The Eagle has landed…

Ik begon Kuifje te lezen in 1957. Dat was in de vierde klas van wat toen nog ‘de lagere school’ heette. Groep zes dus van de huidige basisschool. Twee Kuifjes-boeken spraken vooral tot mijn verbeelding: Raket naar de maan en Mannen op de maan. Ik droomde ervan later zelf nog eens met die grote rood-wit geblokte raket een reis naar de maan te mogen maken. Een paar jaar later –  in het begin van de jaren zestig – riep Kennedy dat het nog in dat decennium zou gebeuren. En hij kreeg gelijk, al zou hij het zelf niet meer meemaken. De maanlander The Eagle landde op 20 juli 1969, om 17 minuten over negen ’s avonds Nederlandse tijd precies in de ‘Zee der Stilte’. Pas zeven uur later, iets voor vier uur in de ochtend van 21 juli, verliet de astronaut Armstrong (nee, niet die wielrenner) eindelijk de ruimte-capsule. ‘Een kleine stap voor mij, een grote voor de mensheid.’ Vandaag is het precies veertig jaar geleden dat de Apollo-raket werd gelanceerd van het voormalige Cape Canaveral, dat toen al  Cape Kennedy heette.

Van twee dagen in de jaren zestig weet iedereen, die toen bij kennis was, wat hij die dag deed. Dat waren 22 november 1963 en 21 juli 1969. De moord op Kennedy en de eerste stappen op de maan. Van die moord hoorde ik ’s avonds laat, toen ik huiswerk zat te maken. De volgende dag werd op school een minuut stilte gehouden. Bij de landing op de maan was ik alleen thuis. Ik zat ’s nachts te kijken met een pilsje en wat chips. De beelden zijn nog wel eens herhaald bij Zomergasten. Je ziet nauwelijks wat. Het ging ook meer om de kick dat het echt waar was. Met de kerstdagen van 1968 vloog er al een ruimte-capsule langs de achterkant van de maan. Eigenlijk maakte dat meer indruk op mij. Ik kan me nog herinneren, dat ik ’s nachts naar de heldere sterrenhemel keek om daar de volle maan te zien als nooit tevoren. Het was dat jaar een witte kerst.

Maar die juli-nacht in 1969 ging eigenlijk vrij snel voorbij. Henk Terlingen praatte de boel aan elkaar. Apollo-Henkie werd hij genoemd. Twee jaar later kreeg hij een avondvullend programma op de radio. Daar luisterde ik altijd naar. Apollo-Henkie kon heel grappig zijn. Van de week zullen de beelden wel weer langs komen op tv. Wij zijn gedoemd de geschiedenis permanent te herhalen. De historie ligt vast in ‘uitzending gemist’. Ons geheugen is een computer geworden die even selectief is in het bewaren van beelden, als we dat zelf geneigd zijn te doen. De echte herinneringen slippen weg in de eeuwige nacht van het grote niets. We zien alleen nog een paar beelden terug die voor iedereen dezelfde zijn. Mannen op de Maan. Kuifje. De eerste keer…. Het komt nooit meer, nooit meer terug.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)