Arrogante quango

Het gaat niet goed met de Mondriaan Stichting. Deze instelling is in 1993 door het Rijk in het leven geroepen om kunstsubsidies te verdelen onder musea en kunstinstellingen in Nederland. Ook incidentele activiteiten worden door de Mondriaan Stichting gesteund. Daarvoor is heel veel geld beschikbaar. Om de besluiten wie wèl en we niet geld krijgt, worden adviescommissies van deskundigen ingesteld. Niemand weet precies hoe je in zo’n commissie terechtkomt. Er schijnen nogal werkloze kunsthistorici in te zitten die een goede relatie hebben met de directeur.

De Mondriaan Stichting doet ook niet veel moeite om die benoemingsprocedure voor buitenstaanders inzichtelijk te maken. De Nederlandse musea komen nu massaal in opstand tegen het eigengereide beleid van deze stichting. Wie niet naar de pijpen danst van deze kunstmandarijnen kan het wel schudden met de subsidies. De huidige commotie is ontstaan, nadat de Mondriaan Stichting op ondoorgrondelijke wijze een curator had benoemd voor de Nederlandse inzending van de komende Biënnale van Venetië.

Een paar jaar geleden kreeg de Mondriaan Stichting een nieuwe directeur: mevrouw Gitta Luiten. Ze is jong, ze is vrouw en ze is kunsthistorica. Kortom, ze heeft alles mee. Twee jaar geleden gaf ze een spraakmakend interview in de Volkskrant. De Nederlandse musea, zo beweerde ze, is stoffig en oubollig. Men heeft de aansluiting met de internationale ontwikkelingen totaal gemist. De hedendaagse kunst in Nederland zou zich in een isolement bevinden en daar moest snel verandering in komen. Al die kleine subsidies voor kleine initiatieven overal in den lande, vond deze directeur maar niks. In deze tijd van snelle globalisering, die ook de kunst niet onberoerd laat, zou het van veel meer visie getuigen om jonge kunstenaars in China financieel te steunen, dan al dat kneutergedoe in Nederland. Ze zei het iets diplomatieker, maar hier kwam het wel op neer.

Toen ik dit las heb ik even mijn ogen uitgewreven. Ik dacht, wacht maar, de storm van reacties komt vanzelf wel. Maar er gebeurde niets. Toen heb ik zelf een kritische reactie geschreven, maar de Volkskrant wilde die niet publiceren. Niet actueel genoeg, zo vond men. Ten einde raad heb ik toen maar een brief naar mevrouw Gitta Luiten zelf geschreven. Ik heb die brief heel beleefd geformuleerd als een uitnodiging. Mijn vraag was of de directeur van de Mondriaan stichting misschien ook in Leeuwarden zou willen komen uitleggen, waarom het van zoveel visie getuigt om voortaan jonge Chinese kunstenaars te subsidiëren.

Ik kreeg geen antwoord op die brief. Vier maanden later werd ik gebeld door de secretaresse van mevrouw Luiten met de mededeling, dat de directeur helaas niet op mijn uitnodiging in kon gaan vanwege een overvolle agenda. Even later las ik in de krant dat de hele Nederlandse museumwereld was uitgenodigd voor een studiereis naar China. Tientallen conservatoren – ook een van het Fries Museum – hebben op kosten van de Mondriaan Stichting wekenlang door China gereisd om zich in viersterrenhotels te laten fêteren en informeren. Diezelfde musea die van dit snoepreisje hebben geprofiteerd schreeuwen nu moord en brand. Het was geloofwaardiger geweest als ze die klacht iets eerder hadden geuit.

Het subsidiebestel in Nederland is zo verrot als een mispel. Slechts enkele deskundigen adviseren op grond van ondoorgrondelijke criteria over wat anderen willen ondernemen. De Mondriaan Stichting krijgt miljoenen om te besteden, maar maakt haar jaarlijks budget niet eens op. De lat licht zo hoog, dat het haast onmogelijk wordt om een manifestatie te bedenken die aan de normen van deze esoterische smaakspecialisten voldoet. Zo moet je tegenwoordig bij elk plan een publiciteitsplan indienen, waaruit blijkt dat de beoogde activiteit ook in het buitenland aandacht zal trekken. Een groot deel van de subsidies van de Mondriaan Stichting verdwijnt dus linea recta naar de advertentiebudgetten van buitenlandse vaktijdschriften.

Kortom, het is een gesloten wereld van ingewijden die elkaar de bal toespelen. Die macht zit verscholen achter een haag van wat de Engelsen quango’s noemen: quasi autonomous non governmental organisations. Zo’n quango is ook de Mondriaan Stichting. Vet, volgevreten en vergeven van arrogantie.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)