Een fluistering uit de werkelijkheid zelf

Vannacht had ik weer een wonderlijke droom. Misschien wel omdat ik gisteren mijn draai niet goed kon vinden. Ik zat alleen in Café Fire aan de stille kant van de Nieuwestad in Leeuwarden. Het café was helemaal leeg. De zaken gingen niet goed zo te zien. Er kwam een donkere gestalte binnen gekleed in een sneeuwwitte jas. Ongevraagd ging hij pal tegenover mij zitten en bestelde een koffie met een moorkop.

Wij raakten met elkaar in gesprek zonder elkaars naam te kennen. Achteraf  bezien is dit een van de meest wonderlijke gesprekken geweest die ik ooit in al mijn dromen met iemand gevoerd heb. In minder dan een kwartier passeerde een zeer uiteenlopend scala van onderwerpen de revue, variërend van astrologie, mystiek, buitensensorische waarneming tot de tanende kwaliteit van moorkoppen.

De gestalte tegenover mij kreeg een bijna buitenaardse gedaanteverandering die de efemere indruk wekte van een tropische vlinder in Hollandse melkchocolade. De aard van de conversatie droeg er toe bij dat deze ontmoeting de sfeer benaderde van het verhaal Die Verwandlung van Kafka, maar dan in omgekeerde volgorde.

Ik ontkwam er uiteindelijk niet aan om de betovering te verbreken en de vlinder naar zijn naam te vragen. Maar toen ik zag dat zijn gezicht in een grimas vertrok en hij begonnen was met het langzaam maar heel uitdrukkelijk uitspreken van zijn naam …. werd ik wakker met een schok met het gevoel dat er iets fundamenteel veranderd was. Niet in mij, maar in de wereld. Het zonlicht dat door de gordijnen viel, leek voller, alsof het niet alleen licht, maar ook betekenis droeg. Terwijl ik mijn voeten op de koude vloer zette, echode een gedachte door mijn hoofd: Er is iets mis met de natuurkunde.

Niet zomaar een foutje in een formule, maar een misvatting op kosmische schaal. We hebben decennialang geprobeerd het begin van het heelal te begrijpen alsof het een machine was die je kon demonteren – oorzaak, gevolg, klaar. Maar wat als het begin niet zomaar een gebeurtenis was, maar een ontmoeting?

Onder de douche dacht ik aan de klassieke kosmologie: de oerknal waarmee alles begon, de wetten die als een blauwdruk klaarlagen om sterren, planeten, en uiteindelijk mensen voort te brengen. Te perfect. Te netjes. Alsof het heelal wist waar het heen moest. Alsof het wachtte op ons.

Met een kop koffie in de hand staarde ik daarna ik naar buiten. De bomen wiegden zacht in de wind, maar ik zag geen bomen. Ik zag golven van waarschijnlijkheid, patronen die pas werkelijkheid worden als ik kijk. Waarnemerschap, fluisterde mijn geheugen. Niet als toeschouwer, maar als deelnemer.

Misschien is het multiversum, met zijn eindeloze splitsingen bij elke waarneming, een dwaalspoor. Misschien draait het niet om een onbegrensde zee van werelden, maar om de dans tussen mij en dit ene universum. Alsof mijn bewustzijn geen bijzaak is, maar een sleutel in de motor van de werkelijkheid.

En plotseling besefte ik dat ik niet zomaar wakker was geworden. Ik ben wakker geworden. Ik ben ontwaakt in een wereld waarin ik ertoe doe. Waarin mijn waarneming het verschil maakt. Waarin de natuurkunde niet alleen over objecten gaat, maar ook over een innig contact maken – een liefdevolle ontmoeting tussen mij en het universum.

‘De eeuwige stilte van deze oneindige ruimten vervult mij met angst.’

Dat schreef Pascal in in zijn Pensées. Maar ineens begreep ik dat dit onzin is. Het heelal is nooit een kille achtergrond geweest die angst inboezemt. Het heelal heeft gewacht, al die tijd, op ogen die het zien. Op zintuigen die het voelen. Op bewustzijn dat het erkent. Als een fluistering, niet uit de diepte van de ruimte, maar van binnenuit de werkelijkheid zelf, hoorde ik het eindelijk luid en duidelijk:

“See me. Feel me!”