De man met het snorretje

‘Tot dan toe hadden we de theologen of de theologiserende atheïsten aangehoord, een boeiende belevenis voor wie ( zoals ik) van theologiseren houdt, maar de rauwe stem van het volk had nog ontbroken. Die kwam van de man met het strikje en het snorretje, die (een waarlijk godswonder) steeds weer in staat blijkt iedere televisie-uitzending en teach-in te penetreren om daar onrust te zaaien (hij was ook die Mgr. Bekkers interrumpeerde in de stoel bij Mies en scène). Bij zoveel geïnspireerd geraaskal veerde de zaal even op. (“Als God in de zaal zat zou ik ook op zijn fouten wijzen” zei de man ondermeer), maar daarna werd hij toch snel weggeklapt’.

Aldus schreef Nico Scheepmaker in de Leeuwarder Courant van 12 oktober 1966. Hij had gekeken naar een avondvullende uitzending op de televisie. In het kader van haar veertigjarig zond de VPRO een live-discusie uit met publiek – een teach-in heette dat in de dagen – over het thema God na de dood van God. Een half jaar daarvoor, op 8 april 1966, verscheen het Amerikaanse tijdschrift Time de cover ‘Is God dead?’ Die provocerende vraag bracht een enorme discussie teweeg in Amerika. Het was een historisch moment. Natuurlijk was God al lang daarvoor doodverklaard, maar voor het grote publiek begon deze doodstijding pas in de tweede helft van de jaren zestig bekend te worden. De teach-in op de VPRO- televisie kan ik me nog herinneren. Ik heb de hele avond ademloos zitten kijken. Ook Gerard Reve – toen nog Gerard Kornelis van het Reve – deed mee. Verder passeerde die avond een keur van theologen, deskundologen, schrijvers en dichters de revue, zoals onder meer: professor Sperna Weiland, Fons Elders, Anton Constandse, Jan Hein Donner, Harry Mulisch, Simon Vinkenoog, Roel van Duyn, Guus Dijkhuizen, professor Han Fortmann, Jan Kassies en Ed van Thijn.

Ieder deed zijn zegje over het sterfbed van de Almachtige. ‘Waar is Gods lijk nu hij dood is?’ vroeg Harry Mulisch retorisch aan de zaal, om daarna zelf ook maar meteen het antwoord te geven: ‘Gods lijk is de techniek.’ in zijn televisierubriek liet Nico Scheepmaker weten dat Gerard Reve een verklaring voorlas, die er vrij geformuleerd op neer kwam, ‘dat God niet dood is, weliswaar een hele tijd erg ziek is geweest, maar nu weer springlevend is.’ Simon Vinkenoog zei ‘dat over God niet te praten valt, dat God een ervaring is’, waarna professor Han Fortmann ‘oliesel op de golven gooide met zijn verklaring, dat hij vaak twijfelde, maar zijn geloof niet had willen missen’. Joop van Tijn besloot de avond met de constatering ‘dat God zijn bestaansrecht toch weer bewezen had, omdat het hem waarachtig weer gelukt was zichzelf tot discussiethema bij uitnemendheid te verklaren.’ De enige die niet geciteerd werd in de kant was Anton Constandse, ‘wiens peil’, volgens Reve, ‘geen enkele spreker ook maar bij benadering wist te behalen’, zoals hij de volgende dag in een brief aan Josine M. liet weten.

Waar het me nu om gaat is niet zozeer het optreden van Gerard Reve, dat overigens in mijn geheugen behoorlijk was weggezakt, maar van die man met dat strikje en dat snorretje. Wonderlijk genoeg kan ik me die man wel herinneren. Na ruim veertig jaar spookt hij nog altijd rond tussen mijn grijze hersencellen  In die tijd kweek ik veel TV. Ik zat in de examenklas van de middelbare school. Zo kan ik mij ook nog goed het laatste interview met Mgr. Bekkers voor de geest halen, dat in februari 1966 werd uitgezonden. Mgr. Bekkers zat in de stoel bij Mies Bouwman in het programma Mies en scène en werd inderdaad onderbroken door dezelfde man met het snorretje. De bisschop overleed drie maanden later op 9 mei 1966, de dag nadat mijn vader overleed. Het geheugen zit raar in elkaar, maar van het jaar 1966 kan ik – als ik even mijn best doe – heel wat dagen reconstrueren.

IMAGE0002

Onlangs las ik het boek Bisschop Bekkers vriend van ons allen, dat in 1966 kort na zijn dood is verschenen. De auteur N. Van Hees wijdt daarin een heel hoofdstuk aan de befaamde televisieoptredens van deze charismatische bisschop. Zo komt ook de uitzending van Mies en scène ter sprake in februari 1966. Het was de allerlaatste keer dat Bekkers in het openbaar te zien was. Kort daarna werd hij ziek. De man met het  het snorretje duikt in dit boek ook weer op. Hij heeft zelfs een naam: Henk Hebing. Het blijkt dat hij Bisschop Bekkers nog een brief heeft geschreven, waar hij ook een antwoord op terug ontving. Het was één van de laatste brieven, 
die door bisschop Bekkers persoonlijk beantwoord werden. De brief van de man met het snorretje staat ook letterlijk afgedrukt in het boek van Van Hees. Hij is in nogal gebrekkig Nederlands geschreven. De tekst luidt als volgt:

Amsterdam Oud-West

20 februari 1966

Beste  Monseigneur Bekkers,

Ik hoorde U in de zaal in de FRASCATIE in AMSTERDAM bij mies BOUWMAN. Toen MEVROUW BOUWMAN U iets vroeg waarom de mensen buiten de kerk bleven. Ik heb toen gewacht op de laatste vraag van MIES BOUWMAN, en zij toen ik wou U straks even spreken of ik kan gezegd hebben ik wou graag wat zeggen. Maar MEVROUW BOUWMAN of MIES BOUWMAS zij nee dat doet U straks maar. En dat heb ik dan ook gedaan.  En U zij tegen mij of ik het per brief wou schreiven nou hier is dan 
de brief. Ik heb niets tegen U wand ik mag U heel graag hoorren 
net zo als pater lejopold verhagen.

Maar ik kan het niet hebben dat die weerreld zo vuil in mekaar 
zit met alles. Vooral als ik ga praten over dat gedoe met de negers 
verbranden dan kan ik het wel uit schrewen om ze te lijf te gaan 
U weet wel wie ik daar me bedoel DE KLUKKLANS. Ik ben iemand al haten ze mij er door ik blijf daar me door gaan die 
op iemand ze fouten blijf weizen hoog en laag rijk en arm ieder die 
fout is spreek ik aan. U bent niet vout wel de genedie dat toe laat 
de paus. Er staat in de bijbel laat de kinderen tot mij komen rijk en arm en alle kleur van blank tot zwart enzovoort. Preek mijn woorden uit over de hele aarde zo dat ze weten wie 
GOD is.  En dat word gedaan maar hoe op een afschuwwelijke weize.

Het huis van GOD de kerk, is een theater waar je de plaatsen kan 
reseveerren. Als je binnen komt preis per plaats voor kinderen vol
wassen … Dan als je de eerste heilligge mis wilt bij woonnen met de prachteg
ge koorren dan word er gezegd mijn plaats af U hoord in de vol
gende mis de plaatsen zijn geresseveerd. En als je in de volgende
 mis moch dan zitte de kleedjes vast met slot. Mijn nederlandse taal is petje maar dat neemt niet weg dat ik de 
streid niet mag aan binden tegen dat onrecht voor mens en dier .. .’ 
(..)  ‘Zo ik ben uit ge
raast niet tegen U maar op de gene die dat doen. Bedankt voor het lezen en ja dat de priesters en paters trouwen dat staat nergens 
verboden het zijn en blijft mensen van vleess en bloed. Dat is goed 
ze hebben recht om te trouwen dat is GODS wil. Vele groeten.  Henk Hebing

UPDATE 14.26 uur:

fragment van de brief van Henk Hebing met handgeschreven aantekeningen van Mgr. Bekkers die bedoeld waren als aanzet voor een antwoordbrief.

IMAGE0004

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)