Alle tijd wordt waarlijk tegenwoordig
Ik heb de ChatGPT gevraagd een een voor iedereen heldere samenvatting te formuleren van een vrij ingewikkeld theologisch probleem dat in mijn boek Modernisme in Lourdes, Gerard Reve en de secularisering (2013) ter sprake komt. Natuur en bovennatuur komen in de katholieke liturgie samen op het hoogtepunt van de eucharistie. Elke keer dat er een Heilige Mis wordt opgedragen voltrekt zich dit mysterie. Wat Reve met zijn schrijven voor ogen had kwam in wezen op hetzelfde neer. Hij was op zoek naar een mogelijkheid om God aanwezig te stellen in taal. In die zin was Reve – zeker in de periode van Nader tot U – een diep religieus schrijver.
De waarachtige aanwezigheid van God komt ook ter sprake in het volgende gedicht van Reve, dat gaat over presentia realis, het centrale leerstuk binnen het katholieke geloof. Brood en wijn veranderen ook echt in het lichaam van bloed van Christus. En dat alles zo waar als ik leef. Ja ja, zo gaat dat vandaag de dag. En zo is het altijd gegaan.
Realis presentia
Ik nam ter Mis God in de mond, en holde toen naar huis,
Voordat Zijn Vlees op mijn gehemelte kon smelten,
En liet Hem in wat water neer, voor Teigetje’s verbaasde ogen:
Een kwakje in het bad gelijk.
‘Wat denk je dat dit is?’
‘Ik weet het niet.’
‘Gods Lichaam Zelf.’
‘Ze denken wel wat uit, vandaag de dag.
ChatGPT heeft mijn betoog van 1770 woorden in 179 woorden samengevat. Dat deed hij in een split second. Of beter gezegd, in no time. Deze kunstmatige vorm van intelligentie heeft immers geen tijd nodig om na te denken. De tijd verdwijnt in het onmiddellijke antwoord van ChatGPT. Ook dat is een vorm van presentia realis: de daadwerkelijke tegenwoordigheid van het kunstmatige verstand. Daar kan God met zijn superverstand, dat is neergedaald in brood en wijn als het lichaam en bloed van Christus, nog een puntje aan zuigen.
Wat betekenen trouwens de woorden presentia realis precies? Wat betekent het als je zegt dat iets werkelijk aanwezig is? Is wat je zegt dan werkelijk aanwezig? Zijn woorden aanwezig als ze uitgesproken worden? Voor Wittgenstein was het niet langer vanzelfsprekend, dat woorden naar dingen in de werkelijkheid verwijzen. Ze konden immers ook naar andere woorden verwijzen. Taal verwijst naar taal, en niet naar de wereld. De menselijke geest, zo stelde hij, was behekst door de taal. Daarmee verdween de theologische aanwezigheid in het proces van betekenen.
God zat van oudsher in de Logos, in het contract tussen woord en werkelijkheid, dat wel zeggen: in het betekende fluïdum dat de geest met de wereld verbindt. Maar hoe die verbinding tot stand komt is voor de taal zelf ontoegankelijk. De wijze waarop de woorden de dingen ‘afbeelden’, daar weten wij niets van. Wij weten dat een landkaart een gebied kan voorstellen, maar dat voorstellen op zichzelf, als een proces dat tussen onze oren plaatsgrijpt, daar weten we niets van. Zoals we ook niet lichtstralen zien: we zien alleen licht. Ondertussen maken we machines die in no time teksten gaan schrijven op basis van alle teksten die geschreven zijn.
Wat dat betreft gaan we wonderlijke tijden tegemoet. Alles wat staat geschreven wordt onmiddellijk herschreven of samengevat. En wat nog geschreven moet worden is er al. Ook dat staat ons te gebeuren. Alles, ook het nog komende, zal uiteindelijk oproepbaar gaan worden in het hier en nu. En wel onmiddellijk, zonder dralen of talmen. Machines zullen daadwerkelijk tot leven komen. De tijd gaat onder onze ogen verdwijnen. Wat dan nog resteert is de eeuwige gelijktijdigheid van het ongelijktijdige. Dat we dat nog mee mogen maken. Alle eeuwen der eeuwen worden straks waarlijk tegenwoordig.
De samenvatting van ChatGPTV van mijn tekst over de presentia realis luidt letterlijk als volgt.
*
Deze tekst gaat over de theologische discussie die in de jaren zestig plaatsvond over de aard van de goddelijke aanwezigheid in de eucharistie. Twintig eeuwen lang was de eucharistie opgevat als een werkzame aanwezigheid (presentia activa), maar in de moderne tijd werd de gedachte dat zoiets kon bestaan steeds meer ondenkbaar. Het woord ‘aanwezigheid’ veranderde van aard en werd steeds meer opgevat als een fysieke aanwezigheid (presentia realis), wat uiteindelijk leidde tot de teloorgang van het ritueel en de dood van het symbool.
De tekst beschrijft ook de middeleeuwse gedachte dat brood en wijn werkelijk het lichaam en bloed van Christus waren en hoe dit concept door de eeuwen heen veranderde. Het gebruik van de term ’transsubstantiatie’ voor het veranderen van de substantie van het brood in het lichaam van Christus wordt beschreven, evenals de moeilijkheden die ontstaan wanneer de substantie van het brood verandert maar de eigenschappen ervan hetzelfde blijven. De tekst beschrijft de pogingen van theologen om de leer van de transsubstantiatie te verklaren en hoe deze leer in de moderne tijd onder vuur kwam te liggen.