Met een tong vol vuur

Het is voorjaar 1945. Duitsland ligt in puin. Hele steden zijn platgebombardeerd. De Duits bevolking is murw en apathisch en voelt zich voor een groot deel evenzeer slachtoffer als andere Europeanen. Alleen mogen Duitsers zich niet het slachtoffer voelen. Op de foto is het interieur van een ingestorte kerk te zien. Een iconisch beeld. Veel mensen zullen destijds bij het zien van dergelijke beelden gedacht hebben: ‘Dat krijg je ervan als je de geboden van God loslaat.’ De nederlaag van Hitler zou een straf van God zijn geweest, al zal Hitler dat zelf nooit zo ervaren hebben.

Voor Hitler bestond het woord ‘nederlaag’ niet. In zijn ogen was de zelfmoord was de uiterste consequente van een filosofie die alleen uit was op overwinnen en overweldigen. Hitler zag zichzelf als de belichaming van de geschiedenis. Hij was een slaapwandelaar die bij elke stap gedreven werd door iets dat groter was dan hijzelf. De geschiedenis was in hem neergedaald, zoals Hegel dat ruim een eeuw eerder beschreven had bij Napoleon. De Geest (met een Duitse hoofdletter) was in de geschiedenis zelf naar binnen gekropen. Twee jaar na de oorlog was schreef een gevluchte Sudeten-Duitser het volgende:

‘Dit is de ware tragedie van een mens, van een filosoof, van een godsdienst die zich los wilde maken van al het absolute, onvergankelijke, de eeuwige waarden en zich geheel overgaf aan het mysterie en de demonie van het worden, van de geschiedenis.’

Die gevluchte Sudeten-Duitser heette Dr. K. J. Hahn. Hij schreef dit in een klein boekje met de wonderlijke titel Duitsland als geestelijk probleem. Er staat geen jaartal in, maar ik schat dat het in 1947 verschenen is, het jaar waarin ik geboren ben.

scan1120001

Ik kocht het jaren geleden bij het antiquariaat Isis in de Gelkingestraat in Groningen. Inmiddels heb ik het gelezen, overigens met een stijgend gevoel van verwondering. Telkens weer verbaas mij erover dat ons beeld van de Tweede Wereldoorlog veranderd is door de secularisatie. Dr. K.J. Hahn, die in 2001 overleed, was een belijdend katholiek en hij schreef dit boekje als christen, dat wil zeggen: vanuit een wereldbeeld dat in onze seculiere tijd voor velen onbegrijpelijk is geworden.

Ik denk zelfs dat veel katholieken dit wereldbeeld niet meer begrijpen. In zijn boek De seculiere tijd beweert Charles Taylor dat de secularisatie uiteindelijk ook het christendom zelf heeft veranderd. In onze huidige tijd is letterlijk alles geseculariseerd. Wie gelooft er nu nog daadwerkelijk dat er een bovennatuurlijke macht bestaat die de wereld bestuurt en de geschiedenis zijn richting geeft? Het bovennatuurlijke is voorgoed ingedaald in de natuur zelf, in de geschiedenis, in het worden. Het grote Zijn is het grote Worden geworden.

Als we Dr. K.J. Hahn mogen geloven heeft dit transformatieproces zo’n twee eeuwen geduurd. Het begon bij filosofen als Hegel, die de geschiedenis heilig verklaarde, en Fichte, die het geestelijke radicaal naar binnen trok. Het menselijk subject kreeg iets absoluuts zodat uiteindelijk de geschiedenis zelf zou vragen om een absoluut subject, dat wil zeggen: Der Führer. Mogelijk begon dit proces al bij Luther die de religie voor het eerst tot een zaak van het innerlijk heeft gemaakt. De Duitse ‘Innerlichkeit’ keerde zich steeds meer af van de wereld. Je zou kunnen zeggen: het innerlijk werd psychotisch.

Het drama van Duitsland was dat er geen bruggen werden geslagen tussen het hooggestemde innerlijk en een staatsvorming die zich moet bezighouden met een alledaagse praktijk van checks and balances. Duitsers hielden niet van revoluties. Zij hielden zich bezig met de hoge idealen van het innerlijk, met Humanität en met Bildung. Alles werd esthetisch, zelfs de ethiek werd esthetisch. Duitsers hielden van de Romantiek, van duistere verhalen uit een ver verleden. De daad en de wilskracht werden verheerlijkt, maar kregen geen verbinding met de schone droom van het innerlijk. Zo ontstond uiteindelijk een breuk die onoverbrugbaar was, behalve dan in die absurde sprong naar het absolute die Hitler ondernomen heeft met zijn droom van een Duizendjarig Rijk.

Elf dagen nadat Hitler de macht verworven had, op 10 februari 1933, hield hij een reden in het Sportpaleis van Berlijn. Daarin verklaarde hij onder meer het volgende:

‘Want ik kan me niet losmaken van het geloof dat aan mijn volk (…) het uur komt dat de miljoenen die ons nu haten achter ons  zullen staan en dan met ons zullen begroeten, het gemeenschappelijk gevestigde, moeizaam bevochten, pijnlijke verworven, nieuwe Duitse Rijk van de grootsheid en de eer en van de kracht en de heerlijkheid en de gerechtigheid. Amen.’

Vooral de laatste woorden zijn opmerkelijk omdat ze direct ontleend zijn aan het gebed het Onze Vader. Hitler spreekt dan over het Duitse Rijk als het Rijk van God de Vader.  Ik heb me altijd afgevraagd waarom het Derde Rijk van Hitler eigenlijk ‘het Derde Rijk’ heette. Jaren geleden, toen ik een weekje in Berlijn was, kreeg ik het antwoord op die vraag te horen. Het Eerste Rijk was het oude Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie dat van 843 tot 1806 heeft geduurd, bijna duizend jaar dus. Het Tweede Rijk was van veel korter duur, 47 jaar om precies te zijn. Van 1871 tot 1918 was sprake van het Tweede Duitse Keizerrijk. Hitler zou dus voor de derde keer met een Duits Rijk zijn begonnen, maar dat heeft uiteindelijk maar 12 jaar mogen duren. Eigenlijk wilde Hitler ook niets van de term ‘het Derde Rijk’ weten. Hij verbood de Duitse media zelfs om deze aanduiding te gebruiken. Misschien wel, omdat hij de vijand geen alibi in handen wilde geven om hem te demoniseren. De apocalyptische symboliek van zijn onderneming zou zich vanzelf wel bewijzen. Toch is de term  ‘Het Derde Rijk’ de geschiedenis in gegaan, alle bezwaren van Hitler ten spijt.

Een ander gedachte, die vaak met Het Derde Rijk wordt verbonden, is het duizendjarig bestaan van dit Rijk. Dit idee komt voort uit het Bijbelboek de Apocalyps, waar gesproken wordt over een Duizendjarig Rijk, dat zal beginnen als Christus terugkeert op aarde. Satan zal dan uit de wereld worden verstoten, om tenslotte – bij de komst van de Antichrist – door Christus definitief verslagen te worden. De Nazi’s waren niet afkerig van apocalyptische gedachten omtrent de bestemming van de wereld. De gedachte aan een Duizendjarig Rijk, dat na tweeduizend jaar christendom ophanden zou zijn, heeft binnen de geschiedenis van het christendom een lange traditie gehad. De centrale vraag was of je het boek van de Apocalyps letterlijk moest lezen (en dus historisch) of geestelijk (en dus allegorisch). Volgens Augustinus was het laatste het geval. De Bijbel sprak in louter geestelijke termen die ook als zodanig geïnterpreteerd moesten worden.

Deze allegorische wijze van interpreteren kon overigens ook in de Middeleeuwen tot de meest wonderlijke gedachteconstructies leiden. Zo was  het de mysticus Joachim van Fiore die in de twaalfde eeuw een heel eigen theorie bedacht over het einde der tijden. Hij schreef een commentaar op de Apocalyps, waarbij hij de geschiedenis verdeelde in drie grote tijdperken. Het tijdperk van het Oude Testament stond in het teken van de Vader, het tijdperk van het Nieuwe Testament in het teken van de Zoon, en het derde en komende tijdperk in het teken van de Heilige Geest. Zo werd het idee van de Drie-eenheid verbonden met de gedachte aan een Derde Rijk, dat tegelijk ook een Duizendjarig Rijk zou zijn. Joachim van Fiore meende dat de wereld op de drempel stond van een nieuw Utopia, een spiritueel tijdperk van bezinning en ascese, waarin het kloosterleven een hoge vlucht zou nemen.

Al met al kun je concluderen dat Hitler – ook al wilde hij er zelf zogenaamd niets van weten – geprobeerd heeft een kerngedachte uit de Apocalyps te misbruiken voor eigen politieke doeleinden. Het idee dat de wereldgeschiedenis in een beslissende fase was beland, hoefde hijzelf niet te propageren. Dat hadden anderen al voor hem gedaan, Oswald Spengler bijvoorbeeld in Der Untergang des Abendlandes (1919). Het christendom moest overwonnen worden met eigen middelen. Daarvoor moesten eerst de Joden worden opgeruimd, want zij waren – als het uitverkoren volk – de representanten van het Eerste Rijk dat in het teken stond van de Vader, Jahweh. Daarna zouden de christenen uit de weg geruimd moeten worden, want zij stonden voor het Tweede Rijk van de Zoon, Christus. Het Derde Rijk, dat inmiddels was aangebroken, zou de vervolmaking worden van het christendom en het Jodendom tegelijk. Het was de ultieme synthese: het Rijk van de Heilige Geest die in de Führer was neergedaald en sprak met een tong vol vuur. Alleen bracht dit vuur geen Pinkstervisioen maar puinhopen voort. 

1 Reactie »

  1. Robert Kruzdlo

    10 oktober 2020 op 13:16

    Hallo Huub,

    Probeer een e-mail te zenden, maar dit lukt mij niet. Heb je een ander e-mail adres. Ik wilde je een tekst toezenden, half A4-tje.

    Groet
    Robert Kruzdlo

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)