De grote matheid

Het is een rare ervaring als je kort voor een debat gevraagd wordt of je wilt invallen als moderator. Het overkwam mij gistermiddag in De Bres. De beoogde discussieleider Lucas Verweij had zich ziek gemeld. Ik had me voorgenomen om eens goed achterover te gaan zitten, maar daar kwam dus weinig van terecht. Het aardige van de rol van moderator is dat je de discussie naar je hand kunt zetten, maar dat geldt maar tot op zekere hoogte. Je mag je eigen mening niet teveel laten doorschemeren, dus is het ook een zaak van schipperen. Al met al werd het nog een aardig debat, had ik de indruk. Maar dat kwam vooral door de gasten achter de tafel, de kunstenaars Claudy Jongstra, Jan Rothuizen en met name Kamiel Verschure, die veel belangwekkende zaken te melden hadden. Toos Arends, die namens het Fries Museum deelnam aan het debat, zag je af en toe denken: ‘Zo, nu horen jullie het eens van een ander.’

Vlnr: Toos Arends, Jan Rothuizen, Claudy Jongstra en Kamiel Verschure

Na afloop, op weg naar de bar, hoorde ik Eeltsje Hettinga roepen: ‘Hé Huub, waarom heb je niets kritisch over het Frysk Festival gezegd?’ Ik probeerde hem diplomatiek uit te leggen dat een moderator niet te koop moet lopen met zijn eigen mening. Opeens hoorde ik Andries van Weperen, die vlak achter me stond, zeggen: ‘Nou dat mag best hoor, gooi het er maar uit !’ Daarna raakten we zowaar aan de praat. De zakelijk leider van het Frysk Festival had het niet zo leuk gevonden dat ik zijn bureau ‘Noordplan’ op mijn weblog een ‘feestbureau’ had genoemd. Nu kan ik me niet herinneren dat dit woord ooit gebruikt heb. Ik heb het nog even nagegaan door ‘feestbureau’ in te typen in het venster van mijn zoekfunctie, rechts boven op deze pagina, maar dat levert geen resultaten op.

Wel heb me kritisch uitgelaten over de gang van zaken bij het huidige Frysk Festival. Er blijft naar mijn smaak teveel aan de strijkstok hangen. Een heldere organisatiestructuur ontbreekt en het ruime budget van 1 miljoen Euro zet mensen niet op scherp om iets moois van te maken. Andries vond die kritiek niet terecht. Ik heb ook niet zoveel recht van spreken, meende hij. Als directeur van bureau Noordplan weet hij al jarenlang zijn eigen broek op te houden en dat kan ik als ex-semi-ambtenaar niet zeggen. Daar kon ik natuurlijk weinig tegen inbrengen, maar toen ik hem omstandig begon uit te leggen dat je binnen de huidige organisatiestructuur – en in zo korte tijd – geen festival uit de grond kunt stampen met een spannend programma en vernieuwende producties, kon hij me toch ook niet helemaal ongelijk geven.

De Provincie had twee jaar geleden helemaal opnieuw moeten beginnen. Toen eenmaal duidelijk was geworden dat de directeur van Keunstwurk niet meer om de organisatie van het Frysk Festival zat te springen, hadden ze de knoop meteen door moeten hakken en een nieuw organisatiebureau van de grond moeten tillen. Nu wordt voor 250.000 Euro gebruik gemaakt van uren van Keunstwurk, waar eigenlijk niemand tevreden mee is. De ziel is uit de organisatie. De artistiek leider is er met de haren bijgesleept en heeft te weinig zicht op het veld. De programmering is veel te breed en te opportunistisch. Voor niemand is duidelijk wat eigenlijk het hoofdgerecht van dit festival is. Het is ongeïnspireerd thema met als programma een bij elkaar geraapt zootje en dat is uiteindelijk allemaal het gevolg van de halfslachtige organisatiestructuur.

‘Wacht nu eerst maar eens even af’, zei Andries, ‘voordat je alles bij voorbaat de grond in boort.’ Daar had hij natuurlijk gelijk in. Maar toch, in mijn naaste omgeving proef ik weinig enthousiasme voor het komende Frysk Festival. Ik heb nog van niemand gehoord dat hij de laatste week van augustus vrij houdt in zijn agenda. Volgende week organiseert De Bres zelf een debat onder de titel ‘Komt het wel goed?’ Die vraag hoorde ik gisteren om me heen wel meer stellen. Het gaat niet echt goed met de kunst en cultuur in Friesland. Het is alsof iedereen weet waardoor dat komt, maar niemand meer weet hoe je dat op moet lossen. Dat gevoel bekroop me ook tijdens de discussie gistermiddag. De grote matheid is diep ingedaald in deze contreien. Een shocktherapie is wellicht de enige remedie om het terminale kunstklimaat in deze provincie weer nieuw leven in te blazen.

Paul Klarenbeek en Silvana Fancel (Fries Museum)

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)