Verdomme, Cees !
Er werd een traantje weggepinkt gisteren in het Fries Museum, toen Douwe Heeringa ‘Verdomme Cees’ zong. Baukje Wytsma had de tekst, die Michel van Plas ooit voor Frans Halsema had geschreven, voor deze gelegenheid bewerkt. Cees is niet doodgegaan, maar ging weg als directeur van het Fries Museum. Cees had zelf het laatste woord. Voor zijn doen was hij ongemeen scherp. De afgelopen acht jaar was hem niet in de kouwe kleren gaan zitten, zo liet hij weten in een speech die hij richtte tot een zekere Abe. Het bleek Abe Bonnema te zijn.
De geest van Abe zweefde even boven de hoofden van de genodigden. Ik stond pal achter Geert Dales en Wim van Krimpen en bedacht me opeens hoeveel die twee op elkaar lijken, zelfs van achteren. Ze hebben dezelfde kruin en worden even snel kaal. Dat kun je van Cees niet zeggen. Hij heeft geen enkele grijze haar overgehouden aan zijn Friese periode, dus zo erg zal het nu ook wel weer niet zijn geweest. Rechts van mij stond Ad van der Ham van de Statenfractie van het CDA die Cees destijds voor rotte vis heeft uitgemaakt. Cees moest diep door het stof om het plan voor het nieuwe museum aan het Zaailand er door te krijgen, maar het is hem gelukt. Chapeau! Maar de pijn en het venijn klonken nog even door in zijn speech. Het daverend applaus dat hij na afloop oogstte was op zijn aangeven mede bedoeld voor Abe.
Daarna begon de receptie. Een lange rij formeerde zich om nog een laatste keer Cees de hand te schudden. Ook ik heb hem bedankt voor alles wat hij heeft gedaan. Uiteindelijk was hij het die het royale gebaar maakte om mij een tentoonstelling in het museum te laten maken. Al met al heeft Cees het niet slecht gedaan, maar het was opvallend, dat ik slechts één Friese kunstenaar onder de aanwezigen telde. Buiten Marten Winters kon ik niemand ontdekken. Ook de staf van het Fries Museum schitterde grotendeels door afwezigheid. Wel veel directeuren, ex-directeuren en zelfs toekomstig directeuren. Geart de Vries liep er nog rond in zijn oude functie, maar 1 februari start hij als directeur van het HCL. Misschien liep de nieuwe directeur van het Fries Museum hier ook al rond.
Wim van Krimpen liet zich ontvallen, dat de benoeming op 18 december bekend wordt gemaakt. Dat is dus donderdag al. De directeur van de Nederlandse Museumvereniging, die erbij stond, kon dit nieuws bevestigen. Op mijn vraag of het een man of een vrouw was, kreeg ik geen antwoord. Ook niet op mijn suggestie dat het wel een jonge hond van de KunstHal zou zijn. Nee, de heren hielden de lippen stijf op elkaar, maar dat de benoeming zo gauw bekend zal worden geeft wel te denken. Het zal Saskia Bak wel worden. Het kan eigenlijk niet anders. Wie zou daar tegen moeten zijn met deze bestuurstructuur? Wim van Krimpen zelf had er geen zin meer in om nog een tijdje als ‘interim’ te fungeren. Ik liet hem weten, dat hij een hele goeie interim-directeur zou zijn. Als bouwpastoor heeft hij zijn kwaliteiten ruimschoots bewezen niet alleen bij de KunstHal, maar ook bij het Gemeente Museum in Den Haag. Maar Wim had al weer een ander baantje. Dat wordt volgende week maandag bekend, zo zei hij.
Overigens wordt hij nog altijd achtervolgd door wat ik over hem op mijn weblog heb geschreven. Als je Wim van Krimpen’ op Google intypt kom je als eerste op mijn log. Elke journalist, die hem tegenwoordig interviewt, confronteert hem eerst met informatie die hij op mijn log gelezen heeft. Wim wordt daar wel eens spuugzat van, maar dan had hij maar niet zo dom moeten zijn, om zelf ooit op mijn weblog te reageren. Hij bewaart overigens prima herinneringen aan zijn Friese periode. Hij heeft de zaak hier behoorlijk opgeschud en hij werd ook door kunstenaars op handen gedragen. Eigenlijk is dat een primaire voorwaarde, wil je als directeur van een regionaal museum draagvlak creëren. Jammer dat directeuren dat zo weinig doorhebben. Zou Saskia Bak het doorhebben?
Wim ontkende ten stelligste, dat hij destijds zelf gesolliciteerd heeft naar de vacante directeursfunctie bij het Fries Museum. Laatst had ik van een voormalig bestuurslid gehoord, dat hij dat wel degelijk gedaan zou hebben, op voorspraak van Andries de Jong, de toenmalige directeur van de Prins Bernardhoeve. Nee, zei Wim. Hij is gevraagd door James Meyer, die destijds de sollicitatieprocedure begeleidde. Wim heeft overigens nog nooit van zijn leven gesolliciteerd. Nou ja, één keertje, in zijn jonge jaren maar de functie van dijkgraaf nota bene. Voor de rest is hij altijd gevraagd. Ik vroeg hem nog waarom hij in dat interview in de Volkskrant weer zo nodig de rol van Pietje Bel moest spelen.
Die muurtjes, die hij in het Fries Museum heeft laten wegbreken, was dat nou echt zo’n heldendaad? Inderdaad, bij Monumentenzorg in Leeuwarden zijn ze er nog altijd razend over, om over Gunnar Dan maar te zwijgen. ‘De tempel van Wodan’, zo had hij het duistere wangedrocht van Gunnar Daan genoemd. Ook de loodzware eikenhouten deuren, die zoevend open en dicht gingen, heeft hij meteen weg laten breken. Wim was een doener, die niet altijd eerst overleg pleegde met het bevoegd gezag. Van zijn penningmeester had hij destijds vernomen dat er twee ton BTW-winst was geboekt. Met dat bedrag heeft hij – binnen één week tijd – de grootste bouwkundige blunders van Gunnar Daan weten te herstellen. Dat noemen ze daadkracht. Inderdaad Wim. Chapeau! Zou Saskia Bak dat ook kunnen?
Voor de rest werd het een gezellige boel. Ik heb heel wat directeuren en ex-directeuren gesproken. Ook mijn eigen ex-directeuren Piet Hemminga en Oeds Wersterhof. Alleen Frou Waale niet, maar daar had ik ook geen behoefte aan. Van Hemminga begreep ik dat het Fries Genootschap nog steeds niet getekend heeft voor de verhuizing, maar ‘ze stellen zich constructief op’. Oeds Westerhof heeft zijn klus als tijdelijk zakelijk leider bij Oerol erop zitten en wordt binnenkort afdelingshoofd bij BMC, waar hij 150 mensen onder zich krijgt. Alleen niet op de afdeling cultuur, want dat heeft Oeds wel een beetje gezien. Communicatie is de branche, waar hij zich mee bezig gaat houden. Daar heeft hij ook voor doorgeleerd.
De directeur van het Casino kwam ook nog even bijpraten, maar ik ben zijn naam vergeten. Aardige man. Die moet je in de gaten houden. En zelfs Rik Vos kwam me even ‘foeskje’. Zou alles dan toch nog goed komen in deze wereld? Naarmate ik ouder wordt ben ik steeds milder aan het worden. Als dat maar goed gaat zo. Douwe Heeringa gaf me zelfs twee zoenen (hij had geen Chanel op). Ik zei hem ook, dat hij mooi gezongen had. En dat was ook zo. ‘Verdomme Cees!’ Waar blijft de tijd? Acht jaar gaat ook zo gauw voorbij.