Als vreemd element in Friesland heb ik ook kritiek gekregen op mijn aanpak en dit programma van het Frysk Festival. Het zou niet Friestalig genoeg zijn, of niet typisch Fries genoeg. En er zou niet genoeg aan beeldende kunst gedaan worden. Dit heeft zelfs tot een protestsong geleid. [De Friese cultuurpaus Huub Mous schreef een artikel op zijn website www.huubmous.nl tegen Guy Coolen die de beeldende kunst in dit festival zou veronachtzamen en Fries cultuurgeld over de balk zou smijten. Ook schreef hij een protestsong op de wijze van Bob Dylans ‘ Dylans ‘Blowin’ In The Wind’ met zinnen als ‘Hoe ver moet hij wel gelopen hebben/Voordat hij aankwam in Friesland/Hoeveel van het vreemde moet er wezen/voor hij het bekende gaat vrezen/Hoelang kan een Vlaming nog vooruit/Voor iemand zegt: het spel is uit/Het antwoord mijn vriend waait in de wind/Als de sjaal van Guy in de wind.’ Red.]
Maar ik heb besloten niet op protesten in te gaan. Ik heb keuzes gemaakt, ik kan niet alles een plaats geven. Het festival is breed genoeg. We produceren verschillende voorstellingen van Friese kunstenaars die we ook weer op internationale festivals kunnen programmeren. We hebben verschillende beeldende kunstprojecten, en werken samen met een beeldenexpositie in het bos van Ypey, zoals we ook samenwerken met Opera Spanga. En het is veel enthousiasme er is veel enthousiasme en steun. Uit de provincie die een miljoen euro ter beschikking stelde, en gemeentes. Ik denk dat het lukt, de Friese cultuur wat internationaler te maken. En de internationale cultuur wat Frieser.
Aldus Guy Coolen in een interview met Paul Steenhuis in de bijlage van de NRC van gisteren. Het is een groot artikel waarin ‘de Friese culturele droom van Guy Coolen’ uit de doeken wordt gedaan. Guy wil de Friese cultuur internationaler maken. Van de week las ik dat we hier in Friesland inmiddels al het klimaat van Parijs hebben. Het zuiden rukt op. Straks worden de Friezen nog paaps en komen de Vlaamse paters hier de dienst uitmaken. Lollum wordt Zottegem als je niet uitkijkt. Guy oogt een beetje als een pater. Met zijn gave huid en die vrome blik is zijn mombakkes nog roomser dan de gladde tronie van Antoine Bodar.
Daar kan hij natuurlijk niets aan doen. Sterker nog, hij koketteert een beetje met dat imago. Daar mag hij wel mee oppassen. Het is hier het land van Bonifatius. Friezen zitten niet te wachten op malle Roomse fratsen, en zeker niet op een Vlaamse pater die hen de les leest in de NRC. Zoveel publiciteit vooraf heeft een artistiek leider van het Frysk Festival ook nog nooit gehad. Het lijkt erop dat deze Vlaming al zalig wordt verklaard, nog voordat hij in deze contreien een mirakel heeft kunnen verrichten. Zelfs de kritiek weet hij behendig te pareren. Zo zie je maar weer, je trekt even je bek open en je wordt meteen als schaamlap gebruikt.
Ik mag natuurlijk niet klagen dat de NRC een link naar mijn site publiceert, en zelfs mijn dichtkunst gaat citeren, maar het is een wel een rare gewaarwording om je woorden zo gebruikt te zien worden. Aan de repliek van Guy valt overigens wel wat af te dingen. Hij stelt de tentoonstelling in het Bos van Ypey op één lijn met de opera van Spanga. Nu meen ik uit betrouwbare bron te weten dat de opera van Spanga wél geld uit het festivalbudget heeft ontvangen en het Bos van Ypey niet. Het park biedt alleen wat ruimte voor kleine concerten. Het Frysk Festival wordt op de site van Opera Spanga ook keurig vermeld, maar de site van de Stichting Beeldenpark Vijversburg zwijgt in alle talen over het Frysk Festival. De liefde komt dus kennelijk maar van één kant.
Jan de Valk met de drol van Wim T. Schippers
De tentoonstelling in het bos van Ypey werd gisteren trouwens geopend. Ik dacht, misschien zie ik Guy nog even, maar ik trof hem niet. Dat kan ook aan mij gelegen hebben, want het was behoorlijk druk. De voorzitter van de stichting Beeldenpark Vijversburg, Jan de Valk, heeft in zijn openingswoord ook met geen woord naar het Frysk Festival verwezen, laat staan een woord van dank laten horen. Hij voelde daar ook kennelijk geen enkele verplichting toe. Toch jammer dat zijn stichting geen extra geld heeft mogen ontvangen, want door de teruglopende landelijke subsidies schoot een echte catalogus er dit jaar bij in. En dat kan toch eigenlijk niet bij zo’nn fraaie beeldententoonstelling. Zeker niet als hij deel uit maakt van het Frysk Festival met een begroting van 1 miljoen Euro.
Ik blijf erbij dat het beeldende kunstprogramma van het festival gewoon vergeten is. Dat is in wezen niet de schuld van Guy Coolen. Daar had het bestuur van het Frysk Festival hem op moeten wijzen. Of anders de Provincie wel, maar iedereen stond erbij en keek ernaar. Dat het budget verhoogd is naar 1 miljoen Euro is achteraf bezien een godswonder te noemen Dat was een advies van Andries van Weperen en dat heeft het bestuur van het festival keurig overgenomen. Zelfs het Provinciaal bestuur ging daar in mee, omdat gedeputeerde Bertus Mulder in de laatste dagen van zijn bewind nog even voor Sinterklaas mocht spelen en de grote jongen wilde uithangen tegenover zijn ex-collega Van Klaveren, de nieuwe voorzitter van het Frysk Festival. Mij hoor je daar niet over. Prima toch! Zoiets heet ‘de bal rondspelen’. Maar als ze allemaal zo goed luisteren naar elkaars adviezen, dan hadden ze ook wel wat beter naar míjn adviezen vooraf mogen luisteren. Maar ik hou er over op, anders word ik nog een ouwe zeur. Eerlijk is eerlijk: Guy verdient natuurlijk gewoon een kans.
Het is trouwens weer helemaal dikke mik tussen Guy en ik. Enkele weken terug kreeg ik een zeer vriendelijk mailtje van hem. Hij nodigde me uit om tijdens het festival een soort avondoverdenking uit te spreken in de Pier Pander tempel, dat het kloppend hart wordt van het Frysk Festival. Guy wil daar tijdens het festival elke dag een ‘kunstenaar of denker’ (ja ja, ik ben een ‘denker’, want ik neem aan dat ik geen ‘kunstenaar’ ben. Steek die veer maar in mijn kont. Ik trek er hem wel weer uit) om 19 uur gedurende een kwartier lang aan het woord laten om te reflecteren over de kunst, de gemeenschap, het individu in zo’n gemeenschap, de positie van de kunstenaar, kortom – een visie op de wereld.
Op zo’n verzoek kon ik natuurlijk niet nee zeggen, zeker niet als ik de namen zie die hij nog meer heeft benaderd (nee, ik vertel niet wie dat zijn). Ik denk dat ik me ga verkleden als pater Leopold Verhagen en een paar witte muizen in mijn habijt verstop. Roomse fratsen zijn immers weer helemaal in tegenwoordig. Welnu, dan zullen de Friezen het weten ook. De ‘Fryske Mienskip’ is gewoon rooms-katholiek corporatisme dat de tijd van de verzuiling heeft overleefd. Dat heb ik altijd al beweerd. ‘Praat mar Frysk!’ dan word je deelgenoot aan het mystieke lichaam van de Friese volksziel. Waar die Friese taal al niet goed voor is! Guy wil achteraf een boekje maken van alle toespraken. Dat is natuurlijk mooi meegenomen. Dan komt er toch nog wat geld bij de beeldende kunst terecht (pardon, ik hou er over op).
Groenewoud/Buij, Central Park in Bos van Ypey
Verder was het een gezellige boel gisteren in het Bos van Ypey. Het is opmerkelijk hoeveel mensen al weer terug zijn van vakantie. Iedereen was er, zo leek het wel. Zelfs Wim T. Schippers gaf acte de présence. Omrop Fryslân was rijk vertegenwoordigd, niet alleen met een cameraploeg, maar ook met tal van medewerkers en ex-medewerkers. Verder waren er opvallend veel mensen uit Groningen. Dat kwam natuurlijk omdat de curator Ankie Boomstra uit Groningen komt, waar ze werkt bij het CBK. Haar directeur Ingeborg Walinga was er ook. En natuurlijk Leo Delfgaauw, directeur van Academie Minerva en het Frank Mohr Instituut, die de tentoonstelling opende met een fraaie toespraak over de schaduw en de ratio in de kunst. ‘Kort is de tijd en onherroepelijk’. Zo luidt het motto van de tentoonstelling dat is ontleend aan een spreuk op de zonnewijzer in het park.
Verder zag ik Toos Arends en Rudy Hodel van het Fries Museeum, beiden ook woonachtig in Groningen. En natuurlijk mijn opvolger Paolo Martina, die in Winschoten woont. Sinds kort wordt het Museum Belvédère geleid Han Steenbruggen, ook een rasechte Groninger. Kortom, de Groningers zijn de sleutelposities voor de beeldende kunst in Friesland geruisloos aan het overnemen. Misschien is dat wel veel zorgelijker, dan die ene paapse Vlaming die voor één keertje het Frysk Festival mag doen. Zo’n jongen gun je toch een Fanta.
En o ja, de kunst, want daar ging het om natuurlijk. De drol van Wim T. Schippers mag er best wezen, al had hij wat mij betreft wel wat vetter gemogen. Hij is wat mat, een ouwe drol zogezegd. Volgens Rudy Hodel heeft Paul McCarthy eerder ook al een veel grotere drol voor het park Middelheim in Antwerpen gemaakt. Die schijnt wel dertig meter hoog te zijn en tegenwoordig ergens in de buurt van Lausanne te staan. Alles is ook al bedacht in de kunst. Maar de gigantische foto van het Central Park van het duo Groenewoud-Buij is schitterend. Een absolute topper en alleen al om die reden een bezoek aan het Bos van Ypey waard.
Alex Kooistra als Emile Ratelband
En natuurlijk ook vanwege Alex Kooista, de eeuwige benjamin onder de Friese kunstenaars. Alex leek me wat magerder geworden. Hij heeft het ook razend druk, liet hij me weten. Midden in de vijver, staande op zijn eigen kunstwerk gaf hij nog een staaltje ‘community singing’ ten beste. Emile Ratelband had het hem niet nagedaan. Let op mijn woorden. Alex gaat het helemaal maken. Die jongen komt er wel. Net als het Frysk Festival. Maar straks bij de opening op het Oldehoofster Kerkhof wil ik wel nog één keer ‘Les Cloches’ horen van ‘Les compagnons de la chanson’. Natuurlijk in het Fries. Voor mijn part uitgevoerd door het Roomse Bolswarder mannenkoor met Anneke Douma in de rol van Edith Piaf. Als dát zou kunnen, dan mogen alle klokken van Friesland gaan luiden en Guy Coolen wat mij betreft heilig worden verklaard. Dan en alleen dan, want dat die malle Vlaamse fratsen, daar kopen we niks voor. De tijd is hier kort en onherroepelijk.