Nog een half jaartje en dan is Bertus Mulder gedeputeerde af. Als je zo lang een dergelijk ambt vervult krijgt dat iets incestueus. Je gaat je dan een gedrag aanmeten die eigenlijk niet bij een dergelijke functie past. Toch doe je het. Kan mij het schelen, ik ben toch zo weg. Zoiets heeft Mulder de laatste tijd over zich. Bij sommige mensen kan zo’n houding heel verfrissend uitpakken. Bij Mulder niet. De onbeholpenheid, die hij van nature over zich heeft – en soms ook zijn charme kan hebben – wordt nu uitvergroot in een soort botte lompheid van een boerenpummel op zondag.
Gisteren heb ik me werkelijk groen en geel geërgerd aan het ongemanierde gedrag van deze Friese gezagsdrager. Wat was er aan de hand? Bij de sluizen van Lemmer een kunstwerk onthuld dat daar is aangebracht in het kader van de verbreding van de Vaarweg Lemmer-Delfzijl. Twee mensen hadden een opdracht gekregen van de Provinsje Fryslân: de dichter George Moormann en de grafisch ontwerper Thomas Widdershoven. Beiden zijn afkomstig uit de randstad en spreken dus geen woord Fries. Veel van hun vrienden en kennissen waren overgekomen om dit feestelijk gebeuren mee te maken. Ook de ambtelijke top van Groningen was present, want het is een gezamenlijke opdracht van beide provincies.
Wat doet Bertus Mulder? Ja hoor, hij spreekt Fries. De meeste aanwezigen hebben er dus geen woord van verstaan. Niet dat hij zo veel belangwekkends te melden had, maar het is toch een raar gezicht om iemand in the middle of nowhere – met naast zich een wapperende Friese vlag – compleet onverstaanbare klanken te zien uitkramen. Mulder doet dit wel meer, vooral als het om beeldende kunst gaat, maar meestal is hij zo beleefd om dan een papiertje rond te laten te delen met de Nederlandse vertaling. Die beleefdheid liet hij gisteren achterwege. Kan mij het verdommen, zo moet hij hebben gedacht. Ik zal ze eens een Fries lesje lezen die stomme, verwaande Hollanders.
Stel dat het twee Duitse kunstenaars waren geweest die van het provinciaal bestuur een dergelijke opdracht hadden gehad. Of Engelse of Franse, maakt niet uit. Geen haar op het hoofd van Mulder had er dan aan gedacht om ze niet in hun eigen taal – al was het maar met een paar zinnen in een steenkolenversie van Frans, Duits of Engels – gastvrij welkom te heten en te complimenteren. Nee, dacht Mulder, ik doe het op zijn boerenpummels. Ik spreek gewoon Fries. Friezen zijn nu eenmaal niet gastvrij. Laat staan dat ze manieren hebben. Op zo’n moment word ik bevangen door een diep gevoel van plaatsvervangende schaamte. Ik schaam me ervoor dat ik hier in Friesland woon en werk en op dit soort lompheid wordt aangekeken.
Een voormalig directeur van mij had ooit de onhebbelijke gewoonte om aan collega-instellingen in den lande brieven in het Fries te schrijven. Als ik daar dan op bezoek kwam, werd ik steevast getrakteerd op een tirade van spot en hilariteit. Friezen, die zo met hun eigen taal omgaan, doen het Fries geen goed. Ze maken niet alleen het Fries, maar vooral zich zelf belachelijk. Gisteren gaf Bertus Mulder als verantwoordelijk gedeputeerde voor het Friese taalbeleid een staaltje ten beste van anti-reclame voor het Fries.
Een cameraploeg van Omrop Fryslân was aanwezig, waarschijnlijk voor het programma K-rûte. Alsof de ellende nog niet groot genoeg was, deden zij er nog een schepje bovenop. Na afloop van de speech van Mulder werden de aanwezigen verzocht nog even opnieuw te klappen. Het applaus was niet hard genoeg geweest. Daarna zou George Moormann zijn gedicht voordragen: ‘De zondvloed is nakende!’. Dat deed hij foutloos en op indukwekkende wijze.
Pas op, zei ik tegen mijn buurman. Die mevrouw van Omrop Fryslân heeft hier de regie in handen. Zo dadelijk vraagt ze of hij het nog even over wil doen met iedereeen erbij. En ja hoor, dat gebeurde. Ik ben weggelopen en heb met mijn wijsvinger naar mijn voorhoofd gewezen. Zoveel lompheid in zo’n korte tijd werd mij even te veel.