke andere dag is dit elk jaar weer een beladen datum. De zomer is voorbij. Binnenkort nemen de spreeuwen weer bezit van de bomen achter in de tuin, om al het fruit, wat er nog over is, in een orgastisch gekwetter weg te vreten. De datum 1 september is voor mij nog altijd verbonden met het einde van de grote vakantie. In de jaren dat ik zelf nog naar school ging, begon het nieuwe schooljaar altijd op 1 september. Dat kon ook wel eens 2, 3 of 4 september zijn, maar nooit 30 of 31 augustus. Men had in die tijd nog gevoel voor symboliek en van vakantiespreiding had nog niemand ooit gehoord. Leraren begonnen nog met een peptalk. ‘Als je vandaag niet meteen begint, begin je het hele jaar niet meer.’ Ik hoor het ze nog zeggen. Het was zaak om vanaf de eerste dag op scherp te staan. Vanaf 1 september dus.
1 september is voor mij ook al dertien jaar lang de datum die verbonden is met de dood van Prinses Diana. Eigenlijk was het zondag 31 augustus, dat het ongeluk gebeurde. Het nieuws sloeg bij mij in als een bom. Die hele zondag zat ik gekluisterd aan de tv. Ik zie nog de beelden van Tony Blair, geïnterviewd op weg naar de kerk. Ik zie de eerste bloemen rond Buckingham Palace. Het was het begin van een gigantische mediahype, die zich nooit eerder in deze omvang had aangediend. Die zondag was ook de laatste zomergast op tv: Hugo Brandt Corstius, de vader van de huidige presentator, u weet wel die kalende jonge man met vochtige ogen, die niet weet wie Jean Genet is. Hugo Brandt Corstius begon de avond met de mededeling dat bij beslist niets over Lady Di wilde zeggen. Die uitspraak schokte mij. Ik heb toen meteen de tv uitgezet. Wat een intellectuele arrogantie! Totaal blind ook voor het historisch belang van deze mondiale media-happening.
Soms denk ik wel eens, dat aanslagen van 11 september nooit hadden plaats gevonden, als Lady Di niet was verongelukt. Opeens werd duidelijk hoe televisie en emotie een monsterverbond aan kunnen gaan met de massa. Ik schreef die laatste zondag van augustus een tekst die de volgende dag in de krant verscheen. Op 1 september dus. ‘Lady Di was echter dan echt’, luidde de kop. Aan het slot verwees ik nog naar het lied, dat Elton John ooit schreef over de dood van Marilyn Monroe, like a candle in the wind, niet wetend dat dit vijf dagen later – in aangepaste versie – door diezelfde Elton John bij de uitvaartdienst gezongen zou worden. Alles was onecht aan dit lied, dat oorspronkelijk ook niet voor Lady Di geschreven was. Het werd ook niet eens live gezonden, maar was al een dag eerder opgenomen. En toch, toen ik de stem van Elton John hoorde – ‘live’ op tv – liepen de rillingen me over de rug. Ik geloof zelfs, dat ik toen heel even een traan gelaten heb. Er was iets voorgoed veranderd. Voortaan leefde ik in een wereld van voorgeprogrammeerde emoties. Alles gebeurt alsof je het zelf zo hebt bedacht. Zo onecht, dat het tegelijk weer echt wordt. Sterker nog: echter dan echt.