Dood paard
‘Als reactie op de Amerikaanse inval in Irak in 1991 vervaardigde het collectief ‘De Vier Evangelisten’ voor de kale fabrieksruimte van ‘Artis’ in Den Bosch de installatie ‘Dood paard’. De foto van dit indringende beeld werd in meerdere landelijke kranten afgedrukt. Kennelijk bracht het bewust of onbewust een schok van herkenning teweeg. Het leek een indringend en ontroerend icoon van de tijd. Dit gigantische paard van de Vier Evangelisten liet misschien wel de dood van een mythe zien, de mythe van de vooruitgang, van de geschiedenis, van al die grote verhalen die op hun einde liepen. Verhalen over het bestaan van de waarheid, van identiteit, verhalen ook over de kleur van Friesland. Dat tijdperk van de grote verhalen leek definitief voorbij en de valse belofte van een nieuwe tijd kondigde zich aan. ‘The new world order’ van George Bush sr. had nog niet plaatsgemaakt voor de ‘clash of civilisations’ die Samuel Huntington al in 1994 in zijn gelijknamige boek zag opdoemen.’
Dit is een citaat uit mijn boek ‘De kleur van Friesland, beeldende kunst na 1945’. De gedachte om een afbeelding van de installaties ‘Dood paard’ op de cover van mijn boek te laten plaatsen, is niet vanzelf ontstaan. Ik wilde in ieder geval geen beeld dat iedereen zou verwachten, een schilderij van Gerrit Benner bijvoorbeeld. Zo heb ik een paar dagen lang via de mail gecommuniceerd met Gert Jan Slagter, de vormgever van het boek. Alle suggesties van mijn kant bleken om uiteenlopende redenen niet goed bruikbaar. Een werk van Harmen Abma bijvoorbeeld, waarin kleurenfilters waren te zien, bleek grafisch niet te combineren met de letters van de titel. Een zwart-wit foto van een performance uit de jaren zestig bleek in technisch opzicht van onvoldoende kwaliteit. Nadat ik Gert Jan had voorgesteld om een werk van De Vier Evangelisten te kiezen – een collectief waar hij zelf destijds deel van uitmaakte – kwam hij met dit voorstel. Ik was meteen enthousiast. Het is een sterk beeld dat je als potentiële lezer bij de lurven pakt. Op de website van het duo Groenwoud/Buij blijkt deze foto nog altijd het plaatje te zijn dat het meest gedownload wordt.
Maar hoe werkt zo’n beeld op de cover van een boek? De uitgever wil zo’n boek natuurlijk ook verkopen. Abe de Vries moest aanvankelijk dan ook even slikken toen hij het eerste ontwerp onder ogen kreeg. Het was wel erg confronterend, temeer omdat ook in de belettering van de titel aanvankelijk geen kleur was toegepast. Op voorstel van Ab de Vries is uiteindelijk nog een gele kleur in de titel toegevoegd om het geheel iets te verzachten. Het ontwerp is daardoor niet minder geworden, hoewel ik – als ik heel eerlijk ben – het eerste ontwerp van Gert Jan toch net iets sterker vond. Het grootste misverstand ligt natuurlijk in de betekenis van het beeld. ‘Is de naoorlogse beeldende kunst in Friesland uiteindelijk een dood paard?’ Die vraag heb ik al meerdere keren gehoord. ‘In het alledaagse taalgebruik is een dood paard een symbool voor mislukking. ‘Trekken aan een dood paard’ betekent dat je bezig bent met een hopeloze onderneming.
Die connotatie moet je dus op de koop toenemen, als je kiest voor dit beeld. Voor veel mensen zal dat misschien een hindernis zijn. Toch heb ik ook al positieve reacties gehad. Jan Maaskant, die het boek zaterdag al gelezen had, vertelde me dat hij deze foto op de cover volledig begreep en het ook een goede keuze vond. Het is wonderlijk dat een beeld in de nieuwe context van een boekomslag ook een andere betekenis kan krijgen. Toen ik de ontstaansgeschiedenis van dit ontwerp eergisteren als voorbeeld aanhaalde bij mijn lezing in Groningen over de werking van het beeld, werd mij de vraag gesteld of ik de intentie van de kunstenaars geen geweld had aangedaan door deze nieuwe betekenis aan het beeld toe te voegen. Ik kon die vraag natuurlijk makkelijk beantwoorden door te verwijzen naar de ontwerper, die zelf ook één van de kunstenaars was. Maar daarnaast had hij als ontwerper natuurlijk ook een ander doel voor ogen. Hij wilde een beeld dat de verwachtingen doorbrak en nieuwsgierigheid oproept en daarin is hij naar mijn smaak volledig geslaagd.
Jammer dat het beeld in werkelijkheid niet meer bestaat. Het is destijds – nadat de tentoonstelling na drie weken was afgelopen – in stukken gesneden en in de vuilnisbak beland. Een reconstructie van het beeld was geen optie. ‘Dat zou kitsch zijn’, zo liet Gert Jan mij weten. Het was eens en nooit meer. ‘Een dood paard’ als een uniek moment in de tijd, waarin de geschiedenis leek te kantelen. Het is ook een Fries beeld, want Friesland is rijk aan paarden. Maar bovenal is het een universeel beeld, want de dood van een paard kent iedereen. Het is zo oud als de wereld. Een van de studenten in Groningen vroeg mij of het beeld iets te maken had met het gedicht van Gerrit Achterberg over een dood paard. Ik kende dat niet, dus ben ik het thuis meteen gaan opzoeken. Het is een mooi gedicht. Het theatergezelschap ‘Dood paard’ heeft er zijn naam aan ontleend. Door het hier te plaatsen, realiseer ik mij dat het beeld er opnieuw een betekenis bij heeft gekregen.
Dood paard
Hij is ineens van hout.
De warme buik is koud.
Zo wordt de wereld oud.
Zijn poten zijn te kort.
Er ligt haver gemorst
buiten de bek, die nog voor kort
je vingers fijn kon malen.
Zijn gele tanden briesen
tegen die hem den dood in bliezen.
Ogen als eierschalen.
De vilder komt hem halen.
– Gerrit Achterberg –