De viering van de dood
Gisteren heb ik tot laat in de avond gekeken naar programma’s over Jan Wolkers. Eens temeer realiseerde ik mij dat een nieuw fenomeen zich heeft aangediend bij het doodgaan van een nationaal figuur. De dood van een groot Nederlander wordt tegenwoordig gevierd. Op vrijwel alle netten wordt zendtijd vrijgemaakt. Voorpagina’s van kranten worden geheel in het teken geplaatst van de held die ons ontvallen is. Opmerkelijk is dat de landelijke dagbladen hierin veel verder gaan dan de regionale.
We kunnen er niet meer om heen. De dood van een bekende Nederlander is een vorm van ‘civil religion’ geworden. Nu de kerken leeglopen en de moslims oprukken blijkt de mediahype rond dood van een beroemdheid het ideale substituut voor de religie te zijn. Deze tendens, die tien jaar geleden voor het eerst zichtbaar werd in de uitzinnige rouw om prinses Diana, is in Nederland inmiddels gemeengoed geworden. De collectieve treurnis na moord op Pim Fortuyn en Theo van Gogh kon nog worden opgevat als een massale uiting van verontwaardiging. De dood van een 81 jarige schrijver, die vredig in zijn slaap is heengegaan, is moeilijk te herleiden tot een gevoel van verontwaardiging of diep verdriet.
Het gaat hier om iets anders. In de nationale rouw om figuren als Gerard Reve en Jan Wolkers rouwt de Nederlander om zichzelf. Hij betreurt het heengaan van zijn eigen verleden. Wolkers is voor even de personificatie geworden van onze nationale identiteit. Zijn dood symboliseert de teloorgang van het vaderland en dat roept een diep gevoel van heimwee en nostalgie op. Dit soort fenomenen bewijzen het gelijk van Maximà. De Nederlandse identiteit bestaat niet meer, maar dat willen we niet weten. Weer een stukje Nederland glijdt weg onder onze ogen. Wat staat ons nog allemaal te wachten? Heel wat beroemde tachtigers staan al in het voorportaal van de dood. Nederland is een rouwende natie geworden. Die rouw geeft ons een mooi gevoel. Even geen kut-marokkanen in Slotervaart. Nee, we treuren om de teloorgang van onszelf en daarom stichten we de publieke religie van de dood.
Juist Wolkers was een schrijver die ons geleerd heeft afscheid te nemen van de religie. Het leven diende gevierd te worden met alles wat daarmee samenhing: seks, dood, bloed, zweet en tranen. Wolkers heeft het steile woord van de mannenbroeders teruggegeven aan de literatuur in een levenslange ode aan de lust en het leven. Zelf heb ik nooit zoveel met Wolkers gehad. Ik herinner mij het eerste boek dat ik las op de middelbare school: ‘De hond met de blauwe tong’. Daarna las ik ‘Kort Amerikaan’ ‘Gesponnen suiker’,‘Turks Fruit’, ‘Doodshoofdvlinder’ en ‘De Kus’ en vervolgens ben ik afgehaakt.
Welgeteld heb ik zes boeken van hem op de plank staan. Dat zijn er heel wat minder dan van Mulsich, Reve of Hermans. Wolkers bleef voor mij de rebel uit de jaren zestig. Zijn obsessieve aandacht voor seksualiteit kon ik later moeilijk meer volgen. Zijn tederheid werd in mijn beleving bedolven door een opzichtig koketteren met lichaam en lust. Het was me allemaal te rauw en te vlezig. Teveel zweet ook. Bovendien heb ik weinig op met de natuur. De monologen van Bomans vanaf Rottumerplaat vond ik destijds veel boeiender dan die van Wolkers. Misschien was ik te katholiek om Wolkers echt te kunnen waarderen.
Dat neemt niet weg dat binnen anderhalf jaar tijd alweer een groot schrijver is heengegaan. Schrijvers hebben het geluk dat hun boeken ook na hun dood blijven voortbestaan. Toch vraag ik me af hoelang Wolkers nog gelezen blijft worden. Turks Fruit zal nog wel een tijdje op de schappen blijven staan, maar ik vrees dat de film het boek zal overleven. Wolkers behoorde bij een tijdperk dat heel snel aan het verdwijnen is. Zoals weinig mensen tegenwoordig de Tweede Wereldoorlog nog zelf hebben beleefd, zo worden ook de ‘overlevenden van de jaren zestig’ een langzaam uitstervende generatie. De babyboomers treuren nu hun jeugd achter de horizon verdwijnt. Heimwee is in laatste instantie een gevoel van medelijden met jezelf.
Vanochtend merkte ik dat heel wat mensen op internet aan het zoeken zijn naar informatie over Wolkers. Zo trok mijn site afgelopen nacht een record aantal bezoekers, alleen vanwege het verhaaltje dat ik ooit schreef over een foto van Wolkers. Die foto heb ik nadien ingelijst. Hij hangt naast een foto van Gerard Reve bij mij thuis op de wc. Ik moet oppassen om daar nog meer foto’s naast te hangen. De dood ligt op de loer. Hij kruipt waar hij niet gaan kan. Sterker nog, we wachten op hem. Het is het laatste wat wij nog gemeen hebben.