Upside down

Jaren  geleden mocht  ik een tentoonstelling openen in Galerie Bloemrijk Vertrouwen in Oudkerk. Het bijzondere van die galerie was dat één lange wand compleet met een spiegel was bekleed. De sfeer van de ruimte deed wat denken aan een sportschool, waar je ook al je bewegingen één op één in de spiegel kunt volgen. Ik weet niet of dat nog zo is in Galerie Bloemrijk Vertrouwen, want ik ben er al jaren niet meer geweest. Hoe dan ook, voor mijn openingspraatje ging ik pal vóór de grote spiegel staan in de wetenschap dat de meeste mensen een dubbel beeld van mijzelf zagen. Dat wil zeggen, een deel van mijn voorkant, maar ook een deel van mijn achterkant. Het werk op de tentoonstelling vond ik niet zo bijzonder, dus ik heb toen maar een verhaal gehouden over dit spiegeleffect. Dit ging als volgt.

‘Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik moet altijd even wennen, als ik deze ruimte binnenkom. Opeens zie ik iemand die sprekend lijkt op mijzelf en precies dezelfde kant op loopt als ik. Elke keer vergeet ik weer dat die wonderlijke dubbelganger mijn eigen spiegelbeeld is. De spiegel geeft aanleiding tot een vreemde gewaarwording. Je verwacht zoiets niet. Zoiets hoort ook meer thuis in een balletzaal dan in en galerie. Maar deze galerie is dan ook niet zomaar een ruimte die open gesteld is voor kunst. Alleen de naam al geeft aan dat het om iets bijzonders moet gaan. Het lijkt of twee uitdrukkingen in elkaar zijn geschoven. ‘Blind vertrouwen’ en ‘bloemrijke taal’. Hoe het ook zij, je kunt hier wat anders dan anders verwachten. Dat wil zeggen, iets anders dat toch weer hetzelfde lijkt, zoals je spiegelbeeld nooit een kopie is van je eigen gestalte. Het is altijd net even anders.

‘Spiegelbeeld’, dat had misschien ook een passender naam voor deze ruimte kunnen zijn. Een tikkeltje gewoner, een beetje minder bloemrijk misschien, maar wel degelijk op zijn plaats. En trouwens, zo gewoon is een spiegelbeeld nu ook weer net. Ik weet niet of u het ooit is opgevallen, maar er is iets vreemds aan de hand met uw eigen spiegelbeeld. Als u uw rechterhand opsteekt, steekt uw spiegelbeeld zijn linkerhand op. Daar is op zich niets mis mee. Alles wat bij u immers aan de linker kant zit, zit bij uw spiegelbeeld rechts en omgekeerd. Maar nu komt het. Als alles in de ‘links-rechts-as’ omgekeerd zit, waarom zit het hoofd van uw spiegelbeeld dan niet op de plaats waar bij u de schoenen zitten? En de schoenen van uw spiegelbeeld, waarom zitten die niet op de plaats van uw hoofd? Met andere woorden, waarom is uw spiegelbeeld alleen in horizontale richting een spiegelbeeld en net in verticale richting.

We gaan er vanuit dat de wereld logisch in elkaar zit, maar dit lijkt toch een foutje van de natuur te zijn. Ik zal u de oplossing van dit raadsel niet verklappen. Misschien kunt u straks nog eens goed in de spiegel kijken en vaststellen dat er inderdaad iets niet klopt. Het bloemrijke vertrouwen waarmee u binnenkwam, is opeens een beetje beschaamd. De wereld is misschien toch ingewikkelder dan je soms op het eerste gezicht denkt. Alles is anders en toch weer hetzelfde. Alles lijkt hetzelfde en is toch weer anders. Zo is het ook een beetje met deze tentoonstelling….’

Vervolgens heb ik uiteraard nog iets over het werk gezegd van de exposerende kunstenaar. Maar de aanwezigen leken na afloop van mijn verhaal daar nauwelijks nog oog voor te hebben. Mensen ging zichzelf uitgebreid voor de spiegel zitten bekijken. Ik zag sommigen zelfs en hand opsteken en met hun voet bewegen. Anderen bogen zich voorover en begonnen met hun kont te draaien. Het was een komische vertoning die me sterk aan een scène uit een film van de Marx Brothers deed denken.

Uiteindelijk vormden zich groepjes die uitgebreid begonnen te discussiëren over de vraag waarom hun handen en voeten in de spiegel links-rechts van plaats verwisselden, maar hoofd en voeten boven en onder op hun plaats bleven zitten. Ik heb de oplossing uiteraard niet verklapt, zoals ik dat nu ook niet zal doen. Ik had dit raadsel ook niet niet zelf bedacht, maar ooit gelezen in een boek van Daniel Dennet en Douglas Hofstadter ‘The Minds I, fantasies and reflections on self and soul’.

Toen ik gisteren door de stad aan het wandelen was, verbeeldde ik mij even, dat ik niet mezelf was, maar mijn eigen spiegelbeeld dat achter de spiegel vandaan was gekropen. Mijn linker hand was voortaan mijn rechter en mijn rechter mijn linker. Gelukkig zat mijn hoofd nog altijd boven en mijn voeten onder, maar opeens drong het met een schok tot mij door, dat iedereen om me heen op zijn kop liep. Sterker nog, ik liep zelf op mijn kop en zag de anderen ‘upside-down’. De spiegel had dus toch gelijk. Mijn spiegelbeeld staat op zijn kop, maar ik vergeet telkens weer dat ik een halve radslag voorover moet maken, om precies zo te zijn, zoals het achter de spiegel is.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)